Mateloos populair in Japan!
Blijf op de hoogte en volg Maarten
06 Mei 2013 | China, Sjanghai
Konnichiwa!
Het aftellen is al enige weken geleden begonnen, maar het grootste avontuur ligt nog voor me in het verschiet: de trans-Mongolië express! Sinds mijn vertrek uit Hong Kong zijn we enkele weken in Japan geweest en een krappe week in Zuid-Korea. Momenteel verblijven we in het regenachtige Shanghai. Een goed moment om jullie voor een derde keer op de hoogte te brengen van mijn avonturen in Azië…
Japan
De reisdag naar Japan begon vroeg. Om 06.00 stonden Collin en ik bij de bushalte te wachten op de bus richting Hong Kong International Airport. Vaak hebben we al tegen elkaar gezegd dat we geen ochtendvluchten meer zouden boeken, maar evenzo vaak speelde de prijs een cruciale en doorslaggevende factor, waardoor we op de meest onorthodoxe tijdstippen ons bed uit kunnen om een vlucht te halen. Na ruim 4 uur in de lucht gezeten te hebben landden we op Tokyo-Narita. Narita is een kleine stad op bijna 70 kilometer van Tokyo waar om een onduidelijke reden het internationale vliegveld van Tokyo is gevestigd. Maar goed, deze reis heb ik me al vaker verbaasd over de ligging van sommige vliegvelden. Voordeel van de anderhalf uur durende treinrit naar hartje Tokyo was dat we het landschap van Japan aan ons voorbij konden zien glijden. Het meest opvallende: een ouderwetse Hollandse molen en diverse tulpenvelden. Kennelijk zijn de banden tussen Nederland en Japan sterk en ik kan jullie mededelen dat we daar weinig afbreuk aan hebben gedaan! Sterker nog, we hebben het voor elkaar gekregen om een Japanse zakenman een oranje stropdas aan te meten tijdens Koninginnedag! Nadat we laat in de middag in Tokyo waren aangekomen en ons hadden ingecheckt hebben we ’s avonds een honkbaltraining van een plaatselijk jeugdteam in Ueno Park bekeken. Vanzelfsprekend hebben we de eerste avond in Japan doorgebracht aan de lopende band van een sushi restaurant. Een plek die gedurende de twee weken in Japan zou gaan aanvoelen als thuis op de bank…
Tokyo is de grootste stad van Japan en tevens het economische hart van het land. Samen met New York, Londen en Parijs is Tokyo één van de vier moderne metropolen. Bovendien is dit zonder twijfel de grootste stad waar ik ooit ben geweest. Niet heel verwonderlijk, Tokyo is namelijk de grootste stad ter wereld. Tokyo telt 34,6 miljoen inwoners. Ter vergelijking: Canada, het op-één-na-grootste land ter wereld, telt minder inwoners! Je mag dus met recht zeggen dat de stad gigantisch is! Alleen al het aantal metrolijnen overstijgt eenvoudig het aantal straten in Soerendonk en dan tel ik de sluiproute tussen de kerk en Jaco mee;-)! De eerste dag zijn we vroeg in de ochtend naar de grootste vismarkt van Tokyo gegaan: Tsukji. Na een metrorit van meer dan 45 (!!!) minuten kwamen we rond de klok van 09.00 aan op de plaats van bestemming. Doordat we relatief ‘laat’ waren was de chaos die normaal gesproken om 04.00 begint ten einde. Zodoende konden we ons eenvoudig manoeuvreren in de loods waarin iedereen op de vierkante meter zijn vis probeert te slijten. Toen we lang genoeg in de vislucht hadden gelopen zijn we naar Ginza, centraal Tokyo, gegaan. Nadat we door Ginza hadden gewandeld ondernamen we poging #1 om een Russisch visum te bemachtigen. Deze poging was bij voorbaat gedoemd om te mislukken, omdat we een handgeschreven formulier hadden en in Japan, hoe kan het ook anders, alleen elektronische formulieren worden verwerkt. Onze laatste hoop op een visumapplicatie deze dag was de Nederlandse ambassade die op een steenworp afstand van de Russische ambassade lag. Maar zoals het een goede landgenoot betaamd deden ze niet open. Bedankt voor niets Koninkrijk der Nederlanden! Na deze kleine domper zijn we Tokyo Tower opgeklommen en hadden we een schitterend uitzicht over de immense stad. Vanaf een hoger gelegen punt wordt pas duidelijk hoe buitenproportioneel groot Tokyo is! In de namiddag hebben we nog een kort bezoek gebracht aan de Tokyo Stock Exchange, voor de RTL-Z volgers onder mijn lezerspubliek, de Nikkei Index. In de avond zijn we na onze dagelijkse portie sushi door het neonverlichte Akihabara terug naar het hostel gegaan. De volgende dag liep poging #2 om een Russisch visum te bemachtigen ook uit op een deceptie. Dit keer hadden we de formulieren wel elektronisch ingevuld, maar hadden we het op een verkeerde manier uitgeprint. De Russen blinken nou niet bepaalt uit in hun communicatie. Nu snap ik ook waarom de Koude Oorlog zo lang heeft moeten duren. Maar goed, het enige wat we moesten doen was het formulier opnieuw uitprinten. Makkelijker gezegd dan gedaan uiteraard. We moesten naar een internetcafé, maar de eerste twee taxichauffeurs die we aanhielden konden geen Engels, en hetzelfde gold voor de twee eerstvolgende bedrijven waar we binnenliepen. Zelfs het woord computer snapten de Japanners niet en dat terwijl ze dat ding praktisch zelf hebben uitgevonden. Pech leek ons te achtervolgen, totdat we aanklopten bij Dai Obata. Deze makelaar had in Californië gestudeerd en sprak vloeiend Engels. Gelukkig mochten wij gebruik maken van zijn computer en printer, waardoor we 20 minuten later met de borst vooruit weer de Russische ambassade binnenstapten. Dai heeft de Wet van Murphy doorbroken! Bij de Russische ambassade kregen we vervolgens weer een uitbrander omdat we onze pasfoto’s niet hadden vastgeplakt en het formulier niet hadden ondertekend, maar uiteindelijk zijn we erin geslaagd om de aanvraag van het visum rond te krijgen. Na deze hopeloze bureaucratie konden we ons leven als toeristen in Tokyo weer oppakken. We zijn naar het drukste metrostation, met meer dan 2 miljoen reizigers per dag, van Tokyo gegaan: Shinjuku. Vervolgens hebben we in de wijk Shinjuku rondgelopen. Deze grote wijk in Tokyo is verdeeld in twee delen. Deel 1 is het zakendistrict van Tokyo, met tientallen wolkenkrabbers, en deel 2 is het oude gedeelte van de stad met nauwe steegjes. Het is trouwens opvallend dat Tokyo, ondanks haar grootte en dure grondprijzen, relatief weinig hoge wolkenkrabbers telt. Dit zal alles te maken hebben met de aardbevingsgevoeligheid van Japan. Daarna ben ik naar Yoyogi Park gelopen en door naar Shibuya waar het drukste kruispunt van Tokyo is. Toen ik overstak deden dat ruim 3000 (!!!) mensen dat samen met mij binnen enkele seconden. ’s Avonds zijn we wederom door Akihabara, het comic en electronic district van Tokyo, gelopen. Hier hebben we onze grootste relikwieën tot nu toe gekocht, twee Japanse Pokémon kaarten. Verder hebben we onze tijd doorgebracht in een van de vele arcades die Tokyo rijk is. In Japan doen volwassen mannen Pokémon tegen elkaar spelen, staan zakenmannen zwetend in pak op dansplaten of spelen ze als bloedfanatieke kinderen Streetfighter tegen elkaar. Waarom? Gewoon, omdat het kan! Diezelfde avond hebben we nog geprobeerd om een karaokebar te vinden, maar we kwamen uit bij de verkeerde wijk in het noordoosten van de stad, terwijl we eigenlijk in het zuidwesten moesten zijn. Een ongelogen verhaal! We moesten namelijk naar Akasaka en we stapten uit bij Asakusa. Kunnen wij er iets aan doen dat alle namen op elkaar lijken. Ik mis de doodnormale dorpstraat, nieuwstraat, etc. De volgende dag stonden en twee culturele activiteiten op het programma: de tuinen van het Imperial Palace en Tokyo FC. Nadat we laat in de ochtend een uur door de tuinen van het Imperial Palace hadden rondgelopen en, doordat de kersenbloesem nog niet volledig tot bloei was gekomen, enigszins teleurgesteld de eeuwenoude toegangspoorten uitliepen zijn we naar het stadion van Tokyo FC gegaan om de kraker tegen Nagoya Grampus Eight te zien. De reis naar het stadion was een avontuur op zich. Het duurde bijna anderhalf uur (!!!) voordat we bij het stadion waren. Evengoed waren we nog steeds in Tokyo! Onderweg hadden we ook het geluk dat we een man en zijn zoontje tegenkwamen die naar het stadion gingen, zodat we hen eenvoudig konden volgen en niet een verkeerde trein in zouden stappen. Eenmaal bij het stadion kochten we een ticket en zijn we op de staantribune, tussen de harde kern van Tokyo FC, gaan staan. Het niveau van de J-League is niet hoog en Tokyo FC had al 4 wedstrijd achtereen verloren, maar gelukkig had de club een verdwaalde Braziliaan, Lucas, in de gelederen die het uitgerekend deze dag op zijn heupen had gekregen. De beste man verzilverde twee penalty’s, gaf talloze steekpasses en schoot kiezelhard tegen de kruising, én was daarmee uiteraard de man van de wedstrijd. De enige neger op het veld en daardoor de enige speler die met recht kon zeggen dat hij het meeste van Pelé weg had kon geen potten breken. Na een boeiende wedstrijd en 2 keer 45 minuten geschreeuw, gezang, geklap én het ‘You’ll Never Walk Alone’ zijn we met een 4-1 overwinning op zak richting het centrum van Tokyo gegaan. Een opmerkelijke rol was trouwens weggelegd voor één Japanner in het stadion die het voor elkaar kreeg om bij iedere keer dat hij iets zei de hele harde kern mee te krijgen. Dankzij de beste man spreken we tegenwoordig een aardig woordje Japanse voetbaltaal. Helaas gooide na de wedstrijd regen roet in het eten, waardoor we ’s avonds enkel wat sushi bij onze favoriete Japanner hebben gegeten.
Nadat we een aantal dagen in Tokyo hadden doorgebracht zijn we de twee dagen daarop naar enkele kleine plaatsen in de buurt van Tokyo gegaan. De eerste dagtrip was naar Nikko. Vroeg in de ochtend hebben we het regenachtige Tokyo verruild voor het besneeuwde (!!!) Nikko. Nikko is een eeuwenoude stad waar de tempelcomplexen dateren van het midden van de 16e eeuw. Dit UNESCO werelderfgoed was bijzonder om een keer gezien te hebben. Ondanks de ijzige kou, mijn lekkende schoenen en daardoor drijfnatte sokken, en de miezerbuien was het een geslaagde dag in Nikko. We hebben diverse tempels en mausolea bezocht en zijn laat in de middag weer richting Tokyo gegaan. Omdat ons heenticket ruim 1300 Yen kostte, besloten we om vanaf dat moment te gaan bezuinigen daar waar mogelijk. Dit was de spreekwoordelijke druppel. Dat betekende af en toe ook dingen doen die ‘officieel’ niet mogen. Zodoende hebben we een ticket van 130 Yen naar Tokyo genomen. Eigenlijk mag dit niet, maar de vlugge rekenaar merkt op dat we binnen enkele seconden bijna 1200 Yen, ongeveer 10 euro besparen. Voor mensen die nog naar Japan willen reizen en deze bespaartip serieus nemen een korte uitleg;-). In Japan moet je het precieze bedrag op een kaartje zetten voor het station waar je naartoe gaat. Dat kaartje wordt bij het eerste station, je startpunt, afgestempeld en moet je weer tonen bij het eindstation. Wanneer het bedrag precies klopt sta je binnen enkele seconden weer buiten. Wanneer je bijvoorbeeld 1 station verder moet koop je een kaartje voor 130 Yen, maar wij moesten bijvoorbeeld 20 stations verder waardoor de prijs opliep. Nadeel: de poortjes bij het eindstation gaan niet open. Maar goed, dat zijn slappe klaphekjes waar we eenvoudig doorheen kunnen lopen. In de praktijk geldt dus, voor 130 Yen kom je in vrijwel heel Japan! Gelukkig zijn de Japanners goed opgevoed en werkt dit systeem feilloos door de goudeerlijke Japanners. Daardoor kunnen wij er ook van profiteren, maar daar zijn we niet trots op;-). ’s Avonds zijn we weer naar het drukste kruispunt van Tokyo en waarschijnlijk Japan gegaan in Shinbuya. Ook deze keer was het geen probleem om iemand kwijt te raken in de mensenmassa. De volgende dag zijn we vroeg opgestaan om een sumoworstel training te bekijken. Bij de ‘beya’ die ons was aangeraden om te gaan kijken werden we niet binnengelaten omdat we geen Japanstalige gids bij ons hadden. Na een aantal mensen aangesproken te hebben op straat en het zelfs met een Japanse jongen bij een volgende beya geprobeerd te hebben waarschuwde een Engels-Japanse oma ons voor het feit dat we hoogstwaarschijnlijk nergens binnengelaten werden, omdat men huiverig geworden was voor toeristen. Daarom zijn we overgestapt op plan B, de Arashio beya die we zelf via internet gevonden hadden. En daar konden we wel een training bijwonen. Achter glas weliswaar, maar we konden alles horen, zien en zelfs ruiken. Het enige nadeel was dat we buiten in de wind stonden. We waren gelukkig wel de enige niet-Japanners en na de training mochten we zelfs met een sumoworstelaar op de foto. Daarna zijn we, we hadden veel tijd verloren met ons rondje door Ryogoku, naar Kamakura gegaan. Deze kleine kuststad ligt op een uur van Tokyo en is voornamelijk beroemd door haar tempels gelegen in de heuvels van de stad. Ook deze keer hadden we gekozen voor een goedkoop ticket. We moesten immers blijven bezuinigen. Aangekomen in Kamakura hebben we een fiets gehuurd en zijn we naar het strand gefietst. Het overheerlijke stokbrood dat we in een lokale bakkerij hadden gekocht werd zonder pardon door een havik in duikvlucht uit mijn handen geplukt. Het was weg voor in er erg in had. Daarna zijn we naar een levensgrote Boeddha gefietst en hebben we nog verschillende tempels bezichtigd. Hierdoor heb ik heuvelop mijn klimkilometers weer gepakt, zodat ik eind augustus in het Limburgse heuvelland weer tegenstand kan bieden aan bepaalde personen;-). Na een kleine tour door de heuvels van Kamakura zijn we via Yokohama terug naar Tokyo gegaan.’s Avonds in Tokyo hebben we rondgelopen in Shinjuku voordat we met de slaapbus naar Kyoto vertrokken.
Na een nachtelijke rit met de Greyhound van Japan, Willer Express, kwamen we vroeg in de ochtend aan in Kyoto. Kyoto is een van de vele oude hoofdsteden van Japan en staat vooral bekend om een overvloed aan tempels, pagoda’s en gewijde plekken. Kyoto staat volledig in de schaduw van Tokyo, zowel qua grootte als qua aantrekkingskracht, maar is wel een van de meest plezierige steden van Japan om te verblijven. Verder staat Kyoto bekend om haar tradities. Zo zijn er in Gion, een wijk in de binnenstad van Kyoto, Geisha, Geiko en Maiko vrouwen te vinden. Deze vrouwen kleden zich op traditionele Japanse wijze, schilderen hun gezicht wit en vormen gezelschap voor de plaatselijke zakenmannen. Een soort traditionele prostituees, alleen dan met een bovengemiddelde dosis aanzien. Niet voor niets wordt het in Japan nog altijd als een eervol bestaan gezien. Echter is het wel een zeldzaamheid om deze vrouwen tegen het lijf te lopen. Mijn teller is blijven steken op 5, waaruit ik kan concluderen dat ik bijzonder veel geluk heb gehad. Verder zal het jullie niet veel verbazen dat we in Kyoto veel tempels hebben bezocht. Van de Toji tempel, met de hoogste pagoda van Japan en haar schitterende kersenbloesemtuinen, tot de Silver Pavillion, een zilveren tempel in de pittoreske heuvelachtige omgeving aan de rand van Kyoto, en de Golden Pavillion. Een gouden tempel die blinkt in de zon en weerkaatst in het naastgelegen water. Ook hebben we de Philosopher’s Walk gelopen, maar om nou te zeggen dat ik me daarna een verlichter mens voelde… In tegenstelling tot het Imperial Palace in Tokyo is de naamgenoot in Kyoto wel toegankelijk voor toeristen. Echter dient men dan van te voren een toelatingsverzoek in te dienen. Aangezien wij dit niet hadden gedaan verkozen we een honkbalwedstrijd in het aangrenzende park boven verdere pogingen om alsnog binnen te komen. Traditiegetrouw hebben we ook de eerste avond in Kyoto sushi gegeten en zijn we boven onszelf uitgestegen in een arcade getuige een nieuw basketbalrecord. Enkele minuten later bleek dit record niet veel waard te zijn toen een Japanner in zijn eerste beurt én met een koude arm mijn record direct weer verpulverde. Door aanhoudende regen viel de tweede dag in Kyoto letterlijk in het water, waardoor we enkel ‘binnenactiviteiten’ hebben ondernomen. Zo hebben we een Boeddhistische mis bijgewoond in de Chion-in tempel en zijn we naar het Nijojo kasteel gegaan. Bij het Nijojo kasteel hebben we onze bespaartechnieken naar een hoger niveau getild. Aangezien Collin, met zijn babyhuid en guitige snoet, door kan gaan voor < 18 jaar pakken we voor enkele bezienswaardigheden middelbare scholierenkorting. Gezien de staat van mijn schoenen is het ook geen overbodige luxe om overal waar kan geld te besparen, zodat ik binnenkort nieuwe kan kopen. Inmiddels zijn mijn zolen dermate afgesleten dat ik provisorisch tape aan de onderkant van mijn zolen heb geplakt om de gaten te dichten. Zo lang het niet regent of niemand de straten schoonspuit met een hoge druk spuit kan ik de komende weken nog vooruit;-). De laatste ochtend in Kyoto ben ik vroeg naar de Fushimi Shrine gegaan. Deze tempel staat bekend om het pad dat er naartoe leidt. Het pad is namelijk overdekt door honderden en misschien wel duizenden tori’s, oftewel heilige poorten. Je loopt als het ware in een tunnel van houten poorten. Zonder enige twijfel was dit het mooiste wat ik in Kyoto heb gezien. Na een korte wandeling door oud Kyoto zijn we met de trein naar Nara gegaan. Nara is (ook) een oude hoofdstad van Japan en heeft een van de grootste stadsparken van het land. In het stadspark van Nara verblijven honderden tamme herten die een grote toeristische trekpleister vormen en die zich ook graag laten voeden door toeristen. Verder heeft Nara de grootste Boeddha van Japan en nog enkele mooie tempels in de heuvelachtige omgeving. Na een 3 uur durende wandeling door Nara park en een, gratis, bezoek aan de grootste tempel van de stad zijn we met de trein naar Osaka gegaan. Dat gratis bezoek kwam doordat we de achteringang hadden genomen. Normaal gesproken vertrek ik altijd via de achterdeur;-). Inmiddels mogen we ons doorgewinterde bespaarders noemen. Helaas is Collin op weg van Kyoto naar Nara gecontroleerd, anders hadden we financieel gezien een uitstekende dag achter de rug. Nadat we vroeg in de avond in Osaka aankwamen zijn we naar het hoofdkantoor van Willer Express gegaan. We waren het namelijk niet eens met de gang van zaken omtrent de aangeschafte buspas. A) was er geen busverbinding tussen Kyoto en Osaka mogelijk en B) konden we geen gebruik maken van de buspas in de ochtend van 30 april, omdat dit tijdstip bij de 29e wordt meegerekend. Daarom wilden we een hartig woordje spreken met de directie van Willer. Uiteraard hebben we de directie niet gezien, maar in het hoofdkantoor werden we evengoed te woord gestaan. Zonder noemenswaardig resultaat, waardoor de buspassen een dure investering zijn gebleken.
Osaka is de derde stad van Japan, achter Tokyo en Yokohama, maar ondanks dit gegeven zijn er weinig toeristische bezienswaardigheden. Vandaar dat we de eerste dag in Osaka naar Universal Studios Japan zijn gegaan. En ook deze keer heeft Universal Studios mijn vertrouwen niet beschaamd. Enkele attracties waren spectaculair, de toegangsprijs was relatief goedkoop en de mensen waren vriendelijk. De beste attractie was zonder twijfel een achtbaan die zowel voor- als achteruit ging én waarin we 3 minuten lang naar One Direction konden luisteren. Heerlijk genieten van One Direction als je maag door elkaar geschud wordt. Dat is dubbelop! Vandaag werden we overigens niet minder dan 25 (!!!) keer gefotografeerd door Japanse schoolmeisjes en –jongens. Vaak gebeurde dit in de wachtrijen van een attractie, of gewoon op straat, maar altijd nadat ze het netjes aan ons hadden gevraagd. Wanneer we dan in het Japans terug antwoorden of simpelweg ‘konnichiwa’ zeiden wanneer ze ons enkele seconden te lang aanstaarden brak er een hysterisch geschreeuw en gegiebel los. En alweer hadden we voor even het gevoel in de schoenen van Justin Bieber, of iedere willekeurige B-artiest te staan. Nadat we de klok hadden rondgelopen in Universal Studios en de afsluitende lichtparade hadden gezien zijn we weer richting het hostel gegaan. De eerste dag in Osaka was een doorslaand succes! De tweede dag in Osaka zijn we naar het imponerende kasteel van Osaka gegaan. Helaas werd het kasteel ontsierd door allerlei moderne snufjes (lees: lift, metalen trap, e.d.), waardoor het veel charme had verloren. Daardoor was alleen het panorama uitzicht vanaf de bovenste verdieping echt de moeite waard. Verder zijn we in het aangrenzende park blijven hangen om A) te genieten van de zon die zich in Japan zuinig had laten zien en B) te genieten van de touwtjespring kunsten van enkele Japanse jongeren en één Japanse opa. De Japanse opa, geschatte leeftijd 65+, was zelfs in staat om een radslag door twee touwen te maken! ’s Avonds hebben we over de drukke en felverlichte Dotonbori gewandeld. Op de Dotondori zijn alle grote warenhuizen, kleine en goedkope restaurants en iedere zichzelf respecterende arcade gevestigd. Het was dus geen moeilijke opgave om ons hier enige tijd te vermaken. We hadden snel een goedkoop sushi restaurant gevonden en hebben we ook nog in een arcade basketbal gespeeld. Daarna zijn we met de nachtbus (helaas weer met Willer) naar Hiroshima gegaan. Waar ik eerder nog aangaf dat Willer Express de Greyhound van Japan is, wil ik die woorden graag intrekken. Willer Express mag niet eens in de schaduw van de Greyhound staan. En dan heb ik niet eens hele goede ervaringen met de Greyhound, toch Daniëlle?!?
Na wederom een nacht in een Willer Epress stoel doorgebracht (lees: opgevouwen gelegen) te hebben zijn Collin en ik ’s ochtends vroeg om 06.00 aangekomen in Hiroshima en hebben we, totaal gebroken, direct de JR trein naar Miyajima gepakt. Miyajima is een klein dorp op 20 kilometer buiten Hiroshima en was voor twee dagen onze uitvalsbasis om de doodeenvoudige reden dat alle hostels, hotels, appartementen en guest houses waren volgeboekt in Hiroshima. Het is namelijk Golden Week, een week waarin (letterlijk) alle Japanners enkele dagen vrij krijgen. Wij hebben Pasen, Pinksteren, Kerstmis en Koninginnedag verspreid over een langere periode, maar in Japan vinden ze het efficiënter om al deze dagen in één week te stoppen. Dus de Zwarte Zaterdag in de zomer op de Franse autowegen duurt hier ook een week. Maar goed, om een lang verhaal kort te maken. Wij hadden geen rekening gehouden met Golden Week, waardoor we dus in Miyajima belandden. Nadat we enkele uren slaaptekort hadden ingehaald zijn we laat in de ochtend terug naar Hiroshima gegaan. In Hiroshima was het uiteraard de alles verwoestende atoombom, die op 6 augustus 1945 de toenmalige stad met de grond gelijk maakte, die centraal stond. We zijn vanuit de A-Bomb Dome, een van de weinige gebouwen die de atoombom heeft overleefd en tevens het laatste gebouw dat nog dateert van voor 6 augustus 1945, door Peace Park gelopen richting een museum dat volledig gewijd is aan de ontwikkeling van de atoombom en de dodelijke gevolgen ervan. Veel fotomateriaal, unieke brieven en persoonlijke overblijfselen van mensen die getroffen zijn door de atoombom (lees: verkoolde broodtrommels, gescheurde kleren en zelfs een marmeren trap van een bankgebouw waarin de afdruk van een mens is gebrand door de atoombom) zorgen ervoor dat het een aangrijpend museum is. Nadat we enkele uren in het museum hadden doorgebracht zijn we in Peace Park blijven hangen om alles goed op ons te laten inwerken. Peace Park is een nagedachtenis aan de atoombom en lag slechts enkele meters van het episch centrum van de ontploffing vandaan, waardoor dit gedeelte van de stad het zwaarst getroffen is. Vervolgens hebben we een korte wandeling door Hiroshima gemaakt. Wanneer de stad niet door dit brute noodlot was getroffen had het hoogstwaarschijnlijk nooit de aantrekkingskracht op toeristen die het momenteel heeft. Want buiten het Peace Park en informatie over de atoombom heeft Hiroshima weinig om het lijf. Gelukkig kwamen we toevalligerwijs uit bij het Hiroshima Locodol Festival. We hebben hier een klein uur ‘genoten’ van enkele waardeloze Japanse artiesten die veel weg hadden van K3, maar door de slechte playback en evenzo slechte danspasjes niet eens in de schaduw van K3 mogen staan. Dat zegt voldoende. De één-na-laatste dag in Japan hebben we zo goed en zo kwaad als het kon uitgeslapen in de bunker van Miyajima. Het hostel zou niet misstaan als bunker in iedere willekeurige oorlogsfilm. Vergelijkbaar met het studentenhuis in Tilburg waar ik enkele maanden heb gezeten. Konden in Tilburg de ramen niet open, in dit hostel zaten niet eens ramen! Rond het middaguur zijn we met de ferry naar het heilige eiland van Miyajima gevaren. Dit eiland, één van de drie heilige plekken in Japan, is volgens de Japanners zo heilig dat er niemand mag sterven en geboren mag worden op het eiland. Doordat het Golden Week was in Japan en de zon volop scheen deze dag was het eiland volgepakt met voornamelijk Japanse toeristen. Mede daardoor steeg onze populariteitsbarometer naar ongekende hoogten vandaag. Zo werden we door 5 meisjes bestormd met de vraag of ze met ons op de foto mochten. Nou is dat de laatste dagen ‘normaal’ geworden, ware het niet dat ze ook nog verklaarden ‘fan’ van ons te zijn. Voor wat het waard is! Het ging zelfs zo ver dat ze handen met ons wilden schudden, wat op zich wel vreemd is… Daarna werden we door een ander groepje aangezien voor twee leden van One Direction. Ook dat compliment kun je maar gekregen hebben;-)! Nadat we op Miyajima nog enkele souvenirs voor het thuisfront hadden gekocht zijn we richting Hiroshima gegaan. De derde en laatste keer in een nachtbus van Willer Express.
Koninginnennacht in Japan was afgrijselijk! Niet alleen hadden we de nachtbus van Hiroshima naar Tokyo, we waren ook allebei ziek, waardoor we erbij liepen als twee zielige dakloze mannen. Tel daarbij op dat ik me al sinds Tokyo niet meer had geschoren en het plaatje is compleet. Nadat we (helaas) ook deze nacht weer een beroep op Willer Express hadden gedaan was onze haat-liefde verhouding voorbij toen we vroeg in de ochtend in Tokyo arriveerden. We zijn direct naar de Russische ambassade gegaan om onze paspoorten op te halen. Wonder boven wonder waren er nu geen noemenswaardige problemen. Nadat we de paspoorten weer in ons bezit hadden zijn we naar de Nederlandse ambassade gegaan om te kijken of er iets georganiseerd was voor de inhuldiging van Prins Pils of Koninginnedag. De Japanse beveiliger vroeg in eerste instantie of we een visum voor Nederland wilden aanvragen, maar toen we onze paspoorten lieten zien viel het kwartje snel. Er bleek een receptie te zijn tussen 20.00 en 23.00 waarop we besloten om dat langs ons heen te laten gaan. We waren te ziek om ons dood te vervelen op een receptie;-). Doordat we een lunchafspraak met Dai Obata hadden gemaakt konden we nog niet naar het hostel gaan om de verloren slaap in de halen. Daarop besloten we om naar het hoofdkantoor van Fujifilm te gaan om mijn camera na te laten kijken. Deze was namelijk stuk gegaan midden in de nacht in Kyoto en dat terwijl hij in een kluis lag. Helaas konden ze niets voor me doen, maar er is mij nog nooit zo vriendelijk en verontschuldigend verteld dat er niets voor me gedaan kon worden. De mensen van Fujifilm moesten bijna huilen en hebben zich talloze keren verontschuldigd voor hun gebrekkige Engels. Na een korte tussenstop bij het Olympische Stadion van Tokyo (OS 1964) en een aantal meters op de sintelbaan zijn we bij onze enige Japanse vriend, Dai Obata, langsgegaan. Dai had speciaal voor Koninginnedag een oranje stropdas omgedaan en nam ons mee naar een Japans restaurant voor de lunch. Na een lunch van ruim één uur namen we afscheid en zijn we terug naar het hostel gegaan. Collin heeft de rest van de dag geslapen terwijl ik door Yanaka district ben gelopen en met het doen van de was een avondvullend programma had.
Seoul
De reis naar Zuid-Korea begon laat in de ochtend toen we op de trein stapten van Ueno Park naar Tokyo-Narita Airport. De vlucht, zoals alle vluchten die ik tot nu toe in Azië heb gehad, verliep voorspoedig en vroeg in de middag landden we in Incheon, een stad die grenst aan Seoul. Seoul is qua inwonersaantal de tweede stad ter wereld. Met bijna 24 miljoen inwoners volgt het echter op gepaste afstand van Tokyo, maar is het evengoed immens. Ook het metronetwerk liegt er wederom niet om. In Seoul verbleven we in Hongdae, de studentenwijk van Seoul. En dat merkte we vooral in de avonduren, wanneer honderden studenten het nachtleven van de stad opzochten.
De eerste volle dag in Seoul zijn we vroeg opgestaan om de laatste visumaanvraag in te dienen. Mongolië was het laatste land waar we officieel nog niet toegelaten werden indien we de volgende dag de grens over wilden. Na een wandeling (en enkele metrohaltes) door Seoul kwamen we drie kwartier later aan bij de ambassade van Mongolië. Vol goede moed stapten we via de achterdeur de ambassade binnen, toen bleek dat we ons visumverzoek bij een ander gedeelte van het consulaat moesten doen. Dit gebouw lag 6 kilometer verderop en de klok was onze grootste tegenstander. Samen met een Australische Koreaan die ook een Mongolisch visum nodig had zijn we de taxi ingestapt. Inmiddels was het bijna 12.00, waardoor het een race tegen de klok werd of we ons visumverzoek konden doen. Immers, onze ervaring is dat de consulaten na de lunch geen visumverzoeken meer aannemen. Gelukkig kon Sean, een geniale naam voor een Aziatische man, ons gerust stellen nadat hij het consulaat had gebeld. Ze zouden na 14.00 ons visumverzoek nog aannemen. De visumaanvraag verliep in tegenstelling tot andere landen uitermate soepel. Formulier inleveren, paspoort en pasfoto afgeven, betalen en slechts 10 minuten later stonden we met een Mongolisch visum weer buiten. Het kan dus wel degelijk meneer van de Russische ambassade! Toen we de laatste ambassadedeur van onze reis achter ons dichtsloegen zijn we naar het stadhuis van Seoul gegaan, vanuit waar we onze eerste stappen door hartje Seoul zetten. Van het Deoksugung paleis naar het Gwanghwamun plein en ’s avonds toen de zon steeds lager ging staan hebben we de Cheonggyecheon afgelopen. Dit is een verlaagde voetgangerszone tussen twee drukke (snel)wegen van Seoul in. Een oase van rust. De 5,6 kilometer lange wandeling hebben we niet afgemaakt. Dit kwam voornamelijk doordat er een klas Koreaanse schoolkinderen over de stenen die in de rivier lagen gingen lopen. Eindresultaat: 1 natte leraar, 1 kind dat kopje onder is gegaan en 2 andere kinderen die een nat pak hebben gehaald. We hebben gelachen en dat is wat telt! Nadat we ruim 2 uur bij deze kunstmatig aangelegde rivier hadden gelopen, gezeten en genoten van de mensen zijn we terug naar Hongdae gegaan. We hebben voor de 2e maal bij ons ‘vaste’ studentenrestaurant gegeten. De volgende dag zijn we relatief laat richting het Gyeongbokgung paleis gelopen. Rond het middaguur kwamen we aan en omdat de Engelstalige tour pas om 13.30 begon zijn we nog door de aangrenzende Bukchon wijk gelopen. In Bukchon waan je je in het Seoul van 100 jaar geleden. De huizen dicht op elkaar gebouwd, vaak maar een verdieping hoog, en geen mogelijkheid voor gemotoriseerd verkeer om zich er te verplaatsen. Wij hadden toevalligerwijs een hoger gelegen punt gevonden waar we over de volgepakte wijk konden uitkijken. Van boven leek het een groot golvend geheel aan dakpannen. Daarna zijn we naar het paleis teruggelopen en hebben we samen met een groep Amerikaanse, veelal kreupele, ex-militairen de tour gevolgd. Aangezien het aantal Engelstalige toeristen (60) niet bevorderlijk was voor de tour zijn we in het midden uitgestapt. Het paleis was groot en had veel mooie oude beschilderde gebouwen. We hebben er ongeveer 2 uur rondgelopen voordat we op zoek gingen naar de stadsmuren die we echter nooit gevonden hebben. Daarna zijn we naar het World Cup stadion gegaan waar we onszelf toegang verschaften door via allerlei sluiproutes binnen te komen. Op een gegeven moment stonden we oog in oog met een borstbeeld van Guus Hiddink in de lounge van de hoofdingang. En gelukkig voor ons kon het nog veel gekker! We hadden namelijk vrij spel in zowel de uit- als thuiskleedkamer van het stadion, de persruimte, de spelerstunnel, en gedeeltelijk op het veld. We konden het veld betreden en in de dug-outs plaatsnemen, zonder dat er ook maar één beveiliger ons aansprak. Vervolgens hebben we nog ruim drie kwartier door een vrijwel leeg stadion gewandeld en hebben we in het washok van de plaatselijke FC een mooi souvenir op de kop getikt-). Ik voelde me op sommige momenten net Alberto Stegeman. We konden zelfs in de presidentiële lounge komen. Sterker nog, we hadden meer moeite om het stadion uit de komen dan dat we erin zijn gekomen. Daarvoor moesten we namelijk de weg vragen! Voor de derde keer op rij hebben we bij ‘ons’ studentenrestaurant gegeten.
De volgende dag stond een bezoek aan de grens tussen Zuid- en Noord-Korea op de agenda. Samen met Cyprus is Korea het enige land ter wereld dat gescheiden is door een demilitaire zone (DMZ), waarbij de VN een belangrijke stabiliserende rol spelen. Het is een understatement om te zeggen dat er meer spanning heerst rondom deze grens vergeleken met Cyprus. Zeker gedurende de afgelopen paar maanden. Deze dag brachten we een bezoek aan Panmunjom, een VN gebouw dat zowel in Zuid- als Noord-Korea ligt en waarin nog altijd vredesonderhandelingen plaatsvinden. In het midden van dit VN gebouw staat, precies op de grens, een tafel waarin de Noord-Koreanen aan de noordelijke 3 stoelen plaatsnemen en de Zuid-Koreanen aan de zuidelijke drie stoelen en waarin Ban-Ki Moon precies in het midden zit tijdens vergaderingen. Doordat dit gebouw letterlijk op de grens ligt konden we ook een paar meter Noord-Korea inwandelen. De Zuid-Koreaanse gids waarschuwde ons dat we de deur van het gebouw aan noordelijke zijde niet mochten uitlopen uit angst dat de Noord-Koreanen je dan in het land hielden. Uiteraard was dit lichtelijk overdreven, omdat er deze dag slechts één Noord-Koreaanse soldaat op wacht liep buiten. Vroeg in de ochtend moesten we ons, met paspoort in de aanslag, melden bij de opstapplaats. Met de bus zijn we richting Panmunjom gereden. Onderweg kregen we instructies over wat we wel, maar ook vooral niet mochten doen als we in de DMZ waren. Zo mochten we geen foto’s maken, wijzen, zwaaien of ieder ander handgebaar naar de Noord-Koreaanse zijde maken of dichter dan 1 meter bij een Zuid-Koreaanse soldaat komen. Iedere toereiking naar Noord-Korea zou als propagandamiddel kunnen worden gebruikt en dat willen de Zuid-Koreanen en de VN ten alle tijden voorkomen. Naarmate we dichter bij de DMZ kwamen werd de grens tussen Zuid- en Noord-Korea ook steeds beter zichtbaar. Kilometers lang prikkeldraad en talloze wachtposten markeren de grens. En aan de overkant van de rivier doemt een kaal bergachtig Noord-Korea op. Ze hebben namelijk alle bomen weggehaald in Noord-Korea. Volgens onze gids om de eigen bevolking beter in de gaten te kunnen houden. Toen we eenmaal bij de DMZ aankwamen werden onze paspoorten door een VN soldaat gecontroleerd. De DMZ is de 4 kilometer brede en bijna 300 kilometer lange grens tussen Zuid- en Noord-Korea. Binnen de DMZ zijn slechts 2 dorpen, één aan iedere zijde, waarin ongeveer 220 mensen wonen. In het dorp aan Noord-Koreaanse zijde woont niemand. Dit is alleen als propagandadorp gebouwd. Verder is er niets, behalve natuur. Nadat we 2 kilometer de DMZ waren ingereden werden onze paspoorten voor een tweede maal gecontroleerd en werden we overgeplaatst naar een andere bus met twee gewapende militairen die ons zouden begeleiden. Toen we een tweede briefing over het gebied en de geschiedenis van de oorlog hadden gehad werden we onder begeleiding van een legerjeep naar Panmunjom geëscorteerd. In Panmunjom staan drie VN gebouwen, één gebouw aan Zuid-Koreaanse zijde en lijnrecht daartegenover één gebouw aan Noord-Koreaanse zijde. De soldaten van Zuid-Korea kijken continue, met geblindeerde zonnebril, naar het noorden om de ‘vijand’ in de gaten te houden. De Noord-Koreaanse soldaten doen met grote verrekijkers precies het tegenovergestelde. Doordat we ons aan een strak tijdschema hielden konden we ongeveer 10 minuten in het VN gebouw rondlopen en zodoende dus ook aan Noord-Koreaanse zijde wandelen. In Panmunjom zijn we op de foto geweest met twee uitdrukkings- en roerloze Zuid-Koreaanse soldaten, waarna we weer naar een ‘veiliger’ gebied werden gebracht buiten de DMZ. Het is een surrealistisch gebeuren wat er zich dagelijks afspeelt op de grens. Uiteraard hadden we een gekleurde subjectieve gids, maar de feiten die ze over Noord-Korea en de situatie tussen de twee landen kon voorleggen doen je pas beseffen hoe gestoord de leiders van het communistische land zijn. Hele bergen kaal kappen, kilometers lange tunnels graven naar Zuid-Korea om de president te vermoorden en een verrassingsaanval te plegen. Toeristen als propagandamiddel gebruiken, etc. De situatie is het beste te beschrijven als surrealistisch. Nadat we weer in Seoul waren zijn we naar de N Seoul Tower gegaan vanaf waar we in de late namiddag en vroege avond een mooi uitzicht hadden over de stad. Vanaf dit hoger gelegen punt bleek nog maar eens hoe groot Seoul is. ’s Avonds zijn we voor de 4e keer, bijna als kind aan huis, bij ‘ons’ studentenrestaurant gaan eten en daarna zijn we gaan stappen in Club Cocoon. Het stappen in Seoul is niet te vergelijken met stappen in Nederland. Hier wordt namelijk alleen maar gedanst door de mensen en drinkt er vrijwel niemand iets. De laatste dag in Seoul zijn we vroeg in de middag naar het Olympisch Park gegaan. De metrorit duurde meer dan 45 minuten, maar uiteindelijk stapte we uit bij het mooie en drukke OS park. Hier hebben we rondgelopen en zijn we naar een handbalwedstrijd uit de profcompetitie van Korea geweest en hebben we een tenniswedstrijd bijgewoond. Alle stadions van de OS 1988 worden nog gebruikt. Jammer genoeg konden we het olympisch stadion van Seoul niet vinden. Later bleek dat dat op een andere plek in de stad stond die we wel vanuit de metro konden zien liggen. Het zal jullie niet verbazen dat we ook de laatste avond bij hetzelfde studentenrestaurant zijn gaan eten. We zijn nogal van de tradities zullen we maar zeggen;-)!
Vanochtend zijn we van Seoul naar Shanghai gevlogen. Nadat we aankwamen in China en probleemloos door de douane liepen hebben we de magneettrein naar het centrum van Shanghai gepakt. Deze hogesnelheidstrein gaat ruim 300 km/u. Daardoor waren we binnen enkele minuten in hartje Shanghai. Helaas is het vooralsnog regenachtig weer in China. Vandaar dat we alleen over East Nanjing Road hebben gelopen op zoek naar nieuwe schoenen. De zoektocht is vooralsnog niet geslaagd, maar morgen weer een nieuwe kans!
Wordt vervolgd…
Maarten
Het aftellen is al enige weken geleden begonnen, maar het grootste avontuur ligt nog voor me in het verschiet: de trans-Mongolië express! Sinds mijn vertrek uit Hong Kong zijn we enkele weken in Japan geweest en een krappe week in Zuid-Korea. Momenteel verblijven we in het regenachtige Shanghai. Een goed moment om jullie voor een derde keer op de hoogte te brengen van mijn avonturen in Azië…
Japan
De reisdag naar Japan begon vroeg. Om 06.00 stonden Collin en ik bij de bushalte te wachten op de bus richting Hong Kong International Airport. Vaak hebben we al tegen elkaar gezegd dat we geen ochtendvluchten meer zouden boeken, maar evenzo vaak speelde de prijs een cruciale en doorslaggevende factor, waardoor we op de meest onorthodoxe tijdstippen ons bed uit kunnen om een vlucht te halen. Na ruim 4 uur in de lucht gezeten te hebben landden we op Tokyo-Narita. Narita is een kleine stad op bijna 70 kilometer van Tokyo waar om een onduidelijke reden het internationale vliegveld van Tokyo is gevestigd. Maar goed, deze reis heb ik me al vaker verbaasd over de ligging van sommige vliegvelden. Voordeel van de anderhalf uur durende treinrit naar hartje Tokyo was dat we het landschap van Japan aan ons voorbij konden zien glijden. Het meest opvallende: een ouderwetse Hollandse molen en diverse tulpenvelden. Kennelijk zijn de banden tussen Nederland en Japan sterk en ik kan jullie mededelen dat we daar weinig afbreuk aan hebben gedaan! Sterker nog, we hebben het voor elkaar gekregen om een Japanse zakenman een oranje stropdas aan te meten tijdens Koninginnedag! Nadat we laat in de middag in Tokyo waren aangekomen en ons hadden ingecheckt hebben we ’s avonds een honkbaltraining van een plaatselijk jeugdteam in Ueno Park bekeken. Vanzelfsprekend hebben we de eerste avond in Japan doorgebracht aan de lopende band van een sushi restaurant. Een plek die gedurende de twee weken in Japan zou gaan aanvoelen als thuis op de bank…
Tokyo is de grootste stad van Japan en tevens het economische hart van het land. Samen met New York, Londen en Parijs is Tokyo één van de vier moderne metropolen. Bovendien is dit zonder twijfel de grootste stad waar ik ooit ben geweest. Niet heel verwonderlijk, Tokyo is namelijk de grootste stad ter wereld. Tokyo telt 34,6 miljoen inwoners. Ter vergelijking: Canada, het op-één-na-grootste land ter wereld, telt minder inwoners! Je mag dus met recht zeggen dat de stad gigantisch is! Alleen al het aantal metrolijnen overstijgt eenvoudig het aantal straten in Soerendonk en dan tel ik de sluiproute tussen de kerk en Jaco mee;-)! De eerste dag zijn we vroeg in de ochtend naar de grootste vismarkt van Tokyo gegaan: Tsukji. Na een metrorit van meer dan 45 (!!!) minuten kwamen we rond de klok van 09.00 aan op de plaats van bestemming. Doordat we relatief ‘laat’ waren was de chaos die normaal gesproken om 04.00 begint ten einde. Zodoende konden we ons eenvoudig manoeuvreren in de loods waarin iedereen op de vierkante meter zijn vis probeert te slijten. Toen we lang genoeg in de vislucht hadden gelopen zijn we naar Ginza, centraal Tokyo, gegaan. Nadat we door Ginza hadden gewandeld ondernamen we poging #1 om een Russisch visum te bemachtigen. Deze poging was bij voorbaat gedoemd om te mislukken, omdat we een handgeschreven formulier hadden en in Japan, hoe kan het ook anders, alleen elektronische formulieren worden verwerkt. Onze laatste hoop op een visumapplicatie deze dag was de Nederlandse ambassade die op een steenworp afstand van de Russische ambassade lag. Maar zoals het een goede landgenoot betaamd deden ze niet open. Bedankt voor niets Koninkrijk der Nederlanden! Na deze kleine domper zijn we Tokyo Tower opgeklommen en hadden we een schitterend uitzicht over de immense stad. Vanaf een hoger gelegen punt wordt pas duidelijk hoe buitenproportioneel groot Tokyo is! In de namiddag hebben we nog een kort bezoek gebracht aan de Tokyo Stock Exchange, voor de RTL-Z volgers onder mijn lezerspubliek, de Nikkei Index. In de avond zijn we na onze dagelijkse portie sushi door het neonverlichte Akihabara terug naar het hostel gegaan. De volgende dag liep poging #2 om een Russisch visum te bemachtigen ook uit op een deceptie. Dit keer hadden we de formulieren wel elektronisch ingevuld, maar hadden we het op een verkeerde manier uitgeprint. De Russen blinken nou niet bepaalt uit in hun communicatie. Nu snap ik ook waarom de Koude Oorlog zo lang heeft moeten duren. Maar goed, het enige wat we moesten doen was het formulier opnieuw uitprinten. Makkelijker gezegd dan gedaan uiteraard. We moesten naar een internetcafé, maar de eerste twee taxichauffeurs die we aanhielden konden geen Engels, en hetzelfde gold voor de twee eerstvolgende bedrijven waar we binnenliepen. Zelfs het woord computer snapten de Japanners niet en dat terwijl ze dat ding praktisch zelf hebben uitgevonden. Pech leek ons te achtervolgen, totdat we aanklopten bij Dai Obata. Deze makelaar had in Californië gestudeerd en sprak vloeiend Engels. Gelukkig mochten wij gebruik maken van zijn computer en printer, waardoor we 20 minuten later met de borst vooruit weer de Russische ambassade binnenstapten. Dai heeft de Wet van Murphy doorbroken! Bij de Russische ambassade kregen we vervolgens weer een uitbrander omdat we onze pasfoto’s niet hadden vastgeplakt en het formulier niet hadden ondertekend, maar uiteindelijk zijn we erin geslaagd om de aanvraag van het visum rond te krijgen. Na deze hopeloze bureaucratie konden we ons leven als toeristen in Tokyo weer oppakken. We zijn naar het drukste metrostation, met meer dan 2 miljoen reizigers per dag, van Tokyo gegaan: Shinjuku. Vervolgens hebben we in de wijk Shinjuku rondgelopen. Deze grote wijk in Tokyo is verdeeld in twee delen. Deel 1 is het zakendistrict van Tokyo, met tientallen wolkenkrabbers, en deel 2 is het oude gedeelte van de stad met nauwe steegjes. Het is trouwens opvallend dat Tokyo, ondanks haar grootte en dure grondprijzen, relatief weinig hoge wolkenkrabbers telt. Dit zal alles te maken hebben met de aardbevingsgevoeligheid van Japan. Daarna ben ik naar Yoyogi Park gelopen en door naar Shibuya waar het drukste kruispunt van Tokyo is. Toen ik overstak deden dat ruim 3000 (!!!) mensen dat samen met mij binnen enkele seconden. ’s Avonds zijn we wederom door Akihabara, het comic en electronic district van Tokyo, gelopen. Hier hebben we onze grootste relikwieën tot nu toe gekocht, twee Japanse Pokémon kaarten. Verder hebben we onze tijd doorgebracht in een van de vele arcades die Tokyo rijk is. In Japan doen volwassen mannen Pokémon tegen elkaar spelen, staan zakenmannen zwetend in pak op dansplaten of spelen ze als bloedfanatieke kinderen Streetfighter tegen elkaar. Waarom? Gewoon, omdat het kan! Diezelfde avond hebben we nog geprobeerd om een karaokebar te vinden, maar we kwamen uit bij de verkeerde wijk in het noordoosten van de stad, terwijl we eigenlijk in het zuidwesten moesten zijn. Een ongelogen verhaal! We moesten namelijk naar Akasaka en we stapten uit bij Asakusa. Kunnen wij er iets aan doen dat alle namen op elkaar lijken. Ik mis de doodnormale dorpstraat, nieuwstraat, etc. De volgende dag stonden en twee culturele activiteiten op het programma: de tuinen van het Imperial Palace en Tokyo FC. Nadat we laat in de ochtend een uur door de tuinen van het Imperial Palace hadden rondgelopen en, doordat de kersenbloesem nog niet volledig tot bloei was gekomen, enigszins teleurgesteld de eeuwenoude toegangspoorten uitliepen zijn we naar het stadion van Tokyo FC gegaan om de kraker tegen Nagoya Grampus Eight te zien. De reis naar het stadion was een avontuur op zich. Het duurde bijna anderhalf uur (!!!) voordat we bij het stadion waren. Evengoed waren we nog steeds in Tokyo! Onderweg hadden we ook het geluk dat we een man en zijn zoontje tegenkwamen die naar het stadion gingen, zodat we hen eenvoudig konden volgen en niet een verkeerde trein in zouden stappen. Eenmaal bij het stadion kochten we een ticket en zijn we op de staantribune, tussen de harde kern van Tokyo FC, gaan staan. Het niveau van de J-League is niet hoog en Tokyo FC had al 4 wedstrijd achtereen verloren, maar gelukkig had de club een verdwaalde Braziliaan, Lucas, in de gelederen die het uitgerekend deze dag op zijn heupen had gekregen. De beste man verzilverde twee penalty’s, gaf talloze steekpasses en schoot kiezelhard tegen de kruising, én was daarmee uiteraard de man van de wedstrijd. De enige neger op het veld en daardoor de enige speler die met recht kon zeggen dat hij het meeste van Pelé weg had kon geen potten breken. Na een boeiende wedstrijd en 2 keer 45 minuten geschreeuw, gezang, geklap én het ‘You’ll Never Walk Alone’ zijn we met een 4-1 overwinning op zak richting het centrum van Tokyo gegaan. Een opmerkelijke rol was trouwens weggelegd voor één Japanner in het stadion die het voor elkaar kreeg om bij iedere keer dat hij iets zei de hele harde kern mee te krijgen. Dankzij de beste man spreken we tegenwoordig een aardig woordje Japanse voetbaltaal. Helaas gooide na de wedstrijd regen roet in het eten, waardoor we ’s avonds enkel wat sushi bij onze favoriete Japanner hebben gegeten.
Nadat we een aantal dagen in Tokyo hadden doorgebracht zijn we de twee dagen daarop naar enkele kleine plaatsen in de buurt van Tokyo gegaan. De eerste dagtrip was naar Nikko. Vroeg in de ochtend hebben we het regenachtige Tokyo verruild voor het besneeuwde (!!!) Nikko. Nikko is een eeuwenoude stad waar de tempelcomplexen dateren van het midden van de 16e eeuw. Dit UNESCO werelderfgoed was bijzonder om een keer gezien te hebben. Ondanks de ijzige kou, mijn lekkende schoenen en daardoor drijfnatte sokken, en de miezerbuien was het een geslaagde dag in Nikko. We hebben diverse tempels en mausolea bezocht en zijn laat in de middag weer richting Tokyo gegaan. Omdat ons heenticket ruim 1300 Yen kostte, besloten we om vanaf dat moment te gaan bezuinigen daar waar mogelijk. Dit was de spreekwoordelijke druppel. Dat betekende af en toe ook dingen doen die ‘officieel’ niet mogen. Zodoende hebben we een ticket van 130 Yen naar Tokyo genomen. Eigenlijk mag dit niet, maar de vlugge rekenaar merkt op dat we binnen enkele seconden bijna 1200 Yen, ongeveer 10 euro besparen. Voor mensen die nog naar Japan willen reizen en deze bespaartip serieus nemen een korte uitleg;-). In Japan moet je het precieze bedrag op een kaartje zetten voor het station waar je naartoe gaat. Dat kaartje wordt bij het eerste station, je startpunt, afgestempeld en moet je weer tonen bij het eindstation. Wanneer het bedrag precies klopt sta je binnen enkele seconden weer buiten. Wanneer je bijvoorbeeld 1 station verder moet koop je een kaartje voor 130 Yen, maar wij moesten bijvoorbeeld 20 stations verder waardoor de prijs opliep. Nadeel: de poortjes bij het eindstation gaan niet open. Maar goed, dat zijn slappe klaphekjes waar we eenvoudig doorheen kunnen lopen. In de praktijk geldt dus, voor 130 Yen kom je in vrijwel heel Japan! Gelukkig zijn de Japanners goed opgevoed en werkt dit systeem feilloos door de goudeerlijke Japanners. Daardoor kunnen wij er ook van profiteren, maar daar zijn we niet trots op;-). ’s Avonds zijn we weer naar het drukste kruispunt van Tokyo en waarschijnlijk Japan gegaan in Shinbuya. Ook deze keer was het geen probleem om iemand kwijt te raken in de mensenmassa. De volgende dag zijn we vroeg opgestaan om een sumoworstel training te bekijken. Bij de ‘beya’ die ons was aangeraden om te gaan kijken werden we niet binnengelaten omdat we geen Japanstalige gids bij ons hadden. Na een aantal mensen aangesproken te hebben op straat en het zelfs met een Japanse jongen bij een volgende beya geprobeerd te hebben waarschuwde een Engels-Japanse oma ons voor het feit dat we hoogstwaarschijnlijk nergens binnengelaten werden, omdat men huiverig geworden was voor toeristen. Daarom zijn we overgestapt op plan B, de Arashio beya die we zelf via internet gevonden hadden. En daar konden we wel een training bijwonen. Achter glas weliswaar, maar we konden alles horen, zien en zelfs ruiken. Het enige nadeel was dat we buiten in de wind stonden. We waren gelukkig wel de enige niet-Japanners en na de training mochten we zelfs met een sumoworstelaar op de foto. Daarna zijn we, we hadden veel tijd verloren met ons rondje door Ryogoku, naar Kamakura gegaan. Deze kleine kuststad ligt op een uur van Tokyo en is voornamelijk beroemd door haar tempels gelegen in de heuvels van de stad. Ook deze keer hadden we gekozen voor een goedkoop ticket. We moesten immers blijven bezuinigen. Aangekomen in Kamakura hebben we een fiets gehuurd en zijn we naar het strand gefietst. Het overheerlijke stokbrood dat we in een lokale bakkerij hadden gekocht werd zonder pardon door een havik in duikvlucht uit mijn handen geplukt. Het was weg voor in er erg in had. Daarna zijn we naar een levensgrote Boeddha gefietst en hebben we nog verschillende tempels bezichtigd. Hierdoor heb ik heuvelop mijn klimkilometers weer gepakt, zodat ik eind augustus in het Limburgse heuvelland weer tegenstand kan bieden aan bepaalde personen;-). Na een kleine tour door de heuvels van Kamakura zijn we via Yokohama terug naar Tokyo gegaan.’s Avonds in Tokyo hebben we rondgelopen in Shinjuku voordat we met de slaapbus naar Kyoto vertrokken.
Na een nachtelijke rit met de Greyhound van Japan, Willer Express, kwamen we vroeg in de ochtend aan in Kyoto. Kyoto is een van de vele oude hoofdsteden van Japan en staat vooral bekend om een overvloed aan tempels, pagoda’s en gewijde plekken. Kyoto staat volledig in de schaduw van Tokyo, zowel qua grootte als qua aantrekkingskracht, maar is wel een van de meest plezierige steden van Japan om te verblijven. Verder staat Kyoto bekend om haar tradities. Zo zijn er in Gion, een wijk in de binnenstad van Kyoto, Geisha, Geiko en Maiko vrouwen te vinden. Deze vrouwen kleden zich op traditionele Japanse wijze, schilderen hun gezicht wit en vormen gezelschap voor de plaatselijke zakenmannen. Een soort traditionele prostituees, alleen dan met een bovengemiddelde dosis aanzien. Niet voor niets wordt het in Japan nog altijd als een eervol bestaan gezien. Echter is het wel een zeldzaamheid om deze vrouwen tegen het lijf te lopen. Mijn teller is blijven steken op 5, waaruit ik kan concluderen dat ik bijzonder veel geluk heb gehad. Verder zal het jullie niet veel verbazen dat we in Kyoto veel tempels hebben bezocht. Van de Toji tempel, met de hoogste pagoda van Japan en haar schitterende kersenbloesemtuinen, tot de Silver Pavillion, een zilveren tempel in de pittoreske heuvelachtige omgeving aan de rand van Kyoto, en de Golden Pavillion. Een gouden tempel die blinkt in de zon en weerkaatst in het naastgelegen water. Ook hebben we de Philosopher’s Walk gelopen, maar om nou te zeggen dat ik me daarna een verlichter mens voelde… In tegenstelling tot het Imperial Palace in Tokyo is de naamgenoot in Kyoto wel toegankelijk voor toeristen. Echter dient men dan van te voren een toelatingsverzoek in te dienen. Aangezien wij dit niet hadden gedaan verkozen we een honkbalwedstrijd in het aangrenzende park boven verdere pogingen om alsnog binnen te komen. Traditiegetrouw hebben we ook de eerste avond in Kyoto sushi gegeten en zijn we boven onszelf uitgestegen in een arcade getuige een nieuw basketbalrecord. Enkele minuten later bleek dit record niet veel waard te zijn toen een Japanner in zijn eerste beurt én met een koude arm mijn record direct weer verpulverde. Door aanhoudende regen viel de tweede dag in Kyoto letterlijk in het water, waardoor we enkel ‘binnenactiviteiten’ hebben ondernomen. Zo hebben we een Boeddhistische mis bijgewoond in de Chion-in tempel en zijn we naar het Nijojo kasteel gegaan. Bij het Nijojo kasteel hebben we onze bespaartechnieken naar een hoger niveau getild. Aangezien Collin, met zijn babyhuid en guitige snoet, door kan gaan voor < 18 jaar pakken we voor enkele bezienswaardigheden middelbare scholierenkorting. Gezien de staat van mijn schoenen is het ook geen overbodige luxe om overal waar kan geld te besparen, zodat ik binnenkort nieuwe kan kopen. Inmiddels zijn mijn zolen dermate afgesleten dat ik provisorisch tape aan de onderkant van mijn zolen heb geplakt om de gaten te dichten. Zo lang het niet regent of niemand de straten schoonspuit met een hoge druk spuit kan ik de komende weken nog vooruit;-). De laatste ochtend in Kyoto ben ik vroeg naar de Fushimi Shrine gegaan. Deze tempel staat bekend om het pad dat er naartoe leidt. Het pad is namelijk overdekt door honderden en misschien wel duizenden tori’s, oftewel heilige poorten. Je loopt als het ware in een tunnel van houten poorten. Zonder enige twijfel was dit het mooiste wat ik in Kyoto heb gezien. Na een korte wandeling door oud Kyoto zijn we met de trein naar Nara gegaan. Nara is (ook) een oude hoofdstad van Japan en heeft een van de grootste stadsparken van het land. In het stadspark van Nara verblijven honderden tamme herten die een grote toeristische trekpleister vormen en die zich ook graag laten voeden door toeristen. Verder heeft Nara de grootste Boeddha van Japan en nog enkele mooie tempels in de heuvelachtige omgeving. Na een 3 uur durende wandeling door Nara park en een, gratis, bezoek aan de grootste tempel van de stad zijn we met de trein naar Osaka gegaan. Dat gratis bezoek kwam doordat we de achteringang hadden genomen. Normaal gesproken vertrek ik altijd via de achterdeur;-). Inmiddels mogen we ons doorgewinterde bespaarders noemen. Helaas is Collin op weg van Kyoto naar Nara gecontroleerd, anders hadden we financieel gezien een uitstekende dag achter de rug. Nadat we vroeg in de avond in Osaka aankwamen zijn we naar het hoofdkantoor van Willer Express gegaan. We waren het namelijk niet eens met de gang van zaken omtrent de aangeschafte buspas. A) was er geen busverbinding tussen Kyoto en Osaka mogelijk en B) konden we geen gebruik maken van de buspas in de ochtend van 30 april, omdat dit tijdstip bij de 29e wordt meegerekend. Daarom wilden we een hartig woordje spreken met de directie van Willer. Uiteraard hebben we de directie niet gezien, maar in het hoofdkantoor werden we evengoed te woord gestaan. Zonder noemenswaardig resultaat, waardoor de buspassen een dure investering zijn gebleken.
Osaka is de derde stad van Japan, achter Tokyo en Yokohama, maar ondanks dit gegeven zijn er weinig toeristische bezienswaardigheden. Vandaar dat we de eerste dag in Osaka naar Universal Studios Japan zijn gegaan. En ook deze keer heeft Universal Studios mijn vertrouwen niet beschaamd. Enkele attracties waren spectaculair, de toegangsprijs was relatief goedkoop en de mensen waren vriendelijk. De beste attractie was zonder twijfel een achtbaan die zowel voor- als achteruit ging én waarin we 3 minuten lang naar One Direction konden luisteren. Heerlijk genieten van One Direction als je maag door elkaar geschud wordt. Dat is dubbelop! Vandaag werden we overigens niet minder dan 25 (!!!) keer gefotografeerd door Japanse schoolmeisjes en –jongens. Vaak gebeurde dit in de wachtrijen van een attractie, of gewoon op straat, maar altijd nadat ze het netjes aan ons hadden gevraagd. Wanneer we dan in het Japans terug antwoorden of simpelweg ‘konnichiwa’ zeiden wanneer ze ons enkele seconden te lang aanstaarden brak er een hysterisch geschreeuw en gegiebel los. En alweer hadden we voor even het gevoel in de schoenen van Justin Bieber, of iedere willekeurige B-artiest te staan. Nadat we de klok hadden rondgelopen in Universal Studios en de afsluitende lichtparade hadden gezien zijn we weer richting het hostel gegaan. De eerste dag in Osaka was een doorslaand succes! De tweede dag in Osaka zijn we naar het imponerende kasteel van Osaka gegaan. Helaas werd het kasteel ontsierd door allerlei moderne snufjes (lees: lift, metalen trap, e.d.), waardoor het veel charme had verloren. Daardoor was alleen het panorama uitzicht vanaf de bovenste verdieping echt de moeite waard. Verder zijn we in het aangrenzende park blijven hangen om A) te genieten van de zon die zich in Japan zuinig had laten zien en B) te genieten van de touwtjespring kunsten van enkele Japanse jongeren en één Japanse opa. De Japanse opa, geschatte leeftijd 65+, was zelfs in staat om een radslag door twee touwen te maken! ’s Avonds hebben we over de drukke en felverlichte Dotonbori gewandeld. Op de Dotondori zijn alle grote warenhuizen, kleine en goedkope restaurants en iedere zichzelf respecterende arcade gevestigd. Het was dus geen moeilijke opgave om ons hier enige tijd te vermaken. We hadden snel een goedkoop sushi restaurant gevonden en hebben we ook nog in een arcade basketbal gespeeld. Daarna zijn we met de nachtbus (helaas weer met Willer) naar Hiroshima gegaan. Waar ik eerder nog aangaf dat Willer Express de Greyhound van Japan is, wil ik die woorden graag intrekken. Willer Express mag niet eens in de schaduw van de Greyhound staan. En dan heb ik niet eens hele goede ervaringen met de Greyhound, toch Daniëlle?!?
Na wederom een nacht in een Willer Epress stoel doorgebracht (lees: opgevouwen gelegen) te hebben zijn Collin en ik ’s ochtends vroeg om 06.00 aangekomen in Hiroshima en hebben we, totaal gebroken, direct de JR trein naar Miyajima gepakt. Miyajima is een klein dorp op 20 kilometer buiten Hiroshima en was voor twee dagen onze uitvalsbasis om de doodeenvoudige reden dat alle hostels, hotels, appartementen en guest houses waren volgeboekt in Hiroshima. Het is namelijk Golden Week, een week waarin (letterlijk) alle Japanners enkele dagen vrij krijgen. Wij hebben Pasen, Pinksteren, Kerstmis en Koninginnedag verspreid over een langere periode, maar in Japan vinden ze het efficiënter om al deze dagen in één week te stoppen. Dus de Zwarte Zaterdag in de zomer op de Franse autowegen duurt hier ook een week. Maar goed, om een lang verhaal kort te maken. Wij hadden geen rekening gehouden met Golden Week, waardoor we dus in Miyajima belandden. Nadat we enkele uren slaaptekort hadden ingehaald zijn we laat in de ochtend terug naar Hiroshima gegaan. In Hiroshima was het uiteraard de alles verwoestende atoombom, die op 6 augustus 1945 de toenmalige stad met de grond gelijk maakte, die centraal stond. We zijn vanuit de A-Bomb Dome, een van de weinige gebouwen die de atoombom heeft overleefd en tevens het laatste gebouw dat nog dateert van voor 6 augustus 1945, door Peace Park gelopen richting een museum dat volledig gewijd is aan de ontwikkeling van de atoombom en de dodelijke gevolgen ervan. Veel fotomateriaal, unieke brieven en persoonlijke overblijfselen van mensen die getroffen zijn door de atoombom (lees: verkoolde broodtrommels, gescheurde kleren en zelfs een marmeren trap van een bankgebouw waarin de afdruk van een mens is gebrand door de atoombom) zorgen ervoor dat het een aangrijpend museum is. Nadat we enkele uren in het museum hadden doorgebracht zijn we in Peace Park blijven hangen om alles goed op ons te laten inwerken. Peace Park is een nagedachtenis aan de atoombom en lag slechts enkele meters van het episch centrum van de ontploffing vandaan, waardoor dit gedeelte van de stad het zwaarst getroffen is. Vervolgens hebben we een korte wandeling door Hiroshima gemaakt. Wanneer de stad niet door dit brute noodlot was getroffen had het hoogstwaarschijnlijk nooit de aantrekkingskracht op toeristen die het momenteel heeft. Want buiten het Peace Park en informatie over de atoombom heeft Hiroshima weinig om het lijf. Gelukkig kwamen we toevalligerwijs uit bij het Hiroshima Locodol Festival. We hebben hier een klein uur ‘genoten’ van enkele waardeloze Japanse artiesten die veel weg hadden van K3, maar door de slechte playback en evenzo slechte danspasjes niet eens in de schaduw van K3 mogen staan. Dat zegt voldoende. De één-na-laatste dag in Japan hebben we zo goed en zo kwaad als het kon uitgeslapen in de bunker van Miyajima. Het hostel zou niet misstaan als bunker in iedere willekeurige oorlogsfilm. Vergelijkbaar met het studentenhuis in Tilburg waar ik enkele maanden heb gezeten. Konden in Tilburg de ramen niet open, in dit hostel zaten niet eens ramen! Rond het middaguur zijn we met de ferry naar het heilige eiland van Miyajima gevaren. Dit eiland, één van de drie heilige plekken in Japan, is volgens de Japanners zo heilig dat er niemand mag sterven en geboren mag worden op het eiland. Doordat het Golden Week was in Japan en de zon volop scheen deze dag was het eiland volgepakt met voornamelijk Japanse toeristen. Mede daardoor steeg onze populariteitsbarometer naar ongekende hoogten vandaag. Zo werden we door 5 meisjes bestormd met de vraag of ze met ons op de foto mochten. Nou is dat de laatste dagen ‘normaal’ geworden, ware het niet dat ze ook nog verklaarden ‘fan’ van ons te zijn. Voor wat het waard is! Het ging zelfs zo ver dat ze handen met ons wilden schudden, wat op zich wel vreemd is… Daarna werden we door een ander groepje aangezien voor twee leden van One Direction. Ook dat compliment kun je maar gekregen hebben;-)! Nadat we op Miyajima nog enkele souvenirs voor het thuisfront hadden gekocht zijn we richting Hiroshima gegaan. De derde en laatste keer in een nachtbus van Willer Express.
Koninginnennacht in Japan was afgrijselijk! Niet alleen hadden we de nachtbus van Hiroshima naar Tokyo, we waren ook allebei ziek, waardoor we erbij liepen als twee zielige dakloze mannen. Tel daarbij op dat ik me al sinds Tokyo niet meer had geschoren en het plaatje is compleet. Nadat we (helaas) ook deze nacht weer een beroep op Willer Express hadden gedaan was onze haat-liefde verhouding voorbij toen we vroeg in de ochtend in Tokyo arriveerden. We zijn direct naar de Russische ambassade gegaan om onze paspoorten op te halen. Wonder boven wonder waren er nu geen noemenswaardige problemen. Nadat we de paspoorten weer in ons bezit hadden zijn we naar de Nederlandse ambassade gegaan om te kijken of er iets georganiseerd was voor de inhuldiging van Prins Pils of Koninginnedag. De Japanse beveiliger vroeg in eerste instantie of we een visum voor Nederland wilden aanvragen, maar toen we onze paspoorten lieten zien viel het kwartje snel. Er bleek een receptie te zijn tussen 20.00 en 23.00 waarop we besloten om dat langs ons heen te laten gaan. We waren te ziek om ons dood te vervelen op een receptie;-). Doordat we een lunchafspraak met Dai Obata hadden gemaakt konden we nog niet naar het hostel gaan om de verloren slaap in de halen. Daarop besloten we om naar het hoofdkantoor van Fujifilm te gaan om mijn camera na te laten kijken. Deze was namelijk stuk gegaan midden in de nacht in Kyoto en dat terwijl hij in een kluis lag. Helaas konden ze niets voor me doen, maar er is mij nog nooit zo vriendelijk en verontschuldigend verteld dat er niets voor me gedaan kon worden. De mensen van Fujifilm moesten bijna huilen en hebben zich talloze keren verontschuldigd voor hun gebrekkige Engels. Na een korte tussenstop bij het Olympische Stadion van Tokyo (OS 1964) en een aantal meters op de sintelbaan zijn we bij onze enige Japanse vriend, Dai Obata, langsgegaan. Dai had speciaal voor Koninginnedag een oranje stropdas omgedaan en nam ons mee naar een Japans restaurant voor de lunch. Na een lunch van ruim één uur namen we afscheid en zijn we terug naar het hostel gegaan. Collin heeft de rest van de dag geslapen terwijl ik door Yanaka district ben gelopen en met het doen van de was een avondvullend programma had.
Seoul
De reis naar Zuid-Korea begon laat in de ochtend toen we op de trein stapten van Ueno Park naar Tokyo-Narita Airport. De vlucht, zoals alle vluchten die ik tot nu toe in Azië heb gehad, verliep voorspoedig en vroeg in de middag landden we in Incheon, een stad die grenst aan Seoul. Seoul is qua inwonersaantal de tweede stad ter wereld. Met bijna 24 miljoen inwoners volgt het echter op gepaste afstand van Tokyo, maar is het evengoed immens. Ook het metronetwerk liegt er wederom niet om. In Seoul verbleven we in Hongdae, de studentenwijk van Seoul. En dat merkte we vooral in de avonduren, wanneer honderden studenten het nachtleven van de stad opzochten.
De eerste volle dag in Seoul zijn we vroeg opgestaan om de laatste visumaanvraag in te dienen. Mongolië was het laatste land waar we officieel nog niet toegelaten werden indien we de volgende dag de grens over wilden. Na een wandeling (en enkele metrohaltes) door Seoul kwamen we drie kwartier later aan bij de ambassade van Mongolië. Vol goede moed stapten we via de achterdeur de ambassade binnen, toen bleek dat we ons visumverzoek bij een ander gedeelte van het consulaat moesten doen. Dit gebouw lag 6 kilometer verderop en de klok was onze grootste tegenstander. Samen met een Australische Koreaan die ook een Mongolisch visum nodig had zijn we de taxi ingestapt. Inmiddels was het bijna 12.00, waardoor het een race tegen de klok werd of we ons visumverzoek konden doen. Immers, onze ervaring is dat de consulaten na de lunch geen visumverzoeken meer aannemen. Gelukkig kon Sean, een geniale naam voor een Aziatische man, ons gerust stellen nadat hij het consulaat had gebeld. Ze zouden na 14.00 ons visumverzoek nog aannemen. De visumaanvraag verliep in tegenstelling tot andere landen uitermate soepel. Formulier inleveren, paspoort en pasfoto afgeven, betalen en slechts 10 minuten later stonden we met een Mongolisch visum weer buiten. Het kan dus wel degelijk meneer van de Russische ambassade! Toen we de laatste ambassadedeur van onze reis achter ons dichtsloegen zijn we naar het stadhuis van Seoul gegaan, vanuit waar we onze eerste stappen door hartje Seoul zetten. Van het Deoksugung paleis naar het Gwanghwamun plein en ’s avonds toen de zon steeds lager ging staan hebben we de Cheonggyecheon afgelopen. Dit is een verlaagde voetgangerszone tussen twee drukke (snel)wegen van Seoul in. Een oase van rust. De 5,6 kilometer lange wandeling hebben we niet afgemaakt. Dit kwam voornamelijk doordat er een klas Koreaanse schoolkinderen over de stenen die in de rivier lagen gingen lopen. Eindresultaat: 1 natte leraar, 1 kind dat kopje onder is gegaan en 2 andere kinderen die een nat pak hebben gehaald. We hebben gelachen en dat is wat telt! Nadat we ruim 2 uur bij deze kunstmatig aangelegde rivier hadden gelopen, gezeten en genoten van de mensen zijn we terug naar Hongdae gegaan. We hebben voor de 2e maal bij ons ‘vaste’ studentenrestaurant gegeten. De volgende dag zijn we relatief laat richting het Gyeongbokgung paleis gelopen. Rond het middaguur kwamen we aan en omdat de Engelstalige tour pas om 13.30 begon zijn we nog door de aangrenzende Bukchon wijk gelopen. In Bukchon waan je je in het Seoul van 100 jaar geleden. De huizen dicht op elkaar gebouwd, vaak maar een verdieping hoog, en geen mogelijkheid voor gemotoriseerd verkeer om zich er te verplaatsen. Wij hadden toevalligerwijs een hoger gelegen punt gevonden waar we over de volgepakte wijk konden uitkijken. Van boven leek het een groot golvend geheel aan dakpannen. Daarna zijn we naar het paleis teruggelopen en hebben we samen met een groep Amerikaanse, veelal kreupele, ex-militairen de tour gevolgd. Aangezien het aantal Engelstalige toeristen (60) niet bevorderlijk was voor de tour zijn we in het midden uitgestapt. Het paleis was groot en had veel mooie oude beschilderde gebouwen. We hebben er ongeveer 2 uur rondgelopen voordat we op zoek gingen naar de stadsmuren die we echter nooit gevonden hebben. Daarna zijn we naar het World Cup stadion gegaan waar we onszelf toegang verschaften door via allerlei sluiproutes binnen te komen. Op een gegeven moment stonden we oog in oog met een borstbeeld van Guus Hiddink in de lounge van de hoofdingang. En gelukkig voor ons kon het nog veel gekker! We hadden namelijk vrij spel in zowel de uit- als thuiskleedkamer van het stadion, de persruimte, de spelerstunnel, en gedeeltelijk op het veld. We konden het veld betreden en in de dug-outs plaatsnemen, zonder dat er ook maar één beveiliger ons aansprak. Vervolgens hebben we nog ruim drie kwartier door een vrijwel leeg stadion gewandeld en hebben we in het washok van de plaatselijke FC een mooi souvenir op de kop getikt-). Ik voelde me op sommige momenten net Alberto Stegeman. We konden zelfs in de presidentiële lounge komen. Sterker nog, we hadden meer moeite om het stadion uit de komen dan dat we erin zijn gekomen. Daarvoor moesten we namelijk de weg vragen! Voor de derde keer op rij hebben we bij ‘ons’ studentenrestaurant gegeten.
De volgende dag stond een bezoek aan de grens tussen Zuid- en Noord-Korea op de agenda. Samen met Cyprus is Korea het enige land ter wereld dat gescheiden is door een demilitaire zone (DMZ), waarbij de VN een belangrijke stabiliserende rol spelen. Het is een understatement om te zeggen dat er meer spanning heerst rondom deze grens vergeleken met Cyprus. Zeker gedurende de afgelopen paar maanden. Deze dag brachten we een bezoek aan Panmunjom, een VN gebouw dat zowel in Zuid- als Noord-Korea ligt en waarin nog altijd vredesonderhandelingen plaatsvinden. In het midden van dit VN gebouw staat, precies op de grens, een tafel waarin de Noord-Koreanen aan de noordelijke 3 stoelen plaatsnemen en de Zuid-Koreanen aan de zuidelijke drie stoelen en waarin Ban-Ki Moon precies in het midden zit tijdens vergaderingen. Doordat dit gebouw letterlijk op de grens ligt konden we ook een paar meter Noord-Korea inwandelen. De Zuid-Koreaanse gids waarschuwde ons dat we de deur van het gebouw aan noordelijke zijde niet mochten uitlopen uit angst dat de Noord-Koreanen je dan in het land hielden. Uiteraard was dit lichtelijk overdreven, omdat er deze dag slechts één Noord-Koreaanse soldaat op wacht liep buiten. Vroeg in de ochtend moesten we ons, met paspoort in de aanslag, melden bij de opstapplaats. Met de bus zijn we richting Panmunjom gereden. Onderweg kregen we instructies over wat we wel, maar ook vooral niet mochten doen als we in de DMZ waren. Zo mochten we geen foto’s maken, wijzen, zwaaien of ieder ander handgebaar naar de Noord-Koreaanse zijde maken of dichter dan 1 meter bij een Zuid-Koreaanse soldaat komen. Iedere toereiking naar Noord-Korea zou als propagandamiddel kunnen worden gebruikt en dat willen de Zuid-Koreanen en de VN ten alle tijden voorkomen. Naarmate we dichter bij de DMZ kwamen werd de grens tussen Zuid- en Noord-Korea ook steeds beter zichtbaar. Kilometers lang prikkeldraad en talloze wachtposten markeren de grens. En aan de overkant van de rivier doemt een kaal bergachtig Noord-Korea op. Ze hebben namelijk alle bomen weggehaald in Noord-Korea. Volgens onze gids om de eigen bevolking beter in de gaten te kunnen houden. Toen we eenmaal bij de DMZ aankwamen werden onze paspoorten door een VN soldaat gecontroleerd. De DMZ is de 4 kilometer brede en bijna 300 kilometer lange grens tussen Zuid- en Noord-Korea. Binnen de DMZ zijn slechts 2 dorpen, één aan iedere zijde, waarin ongeveer 220 mensen wonen. In het dorp aan Noord-Koreaanse zijde woont niemand. Dit is alleen als propagandadorp gebouwd. Verder is er niets, behalve natuur. Nadat we 2 kilometer de DMZ waren ingereden werden onze paspoorten voor een tweede maal gecontroleerd en werden we overgeplaatst naar een andere bus met twee gewapende militairen die ons zouden begeleiden. Toen we een tweede briefing over het gebied en de geschiedenis van de oorlog hadden gehad werden we onder begeleiding van een legerjeep naar Panmunjom geëscorteerd. In Panmunjom staan drie VN gebouwen, één gebouw aan Zuid-Koreaanse zijde en lijnrecht daartegenover één gebouw aan Noord-Koreaanse zijde. De soldaten van Zuid-Korea kijken continue, met geblindeerde zonnebril, naar het noorden om de ‘vijand’ in de gaten te houden. De Noord-Koreaanse soldaten doen met grote verrekijkers precies het tegenovergestelde. Doordat we ons aan een strak tijdschema hielden konden we ongeveer 10 minuten in het VN gebouw rondlopen en zodoende dus ook aan Noord-Koreaanse zijde wandelen. In Panmunjom zijn we op de foto geweest met twee uitdrukkings- en roerloze Zuid-Koreaanse soldaten, waarna we weer naar een ‘veiliger’ gebied werden gebracht buiten de DMZ. Het is een surrealistisch gebeuren wat er zich dagelijks afspeelt op de grens. Uiteraard hadden we een gekleurde subjectieve gids, maar de feiten die ze over Noord-Korea en de situatie tussen de twee landen kon voorleggen doen je pas beseffen hoe gestoord de leiders van het communistische land zijn. Hele bergen kaal kappen, kilometers lange tunnels graven naar Zuid-Korea om de president te vermoorden en een verrassingsaanval te plegen. Toeristen als propagandamiddel gebruiken, etc. De situatie is het beste te beschrijven als surrealistisch. Nadat we weer in Seoul waren zijn we naar de N Seoul Tower gegaan vanaf waar we in de late namiddag en vroege avond een mooi uitzicht hadden over de stad. Vanaf dit hoger gelegen punt bleek nog maar eens hoe groot Seoul is. ’s Avonds zijn we voor de 4e keer, bijna als kind aan huis, bij ‘ons’ studentenrestaurant gaan eten en daarna zijn we gaan stappen in Club Cocoon. Het stappen in Seoul is niet te vergelijken met stappen in Nederland. Hier wordt namelijk alleen maar gedanst door de mensen en drinkt er vrijwel niemand iets. De laatste dag in Seoul zijn we vroeg in de middag naar het Olympisch Park gegaan. De metrorit duurde meer dan 45 minuten, maar uiteindelijk stapte we uit bij het mooie en drukke OS park. Hier hebben we rondgelopen en zijn we naar een handbalwedstrijd uit de profcompetitie van Korea geweest en hebben we een tenniswedstrijd bijgewoond. Alle stadions van de OS 1988 worden nog gebruikt. Jammer genoeg konden we het olympisch stadion van Seoul niet vinden. Later bleek dat dat op een andere plek in de stad stond die we wel vanuit de metro konden zien liggen. Het zal jullie niet verbazen dat we ook de laatste avond bij hetzelfde studentenrestaurant zijn gaan eten. We zijn nogal van de tradities zullen we maar zeggen;-)!
Vanochtend zijn we van Seoul naar Shanghai gevlogen. Nadat we aankwamen in China en probleemloos door de douane liepen hebben we de magneettrein naar het centrum van Shanghai gepakt. Deze hogesnelheidstrein gaat ruim 300 km/u. Daardoor waren we binnen enkele minuten in hartje Shanghai. Helaas is het vooralsnog regenachtig weer in China. Vandaar dat we alleen over East Nanjing Road hebben gelopen op zoek naar nieuwe schoenen. De zoektocht is vooralsnog niet geslaagd, maar morgen weer een nieuwe kans!
Wordt vervolgd…
Maarten
-
09 Mei 2013 - 07:08
Frank Henkelman:
Weer een heel verhaal van al jullie avonturen.
Volop genieten,kan niet anders zeggen,tot nu toe gaat volgens ons alles naar wens.
Voor nieuwe schoenen zul je ongetwijfeld kunnen slagen in China,maar dan moet je niet naar leren schoenen zoeken!!!
Blijf lekker genieten,en we kijken al weer uit naar je volgende verhaal en uiteraard naar 16 juni als je terugkomt.wat betreft je trouwe lezers vallen de reacties ons een beetje tegen,hoe kan dit????
Zou het kunnen dat je verhalen te kort zijn,en de lezers halverwege in slaap vallen.
Schrijf maar lekker zo door,wij vinden het echt super.
Dikke kus van pap en mam uit Budel City THE Netherlands -
09 Mei 2013 - 13:18
Daniëlle :
En ik ook! Super leuke verhalen:-D liefs -
13 Mei 2013 - 15:31
Maurice Van Geldorp:
Maarten,
Wat een verhaal! Ik dacht ik neem even een kwartier pauze en kom tussen de boeken uit, want ja ik moet me voorbereiden voor mijn eindexamens. Ik dacht ik lees in dat kwartiertje even jouw verhaal(tje). Ik kan hierbij zeggen dat mijn pauze ruim is uitgelopen! ;) Maar wat een verhaal! Wat je daar allemaal meemaakt! Tot snel!
Groetjes,
Maurice -
14 Mei 2013 - 22:11
Peter Van Geldorp:
Hoi Maarten,
Wederom een prachtig verhaal met bijzondere belevenissen. Je blijft ons verrassen met jouw geweldige schrijfkunsten en we leren er ook nog iets van. Mooi om te beleven hoe deze aziatische culturen leven.
Veel plezier in China.
すべての美しさを楽しみ、すぐにお会いし、
ピーター。
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley