De eerste maand in Zuidoost Azië
Blijf op de hoogte en volg Maarten
18 Maart 2013 | Cambodja, Phnom-Penh
Sawadee,
Dag allemaal. Ik heb vanaf het begin aangegeven dat ik deze reis geen blog bij zou houden, maar nu de gelegenheid zich voordoet op een 6 uur durende busreis van Battambang naar Phnom Penh (Cambodja) heb ik besloten om mama een plezier te doen en de eerste maand van mijn reis te verwoorden voor het thuisfront. Hopelijk zijn er, buiten opa en oma Steyvers, nog enkele lezers mij trouw gebleven. Jullie kennen mijn schrijfstijl, maar evengoed zal ik proberen om jullie niet af te schrikken met de hoeveelheid tekst. Ik kan echter niets beloven;-). Nu ik het mooie Cambodjaanse landschap aan me voorbij zie glijden vanuit de bus is het moeilijk om mijn gedachte bij het verhaal te houden. Nou daar gaan we…
Thailand
Mijn Aziatische avontuur begon dinsdag 19 februari met een treinreis vanuit Maarheeze naar Schiphol, waar Collin en ik hadden afgesproken voor onze gezamenlijke vlucht naar Bangkok. Met Collin zal ik de komende 4 maanden door Zuidoost Azië, Japan, China, Mongolië en Rusland gaan reizen om vervolgens op 16 juni weer veilig voet op Nederlandse bodem te zetten. Voor wie geen idee heeft met wie ik reis en of ik deze jongen überhaupt wel ken. Collin en ik hebben elkaar in Amerika ontmoet en hebben door ook een tijdje samen gereisd. Aangezien ik afgestudeerd ben en Collin op het punt staat om een nieuwe studie op te pakken hadden we beide tijd. Om een lang verhaal kort te maken: nu zitten we samen in Azië. Nadat we met enige moeite hadden ingecheckt voor onze vlucht naar Bangkok, we moesten namelijk bewijs voorleggen dat we daadwerkelijk Bangkok zouden verlaten na verloop van tijd en daarbij waren vliegtickets van Hanoi naar Hong Kong en van Moskou naar Amsterdam niet voldoende, konden we ons gaan opmaken voor een 17 uur durende vlucht naar Bangkok. De heenreis verliep in tegenstelling tot mijn heenreis naar Canada vlekkeloos. Het eten en drinken was uitstekend, de vlucht verliep volgens schema en voor het oog waren de stewardessen gekleed in traditioneel Maleisische kledij. Mede daardoor vloog de vlucht spreekwoordelijk voorbij en zijn we vroeg in de volgende ochtend geland op Kuala Lumpur International Airport voor een korte tussenstop voordat we op het volgende vliegtuig naar Bangkok stapten. Toen we aankwamen in Bangkok en we zonder noemenswaardige problemen door de douane waren gekomen hebben we de skytrain en metro naar het centrum gepakt op zoek naar ons hostel. Nadat we een tuktuk hadden afgewezen (stom!), in de veronderstelling dat we in de buurt van ons hostel waren, moesten we ruim een kilometer lopen met onze zware backpacks op de rug in de klamme hitte van Bangkok. Zwetend kwamen we aan in het hostel waar we allereerst moesten wachten op de receptionist. Hoezo 24-uurs receptie?!? Vervolgens werden we verrast door het feit dat er geen airco of wifi op onze kamer was, maar we wel een upgrade konden krijgen voor 360 Thaise Bath per persoon. Dit komt omgerekend uit op 9 euro. Echter, puur om het principe probeerden we af te dingen op de prijs tot op 46 Bath, oftewel 1 euro en 2 eurocent. Omdat de eigenaar zich niet liet overbluffen hebben we op dit bedrag het hostelakkoord over boord gegooid en moesten we in Bangkok opnieuw opzoek naar een hostel. Achteraf de beste beslissing van de reis tot nu toe! Bij de plaatselijke McDonald’s hebben we namelijk het Silom Art Hostel gevonden en het was niets minder dan uitstekend. Hagelnieuw, erg schoon en bovendien weet bijna geen toerist deze parel te vinden. Nadat we eindelijk verlost waren van onze backpacks en de ietwat nichterige receptionist eindelijk de bon had uitgeprint met zijn klassieke printer met dubbelklapvellen, zo eentje waarvan je vroeger toen je 8 jaar was de zijkanten afscheurde, hebben we een tuktuk staande gehouden en zijn we richting het oude centrum van Bangkok gereden. Achteraf bleek dit de duurste tuktuk rit van onze trip te zijn; 250 Bath. Voor dezelfde prijs zit ik nu namelijk voor ruim 300 kilometer in de bus. Een troost, in het vervolg hebben we ons niet meer zo eenvoudig laten foppen.
Als ik me later iets van Bangkok herinner is dat ongetwijfeld de talloze tuktuk ritjes die we door de stad hebben gemaakt. De meest opvallende was zonder twijfel de tuktuk rit met Ek. De beste man liet ons voor 50 Bath de halve stad zien, maar dan moesten we hem wel aan benzinebonnen helpen door 2 bevriende winkeliers op te zoeken. Toen hij deze gunst een tweede keer vroeg hebben we Ek vriendelijk verzocht om ons in Chinatown af te gooien, maar niet voordat we de tuktuk van Ek hadden gekaapt voor enkele minuten toen hijzelf even moest plassen. Nadat we in Chinatown hadden gegeten zijn we knikkebollend terug naar het hostel gegaan. Na een korte power nap en een potje pool zijn we toch nog even Bangkok ingegaan. Een tuktuk die we aanhielden bracht ons naar een bar die hij zelf kende. Bleek hij ons in het red light district van Bangkok te hebben afgezet. Toen we de bar naar binnen liepen kregen we direct twee dames aan onze tafel die we vriendelijk doch dringend hebben verzocht om ons alleen te laten met de boodschap of het geen beter idee was dat ze naar de oude heren achterin de bar zouden gaan. Nadat we ons eerste biertje in Bangkok hadden gedronken zijn we weer bij dezelfde tuktuk chauffeur ingestapt met het verzoek of hij een normale bar kende. Bracht hij ons naar een dubieuze club. Gelukkig stoot een ezel zich niet twee keer aan dezelfde steen en hebben wij hem verder laten rijden. Reed die idioot ons weer naar het red light district, maar hij wees daar een andere bar aan. Alsof wij twee randdebielen zijn. We hebben de man gelaten voor wat het was (bovendien kon hij naar z’n centen fluiten) en zijn toen zelf op zoek gegaan naar een normale bar. Zo kwamen we aan bij een Duitse Biergarten. Maar niet voordat ons onderweg 6x is aangeboden of we geen interesse hadden in een pingpongshow. We vonden het nog te vroeg daarvoor;-). In de Duitse Biergarten hebben we Andrew en Ricky ontmoet. Met deze twee Engelse mannen hebben we de avond afgesloten.
De dag erop hadden we nog last van een lichte jetlag. Dit werd bevestigd door het feit dat we pas om 15.00 opstonden vandaag. Overigens de eerste en direct laatste keer dat we zo laat op zijn gestaan deze reis. Dezelfde dag zijn we laat in de middag, dat kon ook niet anders;-), met een long boat door de kanalen en over de rivier van Bangkok gevaren. Ook door het oude Bangkok en de sloppenwijken aan het water. Daarna zijn we afgezet bij het Koninklijke Paleis, maar we waren wederom te laat om binnen te mogen. Toen zijn we maar naar de zwarte Boeddha gegaan op aanraden van onze tuktuk driver. Toen bleek dat deze ‘zwarte’ Boeddha eigenlijk van goud was zijn we terug naar Chinatown gegaan. Daar krijg je tenminste waar je om vraagt en wat je verwacht. Veel Chinezen! In Chinatown hebben we verse vis gegeten en we zijn er niet ziek van geworden. Ook hebben we deze avond nog tickets voor een Thai Box Game proberen te krijgen, maar omdat we niet-Thais zijn werd de prijs met 500 Bath opgeschroefd. Over discriminatie gesproken. We laten ons natuurlijk niet piepelen en probeerden via iedere mogelijke illegale weg aan tickets te komen. Tevergeefs. ’s Avonds hebben we weer in de Biergarten gezeten waar we als helden ontvangen werden. Als je maar geld hebt in Bangkok, dan is alles prima. We hebben het niet zo laat gemaakt als de avond ervoor, want de volgende ochtend gingen we naar het Koninklijk Paleis. Na een gratis tour over het immense complex vroegen twee schoolmeisjes of ze met ons op de foto mochten. De eerste van velen bleek achteraf. Maar dat lezen jullie in het vervolg nog wel. In de trein van Bangkok naar Chiang Mai zou het ook gebeuren. En in Laos meerdere keren. We zijn ’s avonds naar Koh San Road gegaan en hebben de tuktuk afgedongen tot 0 Bath. Een absoluut laagte record! Hiervoor moesten we 2 minuten in een kledingwinkel doen alsof we oprecht geïnteresseerd waren in het aanschaffen van een pak. Makkelijk zat en makkelijk verdiend die gratis rit. Na 4 dagen Bangkok hadden we de stad gezien en beleefd. Ondanks dat je nog veel langer in deze chaotische stad kunt blijven waren we toe aan een nieuwe omgeving. Ook om onszelf in bescherming te nemen;-). Chiang Mai werd de nieuwe bestemming. Met de nachttrein zijn we naar deze noordelijke provinciestad gegaan. In de trein zat een bar waar we tot 12 uur hebben gezeten voordat we naar bed gingen. De bedden waren prima en de tocht door de jungle van Thailand was leuk. De nachttrein is absoluut een belevenis.
Chiang Mai is in vergelijking met Bangkok een saaie provinciestad. Ondanks de schoonheid van Chiang Mai en de mooie Wats valt alles in het niet met Bangkok. Er valt een stuk minder te beleven. ’s Avonds Engels voetbal gekeken in het bargedeelte van Chiang Mai buiten de stadsmuren. De volgende dag zijn we laat in de ochtend naar de jungle in de buurt van Chiang Mai gegaan, waar we hebben abgeseild en aan stalen kabels door de jungle hebben gegleden. Mooie uitzichten vanuit de lucht op de Thaise jungle. Én met goed gezelschap. Zo was de look-a-like van Kim Jong-il mee in onze groep. Deze Chinese man die opvallend veel vergelijkenissen vertoonde met de gewezen leider vond alles wat hij of wij deden een groot feest. Die vreugde kon hij helaas niet overbrengen op zijn vrouw. Die als een zak aardappelen met een humeur van een oorworm in de touwen hing. Terug in Chiang Mai hebben we een Thaise massage gehad. De Thaise massage bleek echter een marteling te zijn. Ik zou nog liever met een wilde tijger willen vechten dan nogmaals in een dergelijk martelhok willen liggen. Met ellebogen, voeten en knieën werden Collin en ik onder handen genomen. De uitkomst, meer spierpijn dan voordat we naar de massage gingen. Daarna een Thai box wedstrijd gezien. Zeven om precies te zijn. Zes van de 7 de uitslag goed voorspelt en een aantal brute KO’s gezien. Een dag vol leuke activiteiten! Na twee dagen besloten we om van Chiang Mai naar Laos te reizen. De eerste reisdag naar Chiang Khong hebben we 5 uur opgevouwen in krappe bus gezeten naar de grens met Laos. Chiang Khong om precies te zijn. Nog een tussenstop gehad bij de Witte Tempel. Alsof we nog niet genoeg tempels hebben gezien in Thailand. Eerlijkheid gebied wel te zeggen dat dit de mooiste tempel van het land is. Na aankomst in ons hostel in Chiang Khong hebben we ’s avonds niets meer gedaan.
Laos
Woensdagochtend (27 februari) stond onze overtocht naar Laos op het programma. Bij de douane in Thailand hebben we onze departure card ingeleverd en vervolgens zijn we met een kleine boot naar de overkant van de Mekong rivier gebracht én naar een nieuwe bestemming: Laos. Het douanekantoor in Laos is zo groot (of klein) als onze keuken, maar evengoed moeten er honderden toeristen per dag doorheen. Nadat we 35 USD hadden neergelegd voor ons visum waren we officieel in Laos. Toen we eenmaal door de douane waren gingen we met een overbemande tuktuk naar de ‘haven’ waar de slow boat op ons lag te wachten die ons naar Luang Prabang zou brengen. Bij het vertrek van het hostel in Chiang Khong hadden we al kennis gemaakt met twee Amsterdamse jongens, Timo en David, en zij zouden uiteindelijk ook bij ons op de slow boat terecht komen. Van te voren stond al vast dat de slow boat een avontuur op zichzelf zou gaan worden. Eenmaal aangekomen in de haven van Huay Xai werd dit direct bevestigd. De slow boat was namelijk al afgeladen vol met mensen, terwijl er buiten nog minimaal 30 toeristen stonden te wachten op hun gereserveerde plaats. Iedereen had al snel door wat er aan de hand was. Overboekingen. We hadden de keuze om mee te gaan of te bluffen en een tweede boot naar Luang Prabang af te dwingen. Een zelfbenoemde ervaren Duitse reiziger adviseerde iedereen om als groep bij elkaar te blijven en een boot af te dwingen, maar er was te veel twijfel in de groep gezaaid door de kapitein. Vandaar dat we overgehaald werden door hem met het gegeven dat er maar een boot naar Luang Prabang ging die dag. Aangezien we in een vreemd land zaten zonder enige vorm van structuur zijn we overstag gegaan en konden we uiteindelijk in de machinekamer plaatsnemen. Het oorverdovende geluid van de motor klonk als een klopboor in je oren en van de uitlaatgassen zou je een directe koolstofmonoxidevergiftiging krijgen. Collin en ik hadden echter al snel een plaats gevonden op het achterdek van de boot, zodat de twee bovengenoemde problemen verminderden. Nog niet ideaal, maar beter dan de plaatsen die we in eerste instantie hadden. De echte die hards, twee Argentijnse jongens, hebben de hele reis in de machinekamer geslapen. Waarvoor eeuwig respect. Uiteindelijk zou alles echter goed uitpakken. Timo en David zijn op het voordek van de boot gaan liggen, de Duitser die zich als enige met het groepsbelang bezig hield had een van de beste plaatsen van de boot en wij hebben met veel stunt- en vliegwerk ook prima plaatsen geregeld. Eerst door voor op de boot te staan en vervolgens door lege plaatsen in te pikken. Zo kwamen we langs Daniël te zitten. Een Duitse hippie die we vanaf nu de spiritueel leider noemen. Hij ging namelijk mediteren en had 3 vrouwen gevonden die de spirituele reis met hem wilden volbrengen. Alle drie hippies met ieder haar eigen ‘andere’ kijk op de wereld. En schijnbaar deden ze niet aan scheermesjes, want alle drie hadden ze meer okselhaar dan een volwassen kerel. Zo dacht een Amerikaans meisje dat er een tweede burgeroorlog in USA zou uitbreken en dat het drinken uit plastic flessen leidt tot kanker of het feit dat er zoveel ladyboys in Thailand zijn. Een ander meisje dacht dat ze de koningin van een Amerikaanse regio was. Later bleek dat ze gewoon gruwelijk veel blowden. Maar goed, Daniël was een goede gast en we hebben dankzij hem prima plaatsen op de boot gekregen. In de tussentijd hebben we ook aangeknoopt met Timo en David die tussen het voordek en onze plaatsen pendelden. Hierdoor werd het, ondanks het begin en de tijd op de boot, een leuke tocht. De slow boat voer ons over de Mekong Laos in. Doordat de Mekong rivier de grens vormt tussen Thailand en Laos zag je aan de rechterzijde Thailand en aan de linkerzijde Laos. Tijdens de boottocht heb ik ontzettend veel mooie natuur en vergezichten gezien. Én olifanten! Na een tocht van 7 uur, die voor mijn gevoel 12 uur had geduurd, kwamen we aan in Bak Peng. We hadden vertraging omdat de motor van de boot onderweg stuk ging, waardoor het zijn naam van slow boat nog veel meer eer aan deed. Het guest house in Bak Peng, de tussenstop tussen Huay Xai en Luang Prabang, vergoedde alles. De eerste reisdag op de boot waren we op slag vergeten.
Van Bak Peng naar Luang Prabang was wederom een lange zit door de schitterende natuur van Laos. Deze keer hadden we direct een goede stoel samen met Timo en David. Daniël en zijn sekte zaten ook in de buurt en zij hebben de hele tocht geblowd en hun hippie ideeën te pas en te onpas gedeeld. Na 7 uur kwamen we vroeg in de avond aan in Luang Prabang. Na een korte opfrisbeurt zijn we gaan eten in het historische centrum van deze knusse stad. ’s Avonds zijn we naar de enige discotheek (Utopia) van Luang Prabang gegaan samen met Timo en David. Leon zal deze tent ongetwijfeld ook wel kennen;-)! Doordat er een avondklok is van 23.30 in Luang Prabang dachten we dat we vroeg in bed konden liggen. Echter, er is een regel dat een bowlingbaan buiten het centrum open mag blijven tot 02.00. Iedere zichzelf respecterende backpacker in Luang Prabang staat dus vroeg in de nacht op de bowlingbaan te bowlen. Na twee potten hebben wij de tuktuk richting het hostel genomen. Even voor de duidelijkheid; ik zie mezelf meer als een reiziger dan een backpacker. Duidelijk een ander slag volk. Backpackers dragen bovendien geen polo’s heb ik mij laten vertellen;-).
Na de eerste avond in Luang Prabang hebben we de volgende dag ons Vietnamese visum in orde gemaakt. De Vietnamese ambassade in Luang Prabang was niets vergeleken met de Amerikaanse ambassade in Amsterdam. Waar in Amsterdam de automatische wapens en soldaten je verveeld aankijken is de ambassade van Vietnam een woonhuis waarin de deuren altijd openstaan. We werden door een vriendelijke man geholpen. Vijf minuten en 70 USD later verlieten we het pand zonder paspoort. Deze konden we maandagochtend ophalen. Nadat we deze formaliteit hadden geregeld zijn we terug naar het hostel gegaan en hebben we nog een aantal uren gerust, ook omdat het tussen 11.00 en 15.00 te warm is om iets te ondernemen, voordat we naar het historische centrum van Luang Prabang zijn gegaan. Hier hebben we Mt. Phou Si beklommen. Een heuvel midden in het centrum waar een van de oudste tempels van Luang Prabang gevestigd is. Bovenop de top hadden we een schitterend uitzicht over het historische centrum en Luang Prabang. Ook hebben we een kort gesprek gehad met twee jonge monniken. Bovendien kwamen we de man tegen die ons de tickets had verkocht voor de eerste dag op de slow boat naar Luang Prabang. Uit beleefdheid vroeg hij hoe de eerste reisdag was geweest. Daar hebben we wijselijk over gelogen;-). Na een korte wandeling door Luang Prabang, via de avondmarkt waar we twee paar tjop sticks hebben gekocht, zijn we terug naar het hostel gegaan. ’s Avonds zijn we met Timo en David weer richting Utopia gegaan en de bowlingbaan. Deze avond kwamen we Daniël en zijn trouwe volgers ook weer tegen. We hebben hem verteld dat hij de spirituele leider is van het gezelschap. Volgens mij vond hij dat wel grappig, en anders vonden wij 4 het wel grappig!
Na twee dagen hadden we Luang Prabang gezien en zijn we de omgeving gaan verkennen en activiteiten gaan ondernemen. Zo zijn we naar het Khuang Si National Park gegaan waar enkele mooie watervallen waren. Het turquoise water was schitterend helder en we hebben gezwommen onder de watervallen. Ook zijn we naar de top van de 60 meter hoge waterval geklommen. De helse tocht was het waard, maar evengoed viel het uitzicht tegen door de bebossing. Het meest bizarre moment van vandaag was dat wederom enkele Aziatische vrouwen met ons op de foto wilden. Eerst heel sneakie. De professionele fotografe die deze groep vrouwen had afgekocht ging in een onorthodoxe hoek staan met haar camera zodat ze niet de vrouwen maar Collin en mij op de foto had staan. Ondanks de overvloed aan westerse mensen en mannen valt het wel op dat steeds wij twee de pineut zijn. Onder het mom ‘zijn jullie broers?’. Nou, nee dus. Tegenwoordig maken we ook foto’s terug. ’s Avonds zijn we met Timo en David weer naar Utopia gegaan. Toen we naar het hostel wilde hadden we een tuktuk afgedongen tot 5.000 KIP per persoon. De chauffeur had er echter op gerekend dat we met z’n vieren naar ons hostel gingen, waarna hij de prijs weer opschroefde. Omdat wij niet gediend zijn van backstabbing hebben we het eerste half uur zijn tuktuk gesaboteerd en iedere toerist die hij wilde lokken weggestuurd. Vervolgens wilde een bevriende tuktuk chauffeur ons wel mee nemen voor de afgesproken prijs. Wanneer hij ons in eerste instantie had weggebracht had hij veel meer geld kunnen verdienen. Stom van hem! Hij had vast niet op twee koppige Nederlanders gerekend.
Na de eerste actieve dag in Luang Prabang met een bezoek aan het national park zijn we de dag erna gaan kajakken op de Mekong rivier en een aftakking van deze rivier. Tijdens het kajakken hadden we veel mooie ‘fotomomenten’. Ook zijn er twee Zwitserse toeristen, die zichzelf nogal grappig vonden, kopje onder gegaan met hun dure spiegelreflexcamera. Een geniaal moment al gun je dat natuurlijk (bijna) niemand! Na het kajakken zijn we naar de grotten met honderden Boeddha’s gegaan, alvorens we olifant gingen rijden. Ondanks dat ik hier naar uit had gekeken vond ik dit geen leuke activiteit. Wanneer je bovenop een olifant zit merk je pas echt dat dit beest niet gemaakt is om mensen te vervoeren. Evengoed kan je wel merken dat het enorme en oersterke beesten zijn. Maar ik beloof jullie dat ik het nooit meer zal doen in mijn leven. Het vermelden waard is dat ik deze dag een Aziatische naam aangemeten heb gekregen. Maarten is kennelijk lastig uit te spreken voor de plaatselijke bevolking, vandaar dat mijn Aziatische naam Ma Ten is geworden. Had Jur het al die tijd toch bij het rechte eind! Nadat we onze paspoorten weer hadden opgehaald bij de Vietnamese ambassade heb ik een laatste korte wandeling door Luang Prabang gemaakt tot aan het stuk waar de twee rivieren elkaar kruisen. Daarna hebben we de minivan naar Vang Vieng genomen. De rit in de minivan was levensbedreigend. De chauffeur was een regelrechte kamikaze piloot. Inhalen vlak voor de bocht en brommers van de weg afdrukken waren routineklussen voor deze man. Na vijf uur en talloze bijna-aanrijdingen kwamen we in Vang Vieng aan. Aan de wegen in Laos kun je merken dat het een onderontwikkeld land is. Soms liggen er prima begaanbare stukken die afgewisseld worden door kuilen, zand, grote stenen of een combinatie van al het voorgaande. Tijdens de tocht in de minivan hebben we Rob, een Amsterdamse homo, ontmoet. Met hem, Timo en David zijn we die avond naar de Moon Pub, de enige club in Vang Vieng, gegaan. Uiteraard hebben we met z’n vieren de hele avond foute homograppen gemaakt. Dat was een van de betere avonden in Laos. Even voor jullie beeldvorming, Vang Vieng is een dorp ter grootte van Budel dat door reizigers gebombardeerd is als uitvalsbasis in Laos om maximaal te relaxen. Dat is dus ook wat Collin en ik hebben gedaan. Onze dagen bestonden uit het kijken van Southpark afleveringen en voetballen met de lokale jeugd op een schitterend gelegen veld tussen de bergen. Uiteraard hebben we de overwinning voor Nederland veilig gesteld. En wanneer de schemering invalt gaat iedereen naar een kroeg toe (Fat Monkey) om vervolgens weer te eindigen in de Moon Pub. En voor sommige backpackers gaat dit twee weken aan een stuk zo door. Gelukkig waren we het er snel over eens dat we geen twee weken in Vang Vieng zouden blijven. Sterker nog, 3 dagen vonden we eigenlijk al te veel. De tweede volle dag dat we in Vang Vieng waren besloten we om te gaan tuben. Tuben is met een grote opblaasband stroomafwaarts over een rivier van kroeg naar kroeg varen. Van verhalen hebben wij vernomen dat dit in voorgaande jaren een spektakel was, maar doordat er veel Australische toeristen dood zijn gegaan bij deze activiteit (combinatie van alcohol, drugs en domme stunts) is het afgezwakt. Dat wil zeggen er zijn nog maar 2 kroegen open en alle touwen en kabelbanen waar iemand zichzelf mee de dood kan injagen zijn weggehaald. Je bent ook echt een idioot als je in de rivier gaat springen, want het water is op z’n diepst 1,20 meter. Eigen schuld dikke bult zeggen we dan. ’s Avonds een avond bij Johnny, een local die we met voetballen hebben ontmoet, gehangen in zijn guest house en vervolgens weer naar de Moon Pub. Vang Vieng hadden we na bijna 3 dagen wel gezien.
Na Vang Vieng zijn we naar de hoofdstad van Laos gegaan, Vientiane. In Vang Vieng hebben we afscheid genomen van Timo en David die uiteindelijk ruim 10 dagen daar zouden blijven. We hebben afgesproken om elkaar in Vietnam weer even op te zoeken als het uitkomt. We zijn ook met de minivan naar Vientiane gegaan. Deze keer was de rit echter een stuk minder hobbelig. In Vientiane moesten we nog op zoek naar een hostel. Het hostel dat we voor ogen hadden was ‘volgeboekt’ toen we daar aankwamen, maar via internet bleek er nog genoeg mogelijk. Evengoed hebben we een ander hostel geboekt. ’s Avonds over de avondmarkt gelopen en gegeten bij een Indiaas restaurant. We kregen dwergenporties van deze afzetter. Daarna nog in het hostel gezeten en gaan slapen, want we wilden de volgende ochtend ons Chinese visum regelen. Hierdoor zijn we vroeg opgestaan om naar de Chinese ambassade te gaan. Bleek het niet mogelijk om een Chinees visum binnen 2 werkdagen te regelen. Alleen 4 werkdagen was mogelijk. Hierop hebben we besloten dat we Vientiane eerder zouden verlaten. Als middagactiviteit gingen we naar de Lao Beer Brewery. Echter bleek deze om onderhoudswerkzaamheden gesloten. De tuktuk driver had ons opgelicht, maar dat konden we ons niet kwalijk nemen. Gelukkig konden we de vlucht naar Kuala Lumpur vervroegen met twee dagen. Ondanks dat Vientiane de hoofdstad is van Laos heeft het weinig om het lijf. De stad heeft veel Franse invloeden wat zich vertaald in een kleinere versie van de Arc de Triomphe. Boven op deze replica van de Arc de Triomphe hadden we een mooi uitzicht over Vientiane. Verder hebben we het ‘monument op de Dam’ van Laos gezien. De tuktuk driver die ons er naartoe bracht was niet bijster slim. Iedereen vroeg 80.000 KIP, maar wij wilden niet verder gaan dan 20.000 KIP. Deze chauffeur begon uit zichzelf al op 20.000 KIP. De held. Daarna nog langs het koninklijk paleis van Laos gelopen en van een straatbarbecue gegeten. De eigenaar van de kraam was duidelijk dolgelukkig met onze fooi van 1 euro en 10 eurocent. Dat is het leuke van deze mensen. Ze zijn ongelofelijk blij met alles dat ze krijgen. De laatste avond in Laos zijn we naar @ Home gegaan waar we vrienden werden met een Thaise ‘miljonair’. Althans zo deed hij zich voor. De whisky bleek echter bier te zijn. Uiteraard werden we weer gefotografeerd. Het begint inmiddels gewoon te worden.
Maleisië
Zondagochtend zijn we vroeg naar het ‘internationale’ vliegveld van Vientiane gegaan. Bij de naam internationaal vliegveld in de hoofdstad van een land verwacht je een behoorlijk vliegveld. Echter, niets aan dit vliegveld verraad dat je vanuit hier ook naar andere landen kan vliegen. Wat mij betreft kunnen we Budel Airport ook omdopen tot internationaal vliegveld;-). Kennelijk zijn de selectiecriteria iets minder selectief in Laos. Na een beveiligingscontrole, die zo lek als een mandje leek te zijn getuige het feit dat Collin heen en terug kon lopen omdat hij iets was vergeten in te checken, vervolgden we onze reis naar Kuala Lumpur, Maleisië. De vlucht en de 1 uur en één kwartier durende bustransfer naar het centrum van Kuala Lumpur verliepen voorspoedig. De metro begrijpen werd echter ineens een stuk lastiger, doordat er 3 verschillende soorten openbaar (trein)vervoer in Kuala Lumpur zijn. Navraag bij de informatiebalie bood uitkomst en zodoende konden we aan het laatste stuk van onze reis naar het hostel beginnen. Toen we bij het juiste metrostation waren uitgestapt bevonden we ons midden in een wolkbreuk. De eerste regen die we tot dan toe gehad hadden in Zuidoost Azië. Echter, stonden 2 van de 3 daaropvolgende dagen de straten van Kuala Lumpur blank. Zo werd de periode van stoffige droogte gecompenseerd met 100 mm regen in een tijdsbestek van 72 uur. Ondanks dat we die dag al 8 uur aan het reizen waren, waren we nog wel helder genoeg van gedachte om een taxi aan te houden die ons bij het hostel, 500 meter verderop, afzette. Hiervoor had de beste man wel onze hulp nodig. Wie leeft er nu al zijn hele leven in Kuala Lumpur? Het hostel bleek een luxe mansion te zijn met dakterras en voor het eerst comfortabele bedden. Vanaf het dakterras hadden we bovendien een schitterend uitzicht op de Petronas Towers, het symbool van Maleisië. Nadat we onszelf hadden opgefrist zijn we tussen de buien door naar Petaling Street in Chinatown gelopen. Hier hebben we gegeten en van de Chinese chaos genoten. Petaling Street is een voetgangersgedeelte in Chinatown waar aan weerszijde van de straat voetpaden van 1 meter breed zijn vrijgehouden en dat voor de rest helemaal is volgebouwd met kleine kraampjes die allemaal vergelijkbare troep verkopen. Nadat we ons kostelijk hebben vermaakt en onze afdingkwaliteiten hebben bijgeschaafd zonder iets te kopen hebben we op het dakterras genoten van een welverdiend biertje en uitzicht op Kuala Lumpur. In de daaropvolgende dagen hebben we de toerist in ons gevonden. Kuala Lumpur kan niet tippen aan steden als New York en Bangkok, maar is een metropool waar iemand zich eenvoudig enkele dagen kan vermaken. Zo hebben we ons enkele uren vermaakt bij de Petronas Towers, zowel overdag als in de avonduren wanneer de toren verlicht is. We zijn echter niet naar de top gegaan van deze iconische één-eiïge tweeling. We zijn namelijk naar de top van de Kuala Lumpur Tower gegaan. Deze toren, die verdacht veel van de CN Tower in Toronto wegheeft, is niet alleen goedkoper dan de Petronas Towers, we blijven ten slotte Nederlanders, hij biedt ook een mooi uitzicht op de Petronas Towers en de rest van Kuala Lumpur. Vanuit de top van de KL Tower, op ruim 250 meter hoogte, hebben we Kuala Lumpur bij daglicht gezien en besloten we om net zo lang te blijven wachten totdat de zon onder zou gaan en we de stad ook verlicht konden zien. Een kleine misrekening van onze kant zorgde ervoor dat we ruim twee en een half uur hebben gewacht. Waar de zon in Laos altijd onderging tussen 18.00 en 18.30 was dat in Maleisië evengoed ook het geval. Echter, het tijdsverschil ( 1) zorgde ervoor dat de zon 19.30 plaatselijke tijd onderging. Uiteindelijk was ons wachten wel de moeite waard en hebben we een mooi verlicht Kuala Lumpur gezien. Nadat we de stad verlicht hadden gezien zijn we wederom naar de Petronas Towers gelopen om een fonteinshow te zien. Een anticlimax! Hij kon bij lange na niet tippen aan de fonteinen van het Bellagio in Las Vegas. Zou ik te verwend zijn geworden;-)? Deze dag hadden we ook nog een bezoek gebracht aan de (overdekte) centrale markt om bij te komen van de bloedhitte (gevoelstemperatuur 40°C) en zijn we met de monorail, de bovengrondse trein die dwars door Kuala Lumpur gaat, naar de, volgens de hostelmedewerkster, hipste wijk van de stad gegaan. Niets was minder waar. Een winkelcentrum, waar er trouwens ontelbaar van zijn in Kuala Lumpur, was het hoogtepunt van deze wijk. Bovendien bleek dit ‘reserve’ Chinatown een smerige bende te zijn waar weliswaar enkele barren te vinden waren. Lang hebben we er in ieder geval niet rondgelopen.
De derde dag dat we in Maleisië waren zijn we naar de Batu Caves, vlak buiten de stad, gegaan. Deze grotten staan erom bekend dat er veel Makake apen rondhangen die bovendien zo gewend zijn geraakt aan menselijk contact dat ze ook brutaal zijn geworden. Zo zitten ze aan plastic tassen van mensen, pakken ze flesjes drinken van je af en schuwen ze het ook niet om camera’s of telefoons van mensen af te pakken. Als klap op de vuurpijl hebben we een aap de bril van een man z’n hoofd zien afslaan. Hilarisch! Ook hebben we een begeleide tour gedaan in de Batu Caves en zijn we diep deze grotten in geweest. Op een gegeven moment was het zo donker dat je letterlijk geen hand voor ogen zag. Na deze educatieve middag, we kregen de nodige informatie over het dierenleven in de grotten en het ontstaan ervan, zijn we terug naar het centrum gegaan en hebben we Flight, de nieuwe film van Denzel Washington, in de bioscoop gezien. Met Maleisische en Chinese ondertitel. Zodoende heb ik enkele woorden Maleisisch opgepakt. Wie weet of het ooit nog van pas komt. ’s Avonds hebben we ons weer gesetteld op het dakterras met onze Australische kamergenoot Adam met als doel om FC Barcelona – AC Milaan te kijken. De wedstrijd zou 03.45 plaatselijke tijd beginnen, waardoor iemand rond 02.30 met het briljante idee kwam om nog op stap te gaan. Ondanks dat onze ervaringen in Azië tot nu toe hebben geleerd dat het stapleven hier op zijn einde loopt om 24.00 zijn we toch nog even de stad gaan verkennen. Zoals verwacht was alles dicht, op een louche nachtclub na. Toen de portier ons vroeg om 50 RIM op tafel te leggen hebben we vriendelijk bedankt. Ruim op tijd voor de wedstrijd zou beginnen waren we weer terug op het dakterras en hadden we onze stoelen weer opgeëist. Ze waren nog warm;-). Vijf minuten voordat de wedstrijd zou beginnen werd er van zender verwisseld, waardoor al ons wachten voor niets was geweest. De laatste dag in Kuala Lumpur zijn we naar Little India gegaan. Nadat we in deze kleine Indiase wijk hadden gegeten zijn we voor een laatste keer naar de Petronas Towers gegaan om tijdens (opnieuw) een wolkbreuk in het winkelcentrum rond te dwalen. We zijn ’s avonds vroeg gaan slapen, omdat we een vlucht hadden geboekt naar Cambodja (06.50) waardoor we genoodzaakt waren om de wekker op 03.30 in te stellen. Zo namen we de volgende dag vroeg in de ochtend afscheid van Kuala Lumpur dat als tussenstop heeft gediend tussen Laos en Cambodja.
Cambodja
De heenreis naar Siem Reap begon dus al om 03.30. Met de taxi zijn we naar Kuala Lumpur International Airport gegaan en hebben we ons ingecheckt voor de enige vlucht naar Siem Reap die dag. Jullie dachten toch zeker niet dat ik vrijwillig een vlucht had geboekt om 06.50 als het eventueel ook op een later tijdstip mogelijk was geweest?!? Aangekomen in Cambodja en een visum in mijn paspoort rijker zijn we naar het hostel in Siem Reap gegaan en hebben we eerst de verloren slaap van de voorgaande nacht ingehaald. Vervolgens zijn we een middag gaan zwemmen om de hitte tegengas te bieden en omdat het te laat was geworden om nog naar Angkor Wat te rijden. Dat is ook direct de reden dat Siem Reap een van onze bestemmingen in Cambodja is. De aanwezigheid van Angkor Wat. Volgens de Cambodjanen een wereldwonder. Angkor Wat is een 12e eeuwse tempelcomplex in de jungle in de buurt van de provinciestad Siem Reap. Dat is tevens ook het enige bestaansrecht van de stad. Vergelijkbaar met Clifton Hill en de Niagara watervallen in Canada. Siem Reap heeft verder, behoudens een kleine Pub Street en wat avondmarktjes om goedkope souvenirs te kopen, niets om het lijf. We hadden voor 2 dagen een privé tuktuk afgehuurd, voor omgerekend 20 euro, waarmee we twee dagen over het immense Angkor Wat complex hebben gereden. Ik kan nu wel proberen te verwoorden hoe indrukwekkend alles is, maar hiermee zou ik dit wereldwonder te kort doen. Bij thuiskomst zal ik enkele foto’s laten zien, maar zelfs dan kan ik nog niet uitleggen wat voor een indruk het heeft gemaakt. Noemenswaardig is dat ik ook door het complex van Ta Phrom ben gelopen. Deze tempel heeft gefungeerd als set van Tomb Raider. Thuis toch maar eens terugkijken. Het enige smetje aan ons bezoek aan Angkor Wat is het feit dat zowel de zonsondergang als zonsopkomst in het water zijn gevallen doordat het bewolkt was. Met de zonsopkomst was dit helemaal een vervelende bijkomstigheid. We waren om 04.30 opgestaan, voor dag en dauw, om op tijd bij de Angkor Wat tempels aan te komen. Zonsopkomst kijken bij Angkor Wat is kennelijk geen origineel idee, gezien de honderden tot duizenden mensen die gelijktijdig daar waren. Maar zoals de dag ervoor bij de zonsondergang hadden we deze dag ook pech met de zonsopkomst. Een dikke laag bewolking. Wel hadden we deze dag een grappig moment met onze tuktuk chauffeur. De beste man had hoogstwaarschijnlijk de voorgaande nacht doorgewerkt, waardoor hij vermoeid aan de dag begon. Een gemiddelde dag van de tuktuk chauffeur kenmerkt zich door het feit dat hij in zijn tuktuk slaapt (in een hangmat of op een stapel kussens) op momenten dat toeristen de tempels van Angkor Wat aan het bekijken zijn. Gemiddeld genomen duurt dit anderhalf tot 2 uur. Wanneer men 4 tempels op een dag bekijkt komt hij evengoed op 8 uur slaap uit. Echter had onze chauffeur geen rekening gehouden met het feit dat we eerder van een tempel terugkwamen. Zo deed zich de mogelijkheid voor om te gaan rijden met een slapende tuktuk driver achterin, maar uiteraard hebben we de beste man niet zo erg laten schrikken. Nadat het middaguur was genaderd en ook onze dag inmiddels al 7 uur aan de gang was hebben we Angkor Wat achter ons gelaten en hebben we weer de koelte van het zwembad opgezocht. Anders is de hitte in Cambodja niet te trotseren. Aangezien we het Angkor Wat complex hadden gezien kregen we de geniale ingeving om de volgende dag met de boot naar Battambang te gaan om zo meer van de Cambodjaanse omgeving te zien, waaronder de floating villages. Sommige dorpen in Cambodja worden namelijk gevormd door drijvende huizen. Wanneer je als toerist niet de extreem toeristische variant van deze dorpen wilt zien is de boot een prima alternatief. Zo kan het zijn dat we vrijwillig, sterker nog, voor een x aantal USD, onszelf voor 10 uur op een boot laten vervoeren door de nauwe rivieren van Cambodja. Op een gegeven moment wist ik van ellende niet meer hoe ik op de harde houten banken moest gaan liggen of zitten. Het dek aan de voorkant van de boot bood uitkomst, waardoor ik nog even lekker heb kunnen slapen terwijl we langzaam door Cambodja voeren. Jullie zullen begrijpen dat we die avond niets meer hebben ondernomen. Voordat we vandaag de bus naar Phnom Penh zijn ingestapt hebben we een rondleiding door Battambang gekregen van een tuktuk chauffeur. De rondleiding was een leuke extra, maar uiteindelijk wilden we maar twee dingen. Een rit maken op de bamboetrein en naar de Killing Caves van Battambang. De bamboetrein was een doorslaand succes. Op deze enkele rail worden mensen vervoerd op platte bamboebedden met wielen eronder. Echter, wanneer er tegenliggers zijn loop je het risico dat jouw trein van het spoor wordt gehaald. Wanneer de tegenliggers gepasseerd zijn wordt je trein weer opgebouwd en vervolgens kun je vrolijk verder reizen. Wij hadden twee keer het genoegen dat onze trein van het spoor moest worden gehaald. Nadat we een uur op het hobbelige spoor hadden gezeten waarbij je iedere overgang van rails in je rug voelde zijn we met onze tuktuk naar de Killing Caves gereden. Deze grotten hebben niet voor niets deze toepasselijk naam gekregen. Tijdens het regime van de Rode Khmer vonden namelijk meer dan 10.000 Cambodjanen de dood in deze grotten. Er waren twee manieren waarop deze mensen de dood vonden. De eerste was hoogstwaarschijnlijk het minst pijnlijke. Deze mensen werden met een machinegeweer beschoten op de naastgelegen Killing Fields om vervolgens in een 30 meter diepe grot gegooid te worden. Een soort massagraf. De overige Cambodjanen werden meegenomen naar de rand van de kuil en kregen dan fatale klappen met een knuppel om vervolgens levenloos de kuil in te storten. Onze gids vertelde echter ook dat sommige mensen de klappen van de knuppel overleefden, maar dan vervolgens uithongerden in de kuil tussen honderden en duizenden lijken. Het is werkelijk niet voor te stellen hoe zoiets betrekkelijk kort geleden (1975-1979) heeft kunnen plaatsvinden met de Jodenvervolging van de Tweede Wereldoorlog in het achterhoofd. Het meest lugubere is misschien nog wel dat er drie kuilen waren. Één voor mannen, één voor vrouwen en één voor kinderen. De schedels (sommige met kogelgaten) vormen het bewijs hiervan. Na deze indrukwekkende, maar ook misselijkmakende kennismaking met het regime van de Rode Khmer zijn we terug naar het hotel gegaan om ons te gaan opmaken voor een busreis naar Phnom Penh.
Wordt vervolgd.
Maarten
Dag allemaal. Ik heb vanaf het begin aangegeven dat ik deze reis geen blog bij zou houden, maar nu de gelegenheid zich voordoet op een 6 uur durende busreis van Battambang naar Phnom Penh (Cambodja) heb ik besloten om mama een plezier te doen en de eerste maand van mijn reis te verwoorden voor het thuisfront. Hopelijk zijn er, buiten opa en oma Steyvers, nog enkele lezers mij trouw gebleven. Jullie kennen mijn schrijfstijl, maar evengoed zal ik proberen om jullie niet af te schrikken met de hoeveelheid tekst. Ik kan echter niets beloven;-). Nu ik het mooie Cambodjaanse landschap aan me voorbij zie glijden vanuit de bus is het moeilijk om mijn gedachte bij het verhaal te houden. Nou daar gaan we…
Thailand
Mijn Aziatische avontuur begon dinsdag 19 februari met een treinreis vanuit Maarheeze naar Schiphol, waar Collin en ik hadden afgesproken voor onze gezamenlijke vlucht naar Bangkok. Met Collin zal ik de komende 4 maanden door Zuidoost Azië, Japan, China, Mongolië en Rusland gaan reizen om vervolgens op 16 juni weer veilig voet op Nederlandse bodem te zetten. Voor wie geen idee heeft met wie ik reis en of ik deze jongen überhaupt wel ken. Collin en ik hebben elkaar in Amerika ontmoet en hebben door ook een tijdje samen gereisd. Aangezien ik afgestudeerd ben en Collin op het punt staat om een nieuwe studie op te pakken hadden we beide tijd. Om een lang verhaal kort te maken: nu zitten we samen in Azië. Nadat we met enige moeite hadden ingecheckt voor onze vlucht naar Bangkok, we moesten namelijk bewijs voorleggen dat we daadwerkelijk Bangkok zouden verlaten na verloop van tijd en daarbij waren vliegtickets van Hanoi naar Hong Kong en van Moskou naar Amsterdam niet voldoende, konden we ons gaan opmaken voor een 17 uur durende vlucht naar Bangkok. De heenreis verliep in tegenstelling tot mijn heenreis naar Canada vlekkeloos. Het eten en drinken was uitstekend, de vlucht verliep volgens schema en voor het oog waren de stewardessen gekleed in traditioneel Maleisische kledij. Mede daardoor vloog de vlucht spreekwoordelijk voorbij en zijn we vroeg in de volgende ochtend geland op Kuala Lumpur International Airport voor een korte tussenstop voordat we op het volgende vliegtuig naar Bangkok stapten. Toen we aankwamen in Bangkok en we zonder noemenswaardige problemen door de douane waren gekomen hebben we de skytrain en metro naar het centrum gepakt op zoek naar ons hostel. Nadat we een tuktuk hadden afgewezen (stom!), in de veronderstelling dat we in de buurt van ons hostel waren, moesten we ruim een kilometer lopen met onze zware backpacks op de rug in de klamme hitte van Bangkok. Zwetend kwamen we aan in het hostel waar we allereerst moesten wachten op de receptionist. Hoezo 24-uurs receptie?!? Vervolgens werden we verrast door het feit dat er geen airco of wifi op onze kamer was, maar we wel een upgrade konden krijgen voor 360 Thaise Bath per persoon. Dit komt omgerekend uit op 9 euro. Echter, puur om het principe probeerden we af te dingen op de prijs tot op 46 Bath, oftewel 1 euro en 2 eurocent. Omdat de eigenaar zich niet liet overbluffen hebben we op dit bedrag het hostelakkoord over boord gegooid en moesten we in Bangkok opnieuw opzoek naar een hostel. Achteraf de beste beslissing van de reis tot nu toe! Bij de plaatselijke McDonald’s hebben we namelijk het Silom Art Hostel gevonden en het was niets minder dan uitstekend. Hagelnieuw, erg schoon en bovendien weet bijna geen toerist deze parel te vinden. Nadat we eindelijk verlost waren van onze backpacks en de ietwat nichterige receptionist eindelijk de bon had uitgeprint met zijn klassieke printer met dubbelklapvellen, zo eentje waarvan je vroeger toen je 8 jaar was de zijkanten afscheurde, hebben we een tuktuk staande gehouden en zijn we richting het oude centrum van Bangkok gereden. Achteraf bleek dit de duurste tuktuk rit van onze trip te zijn; 250 Bath. Voor dezelfde prijs zit ik nu namelijk voor ruim 300 kilometer in de bus. Een troost, in het vervolg hebben we ons niet meer zo eenvoudig laten foppen.
Als ik me later iets van Bangkok herinner is dat ongetwijfeld de talloze tuktuk ritjes die we door de stad hebben gemaakt. De meest opvallende was zonder twijfel de tuktuk rit met Ek. De beste man liet ons voor 50 Bath de halve stad zien, maar dan moesten we hem wel aan benzinebonnen helpen door 2 bevriende winkeliers op te zoeken. Toen hij deze gunst een tweede keer vroeg hebben we Ek vriendelijk verzocht om ons in Chinatown af te gooien, maar niet voordat we de tuktuk van Ek hadden gekaapt voor enkele minuten toen hijzelf even moest plassen. Nadat we in Chinatown hadden gegeten zijn we knikkebollend terug naar het hostel gegaan. Na een korte power nap en een potje pool zijn we toch nog even Bangkok ingegaan. Een tuktuk die we aanhielden bracht ons naar een bar die hij zelf kende. Bleek hij ons in het red light district van Bangkok te hebben afgezet. Toen we de bar naar binnen liepen kregen we direct twee dames aan onze tafel die we vriendelijk doch dringend hebben verzocht om ons alleen te laten met de boodschap of het geen beter idee was dat ze naar de oude heren achterin de bar zouden gaan. Nadat we ons eerste biertje in Bangkok hadden gedronken zijn we weer bij dezelfde tuktuk chauffeur ingestapt met het verzoek of hij een normale bar kende. Bracht hij ons naar een dubieuze club. Gelukkig stoot een ezel zich niet twee keer aan dezelfde steen en hebben wij hem verder laten rijden. Reed die idioot ons weer naar het red light district, maar hij wees daar een andere bar aan. Alsof wij twee randdebielen zijn. We hebben de man gelaten voor wat het was (bovendien kon hij naar z’n centen fluiten) en zijn toen zelf op zoek gegaan naar een normale bar. Zo kwamen we aan bij een Duitse Biergarten. Maar niet voordat ons onderweg 6x is aangeboden of we geen interesse hadden in een pingpongshow. We vonden het nog te vroeg daarvoor;-). In de Duitse Biergarten hebben we Andrew en Ricky ontmoet. Met deze twee Engelse mannen hebben we de avond afgesloten.
De dag erop hadden we nog last van een lichte jetlag. Dit werd bevestigd door het feit dat we pas om 15.00 opstonden vandaag. Overigens de eerste en direct laatste keer dat we zo laat op zijn gestaan deze reis. Dezelfde dag zijn we laat in de middag, dat kon ook niet anders;-), met een long boat door de kanalen en over de rivier van Bangkok gevaren. Ook door het oude Bangkok en de sloppenwijken aan het water. Daarna zijn we afgezet bij het Koninklijke Paleis, maar we waren wederom te laat om binnen te mogen. Toen zijn we maar naar de zwarte Boeddha gegaan op aanraden van onze tuktuk driver. Toen bleek dat deze ‘zwarte’ Boeddha eigenlijk van goud was zijn we terug naar Chinatown gegaan. Daar krijg je tenminste waar je om vraagt en wat je verwacht. Veel Chinezen! In Chinatown hebben we verse vis gegeten en we zijn er niet ziek van geworden. Ook hebben we deze avond nog tickets voor een Thai Box Game proberen te krijgen, maar omdat we niet-Thais zijn werd de prijs met 500 Bath opgeschroefd. Over discriminatie gesproken. We laten ons natuurlijk niet piepelen en probeerden via iedere mogelijke illegale weg aan tickets te komen. Tevergeefs. ’s Avonds hebben we weer in de Biergarten gezeten waar we als helden ontvangen werden. Als je maar geld hebt in Bangkok, dan is alles prima. We hebben het niet zo laat gemaakt als de avond ervoor, want de volgende ochtend gingen we naar het Koninklijk Paleis. Na een gratis tour over het immense complex vroegen twee schoolmeisjes of ze met ons op de foto mochten. De eerste van velen bleek achteraf. Maar dat lezen jullie in het vervolg nog wel. In de trein van Bangkok naar Chiang Mai zou het ook gebeuren. En in Laos meerdere keren. We zijn ’s avonds naar Koh San Road gegaan en hebben de tuktuk afgedongen tot 0 Bath. Een absoluut laagte record! Hiervoor moesten we 2 minuten in een kledingwinkel doen alsof we oprecht geïnteresseerd waren in het aanschaffen van een pak. Makkelijk zat en makkelijk verdiend die gratis rit. Na 4 dagen Bangkok hadden we de stad gezien en beleefd. Ondanks dat je nog veel langer in deze chaotische stad kunt blijven waren we toe aan een nieuwe omgeving. Ook om onszelf in bescherming te nemen;-). Chiang Mai werd de nieuwe bestemming. Met de nachttrein zijn we naar deze noordelijke provinciestad gegaan. In de trein zat een bar waar we tot 12 uur hebben gezeten voordat we naar bed gingen. De bedden waren prima en de tocht door de jungle van Thailand was leuk. De nachttrein is absoluut een belevenis.
Chiang Mai is in vergelijking met Bangkok een saaie provinciestad. Ondanks de schoonheid van Chiang Mai en de mooie Wats valt alles in het niet met Bangkok. Er valt een stuk minder te beleven. ’s Avonds Engels voetbal gekeken in het bargedeelte van Chiang Mai buiten de stadsmuren. De volgende dag zijn we laat in de ochtend naar de jungle in de buurt van Chiang Mai gegaan, waar we hebben abgeseild en aan stalen kabels door de jungle hebben gegleden. Mooie uitzichten vanuit de lucht op de Thaise jungle. Én met goed gezelschap. Zo was de look-a-like van Kim Jong-il mee in onze groep. Deze Chinese man die opvallend veel vergelijkenissen vertoonde met de gewezen leider vond alles wat hij of wij deden een groot feest. Die vreugde kon hij helaas niet overbrengen op zijn vrouw. Die als een zak aardappelen met een humeur van een oorworm in de touwen hing. Terug in Chiang Mai hebben we een Thaise massage gehad. De Thaise massage bleek echter een marteling te zijn. Ik zou nog liever met een wilde tijger willen vechten dan nogmaals in een dergelijk martelhok willen liggen. Met ellebogen, voeten en knieën werden Collin en ik onder handen genomen. De uitkomst, meer spierpijn dan voordat we naar de massage gingen. Daarna een Thai box wedstrijd gezien. Zeven om precies te zijn. Zes van de 7 de uitslag goed voorspelt en een aantal brute KO’s gezien. Een dag vol leuke activiteiten! Na twee dagen besloten we om van Chiang Mai naar Laos te reizen. De eerste reisdag naar Chiang Khong hebben we 5 uur opgevouwen in krappe bus gezeten naar de grens met Laos. Chiang Khong om precies te zijn. Nog een tussenstop gehad bij de Witte Tempel. Alsof we nog niet genoeg tempels hebben gezien in Thailand. Eerlijkheid gebied wel te zeggen dat dit de mooiste tempel van het land is. Na aankomst in ons hostel in Chiang Khong hebben we ’s avonds niets meer gedaan.
Laos
Woensdagochtend (27 februari) stond onze overtocht naar Laos op het programma. Bij de douane in Thailand hebben we onze departure card ingeleverd en vervolgens zijn we met een kleine boot naar de overkant van de Mekong rivier gebracht én naar een nieuwe bestemming: Laos. Het douanekantoor in Laos is zo groot (of klein) als onze keuken, maar evengoed moeten er honderden toeristen per dag doorheen. Nadat we 35 USD hadden neergelegd voor ons visum waren we officieel in Laos. Toen we eenmaal door de douane waren gingen we met een overbemande tuktuk naar de ‘haven’ waar de slow boat op ons lag te wachten die ons naar Luang Prabang zou brengen. Bij het vertrek van het hostel in Chiang Khong hadden we al kennis gemaakt met twee Amsterdamse jongens, Timo en David, en zij zouden uiteindelijk ook bij ons op de slow boat terecht komen. Van te voren stond al vast dat de slow boat een avontuur op zichzelf zou gaan worden. Eenmaal aangekomen in de haven van Huay Xai werd dit direct bevestigd. De slow boat was namelijk al afgeladen vol met mensen, terwijl er buiten nog minimaal 30 toeristen stonden te wachten op hun gereserveerde plaats. Iedereen had al snel door wat er aan de hand was. Overboekingen. We hadden de keuze om mee te gaan of te bluffen en een tweede boot naar Luang Prabang af te dwingen. Een zelfbenoemde ervaren Duitse reiziger adviseerde iedereen om als groep bij elkaar te blijven en een boot af te dwingen, maar er was te veel twijfel in de groep gezaaid door de kapitein. Vandaar dat we overgehaald werden door hem met het gegeven dat er maar een boot naar Luang Prabang ging die dag. Aangezien we in een vreemd land zaten zonder enige vorm van structuur zijn we overstag gegaan en konden we uiteindelijk in de machinekamer plaatsnemen. Het oorverdovende geluid van de motor klonk als een klopboor in je oren en van de uitlaatgassen zou je een directe koolstofmonoxidevergiftiging krijgen. Collin en ik hadden echter al snel een plaats gevonden op het achterdek van de boot, zodat de twee bovengenoemde problemen verminderden. Nog niet ideaal, maar beter dan de plaatsen die we in eerste instantie hadden. De echte die hards, twee Argentijnse jongens, hebben de hele reis in de machinekamer geslapen. Waarvoor eeuwig respect. Uiteindelijk zou alles echter goed uitpakken. Timo en David zijn op het voordek van de boot gaan liggen, de Duitser die zich als enige met het groepsbelang bezig hield had een van de beste plaatsen van de boot en wij hebben met veel stunt- en vliegwerk ook prima plaatsen geregeld. Eerst door voor op de boot te staan en vervolgens door lege plaatsen in te pikken. Zo kwamen we langs Daniël te zitten. Een Duitse hippie die we vanaf nu de spiritueel leider noemen. Hij ging namelijk mediteren en had 3 vrouwen gevonden die de spirituele reis met hem wilden volbrengen. Alle drie hippies met ieder haar eigen ‘andere’ kijk op de wereld. En schijnbaar deden ze niet aan scheermesjes, want alle drie hadden ze meer okselhaar dan een volwassen kerel. Zo dacht een Amerikaans meisje dat er een tweede burgeroorlog in USA zou uitbreken en dat het drinken uit plastic flessen leidt tot kanker of het feit dat er zoveel ladyboys in Thailand zijn. Een ander meisje dacht dat ze de koningin van een Amerikaanse regio was. Later bleek dat ze gewoon gruwelijk veel blowden. Maar goed, Daniël was een goede gast en we hebben dankzij hem prima plaatsen op de boot gekregen. In de tussentijd hebben we ook aangeknoopt met Timo en David die tussen het voordek en onze plaatsen pendelden. Hierdoor werd het, ondanks het begin en de tijd op de boot, een leuke tocht. De slow boat voer ons over de Mekong Laos in. Doordat de Mekong rivier de grens vormt tussen Thailand en Laos zag je aan de rechterzijde Thailand en aan de linkerzijde Laos. Tijdens de boottocht heb ik ontzettend veel mooie natuur en vergezichten gezien. Én olifanten! Na een tocht van 7 uur, die voor mijn gevoel 12 uur had geduurd, kwamen we aan in Bak Peng. We hadden vertraging omdat de motor van de boot onderweg stuk ging, waardoor het zijn naam van slow boat nog veel meer eer aan deed. Het guest house in Bak Peng, de tussenstop tussen Huay Xai en Luang Prabang, vergoedde alles. De eerste reisdag op de boot waren we op slag vergeten.
Van Bak Peng naar Luang Prabang was wederom een lange zit door de schitterende natuur van Laos. Deze keer hadden we direct een goede stoel samen met Timo en David. Daniël en zijn sekte zaten ook in de buurt en zij hebben de hele tocht geblowd en hun hippie ideeën te pas en te onpas gedeeld. Na 7 uur kwamen we vroeg in de avond aan in Luang Prabang. Na een korte opfrisbeurt zijn we gaan eten in het historische centrum van deze knusse stad. ’s Avonds zijn we naar de enige discotheek (Utopia) van Luang Prabang gegaan samen met Timo en David. Leon zal deze tent ongetwijfeld ook wel kennen;-)! Doordat er een avondklok is van 23.30 in Luang Prabang dachten we dat we vroeg in bed konden liggen. Echter, er is een regel dat een bowlingbaan buiten het centrum open mag blijven tot 02.00. Iedere zichzelf respecterende backpacker in Luang Prabang staat dus vroeg in de nacht op de bowlingbaan te bowlen. Na twee potten hebben wij de tuktuk richting het hostel genomen. Even voor de duidelijkheid; ik zie mezelf meer als een reiziger dan een backpacker. Duidelijk een ander slag volk. Backpackers dragen bovendien geen polo’s heb ik mij laten vertellen;-).
Na de eerste avond in Luang Prabang hebben we de volgende dag ons Vietnamese visum in orde gemaakt. De Vietnamese ambassade in Luang Prabang was niets vergeleken met de Amerikaanse ambassade in Amsterdam. Waar in Amsterdam de automatische wapens en soldaten je verveeld aankijken is de ambassade van Vietnam een woonhuis waarin de deuren altijd openstaan. We werden door een vriendelijke man geholpen. Vijf minuten en 70 USD later verlieten we het pand zonder paspoort. Deze konden we maandagochtend ophalen. Nadat we deze formaliteit hadden geregeld zijn we terug naar het hostel gegaan en hebben we nog een aantal uren gerust, ook omdat het tussen 11.00 en 15.00 te warm is om iets te ondernemen, voordat we naar het historische centrum van Luang Prabang zijn gegaan. Hier hebben we Mt. Phou Si beklommen. Een heuvel midden in het centrum waar een van de oudste tempels van Luang Prabang gevestigd is. Bovenop de top hadden we een schitterend uitzicht over het historische centrum en Luang Prabang. Ook hebben we een kort gesprek gehad met twee jonge monniken. Bovendien kwamen we de man tegen die ons de tickets had verkocht voor de eerste dag op de slow boat naar Luang Prabang. Uit beleefdheid vroeg hij hoe de eerste reisdag was geweest. Daar hebben we wijselijk over gelogen;-). Na een korte wandeling door Luang Prabang, via de avondmarkt waar we twee paar tjop sticks hebben gekocht, zijn we terug naar het hostel gegaan. ’s Avonds zijn we met Timo en David weer richting Utopia gegaan en de bowlingbaan. Deze avond kwamen we Daniël en zijn trouwe volgers ook weer tegen. We hebben hem verteld dat hij de spirituele leider is van het gezelschap. Volgens mij vond hij dat wel grappig, en anders vonden wij 4 het wel grappig!
Na twee dagen hadden we Luang Prabang gezien en zijn we de omgeving gaan verkennen en activiteiten gaan ondernemen. Zo zijn we naar het Khuang Si National Park gegaan waar enkele mooie watervallen waren. Het turquoise water was schitterend helder en we hebben gezwommen onder de watervallen. Ook zijn we naar de top van de 60 meter hoge waterval geklommen. De helse tocht was het waard, maar evengoed viel het uitzicht tegen door de bebossing. Het meest bizarre moment van vandaag was dat wederom enkele Aziatische vrouwen met ons op de foto wilden. Eerst heel sneakie. De professionele fotografe die deze groep vrouwen had afgekocht ging in een onorthodoxe hoek staan met haar camera zodat ze niet de vrouwen maar Collin en mij op de foto had staan. Ondanks de overvloed aan westerse mensen en mannen valt het wel op dat steeds wij twee de pineut zijn. Onder het mom ‘zijn jullie broers?’. Nou, nee dus. Tegenwoordig maken we ook foto’s terug. ’s Avonds zijn we met Timo en David weer naar Utopia gegaan. Toen we naar het hostel wilde hadden we een tuktuk afgedongen tot 5.000 KIP per persoon. De chauffeur had er echter op gerekend dat we met z’n vieren naar ons hostel gingen, waarna hij de prijs weer opschroefde. Omdat wij niet gediend zijn van backstabbing hebben we het eerste half uur zijn tuktuk gesaboteerd en iedere toerist die hij wilde lokken weggestuurd. Vervolgens wilde een bevriende tuktuk chauffeur ons wel mee nemen voor de afgesproken prijs. Wanneer hij ons in eerste instantie had weggebracht had hij veel meer geld kunnen verdienen. Stom van hem! Hij had vast niet op twee koppige Nederlanders gerekend.
Na de eerste actieve dag in Luang Prabang met een bezoek aan het national park zijn we de dag erna gaan kajakken op de Mekong rivier en een aftakking van deze rivier. Tijdens het kajakken hadden we veel mooie ‘fotomomenten’. Ook zijn er twee Zwitserse toeristen, die zichzelf nogal grappig vonden, kopje onder gegaan met hun dure spiegelreflexcamera. Een geniaal moment al gun je dat natuurlijk (bijna) niemand! Na het kajakken zijn we naar de grotten met honderden Boeddha’s gegaan, alvorens we olifant gingen rijden. Ondanks dat ik hier naar uit had gekeken vond ik dit geen leuke activiteit. Wanneer je bovenop een olifant zit merk je pas echt dat dit beest niet gemaakt is om mensen te vervoeren. Evengoed kan je wel merken dat het enorme en oersterke beesten zijn. Maar ik beloof jullie dat ik het nooit meer zal doen in mijn leven. Het vermelden waard is dat ik deze dag een Aziatische naam aangemeten heb gekregen. Maarten is kennelijk lastig uit te spreken voor de plaatselijke bevolking, vandaar dat mijn Aziatische naam Ma Ten is geworden. Had Jur het al die tijd toch bij het rechte eind! Nadat we onze paspoorten weer hadden opgehaald bij de Vietnamese ambassade heb ik een laatste korte wandeling door Luang Prabang gemaakt tot aan het stuk waar de twee rivieren elkaar kruisen. Daarna hebben we de minivan naar Vang Vieng genomen. De rit in de minivan was levensbedreigend. De chauffeur was een regelrechte kamikaze piloot. Inhalen vlak voor de bocht en brommers van de weg afdrukken waren routineklussen voor deze man. Na vijf uur en talloze bijna-aanrijdingen kwamen we in Vang Vieng aan. Aan de wegen in Laos kun je merken dat het een onderontwikkeld land is. Soms liggen er prima begaanbare stukken die afgewisseld worden door kuilen, zand, grote stenen of een combinatie van al het voorgaande. Tijdens de tocht in de minivan hebben we Rob, een Amsterdamse homo, ontmoet. Met hem, Timo en David zijn we die avond naar de Moon Pub, de enige club in Vang Vieng, gegaan. Uiteraard hebben we met z’n vieren de hele avond foute homograppen gemaakt. Dat was een van de betere avonden in Laos. Even voor jullie beeldvorming, Vang Vieng is een dorp ter grootte van Budel dat door reizigers gebombardeerd is als uitvalsbasis in Laos om maximaal te relaxen. Dat is dus ook wat Collin en ik hebben gedaan. Onze dagen bestonden uit het kijken van Southpark afleveringen en voetballen met de lokale jeugd op een schitterend gelegen veld tussen de bergen. Uiteraard hebben we de overwinning voor Nederland veilig gesteld. En wanneer de schemering invalt gaat iedereen naar een kroeg toe (Fat Monkey) om vervolgens weer te eindigen in de Moon Pub. En voor sommige backpackers gaat dit twee weken aan een stuk zo door. Gelukkig waren we het er snel over eens dat we geen twee weken in Vang Vieng zouden blijven. Sterker nog, 3 dagen vonden we eigenlijk al te veel. De tweede volle dag dat we in Vang Vieng waren besloten we om te gaan tuben. Tuben is met een grote opblaasband stroomafwaarts over een rivier van kroeg naar kroeg varen. Van verhalen hebben wij vernomen dat dit in voorgaande jaren een spektakel was, maar doordat er veel Australische toeristen dood zijn gegaan bij deze activiteit (combinatie van alcohol, drugs en domme stunts) is het afgezwakt. Dat wil zeggen er zijn nog maar 2 kroegen open en alle touwen en kabelbanen waar iemand zichzelf mee de dood kan injagen zijn weggehaald. Je bent ook echt een idioot als je in de rivier gaat springen, want het water is op z’n diepst 1,20 meter. Eigen schuld dikke bult zeggen we dan. ’s Avonds een avond bij Johnny, een local die we met voetballen hebben ontmoet, gehangen in zijn guest house en vervolgens weer naar de Moon Pub. Vang Vieng hadden we na bijna 3 dagen wel gezien.
Na Vang Vieng zijn we naar de hoofdstad van Laos gegaan, Vientiane. In Vang Vieng hebben we afscheid genomen van Timo en David die uiteindelijk ruim 10 dagen daar zouden blijven. We hebben afgesproken om elkaar in Vietnam weer even op te zoeken als het uitkomt. We zijn ook met de minivan naar Vientiane gegaan. Deze keer was de rit echter een stuk minder hobbelig. In Vientiane moesten we nog op zoek naar een hostel. Het hostel dat we voor ogen hadden was ‘volgeboekt’ toen we daar aankwamen, maar via internet bleek er nog genoeg mogelijk. Evengoed hebben we een ander hostel geboekt. ’s Avonds over de avondmarkt gelopen en gegeten bij een Indiaas restaurant. We kregen dwergenporties van deze afzetter. Daarna nog in het hostel gezeten en gaan slapen, want we wilden de volgende ochtend ons Chinese visum regelen. Hierdoor zijn we vroeg opgestaan om naar de Chinese ambassade te gaan. Bleek het niet mogelijk om een Chinees visum binnen 2 werkdagen te regelen. Alleen 4 werkdagen was mogelijk. Hierop hebben we besloten dat we Vientiane eerder zouden verlaten. Als middagactiviteit gingen we naar de Lao Beer Brewery. Echter bleek deze om onderhoudswerkzaamheden gesloten. De tuktuk driver had ons opgelicht, maar dat konden we ons niet kwalijk nemen. Gelukkig konden we de vlucht naar Kuala Lumpur vervroegen met twee dagen. Ondanks dat Vientiane de hoofdstad is van Laos heeft het weinig om het lijf. De stad heeft veel Franse invloeden wat zich vertaald in een kleinere versie van de Arc de Triomphe. Boven op deze replica van de Arc de Triomphe hadden we een mooi uitzicht over Vientiane. Verder hebben we het ‘monument op de Dam’ van Laos gezien. De tuktuk driver die ons er naartoe bracht was niet bijster slim. Iedereen vroeg 80.000 KIP, maar wij wilden niet verder gaan dan 20.000 KIP. Deze chauffeur begon uit zichzelf al op 20.000 KIP. De held. Daarna nog langs het koninklijk paleis van Laos gelopen en van een straatbarbecue gegeten. De eigenaar van de kraam was duidelijk dolgelukkig met onze fooi van 1 euro en 10 eurocent. Dat is het leuke van deze mensen. Ze zijn ongelofelijk blij met alles dat ze krijgen. De laatste avond in Laos zijn we naar @ Home gegaan waar we vrienden werden met een Thaise ‘miljonair’. Althans zo deed hij zich voor. De whisky bleek echter bier te zijn. Uiteraard werden we weer gefotografeerd. Het begint inmiddels gewoon te worden.
Maleisië
Zondagochtend zijn we vroeg naar het ‘internationale’ vliegveld van Vientiane gegaan. Bij de naam internationaal vliegveld in de hoofdstad van een land verwacht je een behoorlijk vliegveld. Echter, niets aan dit vliegveld verraad dat je vanuit hier ook naar andere landen kan vliegen. Wat mij betreft kunnen we Budel Airport ook omdopen tot internationaal vliegveld;-). Kennelijk zijn de selectiecriteria iets minder selectief in Laos. Na een beveiligingscontrole, die zo lek als een mandje leek te zijn getuige het feit dat Collin heen en terug kon lopen omdat hij iets was vergeten in te checken, vervolgden we onze reis naar Kuala Lumpur, Maleisië. De vlucht en de 1 uur en één kwartier durende bustransfer naar het centrum van Kuala Lumpur verliepen voorspoedig. De metro begrijpen werd echter ineens een stuk lastiger, doordat er 3 verschillende soorten openbaar (trein)vervoer in Kuala Lumpur zijn. Navraag bij de informatiebalie bood uitkomst en zodoende konden we aan het laatste stuk van onze reis naar het hostel beginnen. Toen we bij het juiste metrostation waren uitgestapt bevonden we ons midden in een wolkbreuk. De eerste regen die we tot dan toe gehad hadden in Zuidoost Azië. Echter, stonden 2 van de 3 daaropvolgende dagen de straten van Kuala Lumpur blank. Zo werd de periode van stoffige droogte gecompenseerd met 100 mm regen in een tijdsbestek van 72 uur. Ondanks dat we die dag al 8 uur aan het reizen waren, waren we nog wel helder genoeg van gedachte om een taxi aan te houden die ons bij het hostel, 500 meter verderop, afzette. Hiervoor had de beste man wel onze hulp nodig. Wie leeft er nu al zijn hele leven in Kuala Lumpur? Het hostel bleek een luxe mansion te zijn met dakterras en voor het eerst comfortabele bedden. Vanaf het dakterras hadden we bovendien een schitterend uitzicht op de Petronas Towers, het symbool van Maleisië. Nadat we onszelf hadden opgefrist zijn we tussen de buien door naar Petaling Street in Chinatown gelopen. Hier hebben we gegeten en van de Chinese chaos genoten. Petaling Street is een voetgangersgedeelte in Chinatown waar aan weerszijde van de straat voetpaden van 1 meter breed zijn vrijgehouden en dat voor de rest helemaal is volgebouwd met kleine kraampjes die allemaal vergelijkbare troep verkopen. Nadat we ons kostelijk hebben vermaakt en onze afdingkwaliteiten hebben bijgeschaafd zonder iets te kopen hebben we op het dakterras genoten van een welverdiend biertje en uitzicht op Kuala Lumpur. In de daaropvolgende dagen hebben we de toerist in ons gevonden. Kuala Lumpur kan niet tippen aan steden als New York en Bangkok, maar is een metropool waar iemand zich eenvoudig enkele dagen kan vermaken. Zo hebben we ons enkele uren vermaakt bij de Petronas Towers, zowel overdag als in de avonduren wanneer de toren verlicht is. We zijn echter niet naar de top gegaan van deze iconische één-eiïge tweeling. We zijn namelijk naar de top van de Kuala Lumpur Tower gegaan. Deze toren, die verdacht veel van de CN Tower in Toronto wegheeft, is niet alleen goedkoper dan de Petronas Towers, we blijven ten slotte Nederlanders, hij biedt ook een mooi uitzicht op de Petronas Towers en de rest van Kuala Lumpur. Vanuit de top van de KL Tower, op ruim 250 meter hoogte, hebben we Kuala Lumpur bij daglicht gezien en besloten we om net zo lang te blijven wachten totdat de zon onder zou gaan en we de stad ook verlicht konden zien. Een kleine misrekening van onze kant zorgde ervoor dat we ruim twee en een half uur hebben gewacht. Waar de zon in Laos altijd onderging tussen 18.00 en 18.30 was dat in Maleisië evengoed ook het geval. Echter, het tijdsverschil ( 1) zorgde ervoor dat de zon 19.30 plaatselijke tijd onderging. Uiteindelijk was ons wachten wel de moeite waard en hebben we een mooi verlicht Kuala Lumpur gezien. Nadat we de stad verlicht hadden gezien zijn we wederom naar de Petronas Towers gelopen om een fonteinshow te zien. Een anticlimax! Hij kon bij lange na niet tippen aan de fonteinen van het Bellagio in Las Vegas. Zou ik te verwend zijn geworden;-)? Deze dag hadden we ook nog een bezoek gebracht aan de (overdekte) centrale markt om bij te komen van de bloedhitte (gevoelstemperatuur 40°C) en zijn we met de monorail, de bovengrondse trein die dwars door Kuala Lumpur gaat, naar de, volgens de hostelmedewerkster, hipste wijk van de stad gegaan. Niets was minder waar. Een winkelcentrum, waar er trouwens ontelbaar van zijn in Kuala Lumpur, was het hoogtepunt van deze wijk. Bovendien bleek dit ‘reserve’ Chinatown een smerige bende te zijn waar weliswaar enkele barren te vinden waren. Lang hebben we er in ieder geval niet rondgelopen.
De derde dag dat we in Maleisië waren zijn we naar de Batu Caves, vlak buiten de stad, gegaan. Deze grotten staan erom bekend dat er veel Makake apen rondhangen die bovendien zo gewend zijn geraakt aan menselijk contact dat ze ook brutaal zijn geworden. Zo zitten ze aan plastic tassen van mensen, pakken ze flesjes drinken van je af en schuwen ze het ook niet om camera’s of telefoons van mensen af te pakken. Als klap op de vuurpijl hebben we een aap de bril van een man z’n hoofd zien afslaan. Hilarisch! Ook hebben we een begeleide tour gedaan in de Batu Caves en zijn we diep deze grotten in geweest. Op een gegeven moment was het zo donker dat je letterlijk geen hand voor ogen zag. Na deze educatieve middag, we kregen de nodige informatie over het dierenleven in de grotten en het ontstaan ervan, zijn we terug naar het centrum gegaan en hebben we Flight, de nieuwe film van Denzel Washington, in de bioscoop gezien. Met Maleisische en Chinese ondertitel. Zodoende heb ik enkele woorden Maleisisch opgepakt. Wie weet of het ooit nog van pas komt. ’s Avonds hebben we ons weer gesetteld op het dakterras met onze Australische kamergenoot Adam met als doel om FC Barcelona – AC Milaan te kijken. De wedstrijd zou 03.45 plaatselijke tijd beginnen, waardoor iemand rond 02.30 met het briljante idee kwam om nog op stap te gaan. Ondanks dat onze ervaringen in Azië tot nu toe hebben geleerd dat het stapleven hier op zijn einde loopt om 24.00 zijn we toch nog even de stad gaan verkennen. Zoals verwacht was alles dicht, op een louche nachtclub na. Toen de portier ons vroeg om 50 RIM op tafel te leggen hebben we vriendelijk bedankt. Ruim op tijd voor de wedstrijd zou beginnen waren we weer terug op het dakterras en hadden we onze stoelen weer opgeëist. Ze waren nog warm;-). Vijf minuten voordat de wedstrijd zou beginnen werd er van zender verwisseld, waardoor al ons wachten voor niets was geweest. De laatste dag in Kuala Lumpur zijn we naar Little India gegaan. Nadat we in deze kleine Indiase wijk hadden gegeten zijn we voor een laatste keer naar de Petronas Towers gegaan om tijdens (opnieuw) een wolkbreuk in het winkelcentrum rond te dwalen. We zijn ’s avonds vroeg gaan slapen, omdat we een vlucht hadden geboekt naar Cambodja (06.50) waardoor we genoodzaakt waren om de wekker op 03.30 in te stellen. Zo namen we de volgende dag vroeg in de ochtend afscheid van Kuala Lumpur dat als tussenstop heeft gediend tussen Laos en Cambodja.
Cambodja
De heenreis naar Siem Reap begon dus al om 03.30. Met de taxi zijn we naar Kuala Lumpur International Airport gegaan en hebben we ons ingecheckt voor de enige vlucht naar Siem Reap die dag. Jullie dachten toch zeker niet dat ik vrijwillig een vlucht had geboekt om 06.50 als het eventueel ook op een later tijdstip mogelijk was geweest?!? Aangekomen in Cambodja en een visum in mijn paspoort rijker zijn we naar het hostel in Siem Reap gegaan en hebben we eerst de verloren slaap van de voorgaande nacht ingehaald. Vervolgens zijn we een middag gaan zwemmen om de hitte tegengas te bieden en omdat het te laat was geworden om nog naar Angkor Wat te rijden. Dat is ook direct de reden dat Siem Reap een van onze bestemmingen in Cambodja is. De aanwezigheid van Angkor Wat. Volgens de Cambodjanen een wereldwonder. Angkor Wat is een 12e eeuwse tempelcomplex in de jungle in de buurt van de provinciestad Siem Reap. Dat is tevens ook het enige bestaansrecht van de stad. Vergelijkbaar met Clifton Hill en de Niagara watervallen in Canada. Siem Reap heeft verder, behoudens een kleine Pub Street en wat avondmarktjes om goedkope souvenirs te kopen, niets om het lijf. We hadden voor 2 dagen een privé tuktuk afgehuurd, voor omgerekend 20 euro, waarmee we twee dagen over het immense Angkor Wat complex hebben gereden. Ik kan nu wel proberen te verwoorden hoe indrukwekkend alles is, maar hiermee zou ik dit wereldwonder te kort doen. Bij thuiskomst zal ik enkele foto’s laten zien, maar zelfs dan kan ik nog niet uitleggen wat voor een indruk het heeft gemaakt. Noemenswaardig is dat ik ook door het complex van Ta Phrom ben gelopen. Deze tempel heeft gefungeerd als set van Tomb Raider. Thuis toch maar eens terugkijken. Het enige smetje aan ons bezoek aan Angkor Wat is het feit dat zowel de zonsondergang als zonsopkomst in het water zijn gevallen doordat het bewolkt was. Met de zonsopkomst was dit helemaal een vervelende bijkomstigheid. We waren om 04.30 opgestaan, voor dag en dauw, om op tijd bij de Angkor Wat tempels aan te komen. Zonsopkomst kijken bij Angkor Wat is kennelijk geen origineel idee, gezien de honderden tot duizenden mensen die gelijktijdig daar waren. Maar zoals de dag ervoor bij de zonsondergang hadden we deze dag ook pech met de zonsopkomst. Een dikke laag bewolking. Wel hadden we deze dag een grappig moment met onze tuktuk chauffeur. De beste man had hoogstwaarschijnlijk de voorgaande nacht doorgewerkt, waardoor hij vermoeid aan de dag begon. Een gemiddelde dag van de tuktuk chauffeur kenmerkt zich door het feit dat hij in zijn tuktuk slaapt (in een hangmat of op een stapel kussens) op momenten dat toeristen de tempels van Angkor Wat aan het bekijken zijn. Gemiddeld genomen duurt dit anderhalf tot 2 uur. Wanneer men 4 tempels op een dag bekijkt komt hij evengoed op 8 uur slaap uit. Echter had onze chauffeur geen rekening gehouden met het feit dat we eerder van een tempel terugkwamen. Zo deed zich de mogelijkheid voor om te gaan rijden met een slapende tuktuk driver achterin, maar uiteraard hebben we de beste man niet zo erg laten schrikken. Nadat het middaguur was genaderd en ook onze dag inmiddels al 7 uur aan de gang was hebben we Angkor Wat achter ons gelaten en hebben we weer de koelte van het zwembad opgezocht. Anders is de hitte in Cambodja niet te trotseren. Aangezien we het Angkor Wat complex hadden gezien kregen we de geniale ingeving om de volgende dag met de boot naar Battambang te gaan om zo meer van de Cambodjaanse omgeving te zien, waaronder de floating villages. Sommige dorpen in Cambodja worden namelijk gevormd door drijvende huizen. Wanneer je als toerist niet de extreem toeristische variant van deze dorpen wilt zien is de boot een prima alternatief. Zo kan het zijn dat we vrijwillig, sterker nog, voor een x aantal USD, onszelf voor 10 uur op een boot laten vervoeren door de nauwe rivieren van Cambodja. Op een gegeven moment wist ik van ellende niet meer hoe ik op de harde houten banken moest gaan liggen of zitten. Het dek aan de voorkant van de boot bood uitkomst, waardoor ik nog even lekker heb kunnen slapen terwijl we langzaam door Cambodja voeren. Jullie zullen begrijpen dat we die avond niets meer hebben ondernomen. Voordat we vandaag de bus naar Phnom Penh zijn ingestapt hebben we een rondleiding door Battambang gekregen van een tuktuk chauffeur. De rondleiding was een leuke extra, maar uiteindelijk wilden we maar twee dingen. Een rit maken op de bamboetrein en naar de Killing Caves van Battambang. De bamboetrein was een doorslaand succes. Op deze enkele rail worden mensen vervoerd op platte bamboebedden met wielen eronder. Echter, wanneer er tegenliggers zijn loop je het risico dat jouw trein van het spoor wordt gehaald. Wanneer de tegenliggers gepasseerd zijn wordt je trein weer opgebouwd en vervolgens kun je vrolijk verder reizen. Wij hadden twee keer het genoegen dat onze trein van het spoor moest worden gehaald. Nadat we een uur op het hobbelige spoor hadden gezeten waarbij je iedere overgang van rails in je rug voelde zijn we met onze tuktuk naar de Killing Caves gereden. Deze grotten hebben niet voor niets deze toepasselijk naam gekregen. Tijdens het regime van de Rode Khmer vonden namelijk meer dan 10.000 Cambodjanen de dood in deze grotten. Er waren twee manieren waarop deze mensen de dood vonden. De eerste was hoogstwaarschijnlijk het minst pijnlijke. Deze mensen werden met een machinegeweer beschoten op de naastgelegen Killing Fields om vervolgens in een 30 meter diepe grot gegooid te worden. Een soort massagraf. De overige Cambodjanen werden meegenomen naar de rand van de kuil en kregen dan fatale klappen met een knuppel om vervolgens levenloos de kuil in te storten. Onze gids vertelde echter ook dat sommige mensen de klappen van de knuppel overleefden, maar dan vervolgens uithongerden in de kuil tussen honderden en duizenden lijken. Het is werkelijk niet voor te stellen hoe zoiets betrekkelijk kort geleden (1975-1979) heeft kunnen plaatsvinden met de Jodenvervolging van de Tweede Wereldoorlog in het achterhoofd. Het meest lugubere is misschien nog wel dat er drie kuilen waren. Één voor mannen, één voor vrouwen en één voor kinderen. De schedels (sommige met kogelgaten) vormen het bewijs hiervan. Na deze indrukwekkende, maar ook misselijkmakende kennismaking met het regime van de Rode Khmer zijn we terug naar het hotel gegaan om ons te gaan opmaken voor een busreis naar Phnom Penh.
Wordt vervolgd.
Maarten
-
18 Maart 2013 - 18:24
Papa En Mama:
Ben net aan het eten,en mama is naar tante dien.
Het is weer als vanavonds,een super langggggg verhaal.
Ga er straks aan beginnen.
Top om dit weer te doen.
Dikke kus en kijk uit. -
18 Maart 2013 - 19:04
Pap En Mam:
Hallo Maarten en Collin,
Net je verhaal gelezen,was een beetje kort?..
Fantastisch wat jullie allemaal meemaken,lijkt me geweldig.
Super dat je toch weer schrijft,zo kunnen we een beetje mee genieten van jullie avonturen.
Ben benieuwd of je veel reactie gaat krijgen van de andere lezers.
Van ons in ieder geval wel.
Geniet ervan en tot het volgende verhaal en Skype
Papa en Mama
-
18 Maart 2013 - 21:39
Daniëlle:
Lieve lieve Ma Ten,
Super leuk dat je (toch) een verhaal hebt geplaatst over je avonturen in Azië! Ik heb weer met veel plezier het heeele verhaal gelezen. Wellicht zien we t.z.t. wel weer een verhaaltje verschijnen... Geniet nog van de reis, voor je het weet ben je weer terug;-)!
Groetjes aan Collin!
Liefs Daniëlle -
19 Maart 2013 - 05:36
Maria:
Ha Maarten,
Superverhaal(tje)!..haha
Geniet nog van je reis en hopelijk heb je nog eens zo'n lange busrit zodat je weer wat kunt schrijven..
Maria -
22 Maart 2013 - 13:57
Peter:
Hoi Maarten,
Geweldig om jouw schitterende verhaal hier te lezen. Heel indrukwekkend wat je allemaal ziet en beleefd.
Ik ben erg benieuwd naar de foto's, lijken mij geweldig om te zien.
Nog heel veel plezier en geniet van al het mooie daar.
Peter.
-
27 Maart 2013 - 22:12
Ron:
Hoi Maarten,
Danillëe heeft ons zaterdag de site doorgestuurd. Ja en waar begin je dan. Van Bangkok naar Chiang Mai gaf mij ook weer de nodige herinneringen. Alleen hadden wij een iets minder luxe trein of wij hebben de bar nooit gevonden. Verder weer een schitterend verhaal en fantastische reis. Geniet en wij wachten weer op de vervolg verhalen....
Groet,
Xavier en Ron
-
02 April 2013 - 09:27
Yvonne:
Poeh hey, wat een story !!
Ik blijf ook je trouwe lezer hoor haha, moet er alleen even voor gaan zitten ;)
Geniet daar !! Hoop snel weer iets van je te kunnen lezen/horen !
Ik hou je iig dmv korte whatsapp filmpjes op de hoogte van de groei van Amy !!
Liefs, Yvonne & Amy -
05 April 2013 - 15:10
Papa:
Hallo,
Zit eigenlijk alweer te wachten op het volgende verhaal van jouw.
Hoezo geen trouwe lezer,schaam je voor zulke opmerkingen aan het adres van je vader.
Dus in de pen en schrijven
dikke kus en groeten van papa en mama -
05 April 2013 - 19:16
Ulrich Bartmann :
Hallo Marten, zit de wachten op het volgende verhaal,schitterende reis, lange verhalen, blijf toch trouwe lezer,geniet groetjes Fam. Bartmann
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley