China: het land met twee gezichten
Blijf op de hoogte en volg Maarten
24 Mei 2013 | China, Peking
Ni Hao!
Na drie weken China kan ik één overduidelijke conclusie trekken: Chinezen zijn een ongemanierd en onfatsoenlijk volk. Of beter gezegd, ronduit smerig! Dat zou voor mij een goede reden kunnen zijn om de komende jaren niet bij de plaatselijke Chinees te komen. Het land heeft overigens veel te bieden, maar, vergelijkbaar met de Fransen in Europa, het is jammer dat er Chinezen wonen. Spugen op de grond, voordringen aan kassa’s en in rijen in het openbaar vervoer, boeren en scheten laten in het openbaar, iemand de pas afsnijden op straat, moedwillig rochelen in restaurants terwijl je zit te eten en zelfs proberen om mensen in het verkeer aan te rijden en vervolgens gepikeerd op de toeter drukken. En dan zijn er ook nog de mensen die ongegeneerd 20 seconden naar je kijken alsof ze water zien branden en vervolgens in het Chinees al wijzend naar je met iemand anders beginnen te praten. En dat zijn alleen de dingen die ik heb onthouden én waaraan ik me gestoord heb. Want zoals jullie weten zijn er maar weinig dingen waaraan ik me kan ergeren;-). Op een gegeven moment wordt het zelfs frustrerend en juist dan is het jammer dat er ruim 1,7 miljard (!!!) Chinezen zijn. Maar voordat de frustraties weer de overhand krijgen gids ik jullie door de afgelopen weken in China. Want het is en blijft een bijzonder land…
Shanghai
De eerste avond in China was verregend, maar gelukkig was het de volgende dag prima weer om de dichtstbevolkte stad van China te verkennen. Shanghai is met 23 miljoen inwoners de grootste stad én het economische hart van China en de vlugge rekenaar merkt op dat er op dit kleine stuk land ruim 7 miljoen mensen meer wonen als in Nederland. Shanghai mag zich met recht een mierenhoop noemen. Deze dag zijn we via East Nanjing Rd naar de Bund gewandeld. De Bund is de historische boulevard van Shanghai vanaf waar we een schitterend uitzicht hadden op de futuristische skyline van Pudong; modern Shanghai. In ruim 20 jaar tijd, vanaf 1991 om precies te zijn, zijn hier talloze wolkenkrabbers verrezen, waarvan de Oriental Pearl TV Tower wellicht het meest in het oog springt. In Pudong staat tevens het hoogste gebouw van China (492 meter). Nadat we over de twee kilometer lange Bund hadden gelopen zijn we richting Old Town gegaan. Hier hebben we in Yuyuan Garden rondgelopen en waanden we ons in het China van 150 jaar geleden. Ook dit maal waren we weer graag gefotografeerden buitenlanders in Azië. Er werden weer enkele foto’s van ons gemaakt met Chinese meisjes en jongens. Omdat we tegenwoordig ook foto’s met onze digitale camera laten maken kan ik ongetwijfeld een vol plakboek van dit soort foto’s in Nederland laten maken. Nadat we enkele uren in oud Shanghai hadden rondgelopen zijn we naar Qi Pu Street gegaan om schoenen te kopen. Uiteindelijk ben ik geslaagd bij een louche verkoper die voor enkele euro’s ‘echte’ Vans in de aanbieding had. Een koopje! Zeker nadat de beste man begon met het astronomische startbedrag van 33 euro. Vroeg in de avond zijn we wederom naar de Bund gelopen om de skyline van Shanghai verlicht te zien. Wederom hadden we een geweldig uitzicht op Pudong en verrassend genoeg werden we ook op deze plaats veelvuldig op de foto gezet. De skyline van Shanghai behoort, zeker als deze verlicht is, tot mijn persoonlijke favorieten.
De volgende dagen hadden we helaas minder geluk met het weer. Het was regen troef in Shanghai, maar uiteraard lieten we ons hierdoor niet uit het veld slaan. Gewapend met een paraplu én schoenen zonder gaten hebben we Shanghai verder verkend. De eerste stop was French Concession. Een wijk in Shanghai die sterk door Europese, voornamelijk Franse, culturen is beïnvloed. In deze wijk is ook de communistische partij onder leiding van ‘chairman’ Mao opgericht. Slechts een oud pand met enkele bewakers bij de poort herinnerd men nog aan deze historische gebeurtenis. Na French Concession zijn we met de metro richting Pudong gegaan waar we enkele uren met onze blik omhoog gericht tussen de wolkenkrabbers hebben gelopen. De regen was voor even gestopt, maar doordat het evengoed bewolkt was zijn we de ‘bottle opener’, het hoogste gebouw van China, vooralsnog niet ingegaan. ’s Avonds heb ik met Fabian Truijen, een oud klasgenoot van me, afgesproken in Shanghai. Fabian woont al ruim 8 maanden in Shanghai en dit was een mooie gelegenheid om elkaar weer eens te spreken. We hebben in French Concession (Lost Heaven) gegeten en daarna zijn we naar Club Mint gegaan. Een van de hipste tenten van de stad. Het was modellenavond waardoor we, buiten het feit dat we ‘underdressed’ waren in onze backpack outfits (lees: een door de zon verkleurde broek en een vaal, verkreukt T-shirt), niet uit de toon vielen;-)! We konden zo doorgaan voor modellen van Frans Molenaar of Viktor en Rolf. Maar dan die op vakantie waren. Ook de volgende dag maakte de regen zich weer meester van Shanghai. Daardoor heb ik ’s ochtends alleen door People’s Square Park gelopen en hebben we ’s middags een korte wandeling over East Nanjing Rd gemaakt. We hadden namelijk de zoektocht naar een chopstick shop geopend. Één uur en talloze steegjes verder hebben we de zoektocht gestaakt. Ondanks hulp van Google Maps konden we de chopstick shop niet vinden. In de avond zijn we naar Iron Man 3 gegaan om de dag enigszins zinvol te maken.
De dag erna zijn we met de bullet train naar Nanjing gegaan. Ondanks dat deze stad op enkele honderden kilometers van Shanghai ligt waren we er binnen 2 uur. Logisch als de trein een snelheid van ruim 290 km/u haalt. Wellicht een optie voor de NS om deze treinen aan te schaffen! Nanjing is de oude hoofdstad van China en met 5 miljoen inwoners tevens een van de grootste provinciesteden van het land. Nanjing, een oude ommuurde stad, vormde een plezierige afwisseling met de drukte van Shanghai. Wanneer je in de stad stond kon je namelijk niet vermoeden dat het 5 miljoen inwoners heeft. In Nanjing hebben we de oude stadspoort bezocht en hebben we, als middeleeuwse ridders, met pijl en boog geschoten. Collin kreeg het zelfs voor elkaar om een kartonnen ridder in zijn harnas te raken, terwijl we eigenlijk alleen op schietschijven mochten mikken én de ridder enkele meters naast de schietschijven stond. Uiteraard werd dit ons niet in dank afgenomen, maar leverde het toch applaus op van de Chinese toeschouwers. Nadat we ons met pijl en boog hadden uitgeleefd, en min of meer weggekeken werden, zijn we door de stad gelopen. Door het historische centrum, dat volledig onder handen genomen werd en daardoor meer weg had van een bouwput, naar het grootste stadspark. Hier hebben we een concert van de lokale ouderenbond bijgewoond dat uiteraard door de ouderen in kwestie met gejuich werd ontvangen. Laat in de middag zijn we met de bullet train naar Shanghai geraasd.
De laatste ochtend zijn we voor de laatste maal, in een zonovergoten Shanghai, naar de Bund gelopen om nog een keer de skyline van Pudong te zien. Daarna ben ik naar het Shanghai World Financial Center, beter bekend als de ‘bottle opener’, gegaan. Dit is het op derde na hoogste gebouw ter wereld en tevens het hoogste observatiedek ter wereld. Op 474 meter had ik een weergaloos uitzicht over de Bund en de rest van Shanghai. Vroeg in de middag zijn we naar Shanghai Hongquia Airport gegaan. Een veredelde fabriekshal met oprijlaan vanuit waar we naar Chengdu vlogen. Een stad op ruim 3 uur vliegen van Shanghai. We vlogen met Spring Airlines, het Ryanair van China. Al doe ik Ryanair met deze vergelijking te kort. Ryanair is een soort KLM vergeleken met Spring Airlines. We stapten vandaag op tijd in het met (letterlijk) plakband beplakte vliegtuig, maar konden evengoed ruim 90 minuten wachten in een kokende cabine. Uiteraard was er niemand die ons uitlegde wat er aan de hand was, immers niemand spreekt Engels. We waren samen met één Portugees zwaar in de minderheid als het op Westerlingen aankomt: 197 tegen 3. Tijdens de vlucht zat ik opgevouwen in een stoel en ruim anderhalf uur vertraagd en mentaal volledig geknakt kwamen we rond half 10 aan in Chengdu. Maar goed, we zijn veilig geland en dat is wat telt! Het enige hoogtepunt van de vlucht was het uitzicht over Chengdu toen we een (laag) over de stad heen vlogen en bijna de daken van de talloze wolkenkrabbers schampten.
Chengdu
Chengdu is een grauwe troosteloze miljoenenstad in het midden van China. Flatgebouwen staan als dominostenen bij elkaar gebouwd en hijskranen sieren de horizon. Bovendien hangt er een dikke laag smog als een rookgordijn over de stad. De reuzenpanda’s zijn de absolute trekpleister van Chengdu en als deze dieren niet in de omgeving van Chengdu hadden gezeten was er geen enkele reden om naar deze stad te gaan. De eerste dag in Chengdu zijn we dan ook direct naar een andere stad in de omgeving gegaan: Leshan. Leshan is een kleine stad op 2 uur rijden van Chengdu en staat bekend om Dafo, oftewel de Grote Boeddha. Volgens de Chinezen de grootste Boeddha ter wereld. Als we voor iedere keer dat we te horen krijgen dat dit écht de grootste Boeddha ter wereld is één euro hadden gekregen had ik mijn reis terugverdiend. En dat is niet omdat deze zo goedkoop is. Na een busrit van een kleine 2 uur waren we in Leshan en konden we de laatste paar kilometers naar Dafo met de plaatselijke #173 afleggen. De laatste paar kilometers naar Dafo duurden ongeveer 30 minuten en kostte ons het absurde bedrag van 1 Yuan (12 eurocent). Dat is prettig de bus instappen kan ik jullie vertellen. Gedurende deze rit waren we uiteraard weer het lijdend voorwerp voor de plaatselijke jeugd. Dit keer bleef het niet bij foto’s maken alleen, maar kregen we ook complimenten als ‘sunshine’, ‘sexy’ en ‘handsome’ naar onze hoofden geslingerd. En dan neigt het ineens naar seksuele intimidatie;-). In het natuurpark vlak buiten Leshan hebben we een middag doorgebracht in de koelte, want in het midden van China was het weer ouderwets warm. Een zoektocht naar Dafo was overbodig. In het natuurpark liepen we namelijk regelrecht tegen de 71 meter hoge Boeddha aan. Eerlijkheid gebied mij dan ook te zeggen dat dit voor mijn gevoel de grootste Boeddha is die ik tot nu toe gezien heb.
De volgende dag zijn we vroeg in de ochtend naar het Panda Breeding Center vlak buiten de stad gegaan. In dit kunstmatige natuurpark worden reuzenpanda’s en rode panda’s gefokt en verzorgd om de pandapopulatie in stand te houden en de dieren, die met uitsterven zijn bedreigd, te behouden voor de mensheid. In het park zitten ruim 80 panda’s en deze dag zijn we ze dan ook veelvuldig tegen het lijf gelopen. Het was een rustige dag, waardoor we alle ruimte hadden om deze schitterende dieren van dichtbij te bewonderen. En hoe mooi is het om gebiologeerd naar panda’s, die in feite de hele dag op bamboe kauwen en de rest van de tijd slapen, te staren. De 3 uur bij de panda’s vormen een absoluut hoogtepunt van mijn reis. Nadat we terug in Chengdu waren hebben we in het Renmin stadspark de middag doorgebracht. Ook in dit park werden we weer veelvuldig op de foto gezet. Één jongen heeft ons zelfs een tijdje gevolgd in het park en verschillende mensen vonden het ook mooi om met ons te praten in het Chinees. Alsof wij hen verstonden en zij ons wanneer we in het Nederlands iets terug zeiden. Een van de meest bizarre dingen die ik in China heb gezien is ongetwijfeld de rode loper die midden in het stadspark lag én gebruikt werd. Men paradeerde als een model over deze rode loper. Zo ook een oudere man in een besmeurd hemdje en vieze geverfde haren. In Thailand zou hij het label ‘sekstoerist’ meekrijgen. Veel inlevingsvermogen heb je niet nodig om te kunnen bedenken hoe de beste man eruit moet hebben gezien. Hij liep over de rode loper als Karl Lagerfeld in zijn betere dagen. Borst vooruit en aan iedere arm een Chinese schoonheid. En de 25 meter over de rode loper heeft hij ongeveer 60 keer belopen! Rond etenstijd zijn we het park uitgewandeld en hebben we bij een straatkraam ‘kip’ gekocht. Nog nooit in mijn leven heb ik zo’n taaie kip op. Maar het kan ook evengoed hond, kat of ieder ander dier zijn geweest. Na twee happen hebben we het weggegooid en zijn we naar onze trouwe bondgenoot gegaan: McDonald’s. Deze laat je namelijk nooit in de steek! Daarna hebben we per toeval nog een arcade gevonden waar we ons (weer) konden uitleven op de basketbalring. De laatste dag in Chengdu hebben we uitgeslapen, de stad is letterlijk slaapverwekkend, en zijn we in de middag nog even naar de arcade gegaan. Laat in de middag zijn we naar het treinstation van Chengdu gegaan om de nachttrein naar Xi’An te pakken. Ondanks dat we op harde bedden moesten slapen is de trein een ideaal vervoersmiddel in het uitgestrekte China. En is de prijs-kwaliteitsverhouding is prima.
Xi’An
De eerste dag zijn we om 09.40, stipt op tijd, aangekomen in Xi’An. Na onszelf opgefrist te hebben na een Spartaanse nacht in de Chinese trein zijn we door Xi’An gelopen. Van de Bell en Drum Towers naar het Muslim Quarter en door naar de eeuwenoude stadsmuren. We hebben over de 13 kilometer lange stadsmuren gefietst en zodoende hadden we een mooi uitzicht over het historische centrum van Xi’An. Ondanks dat Xi’An bijna drie keer groter is dan Chengdu is het prettiger om hier te verblijven. Doordat Xi’An ruim 2000 jaar de hoofdstad van China is geweest heeft het veel geschiedenis en bovendien is het een compacte stad. Vrijwel alle bezienswaardigheden bevinden zich binnen de stadsmuren. Nadat de duisternis was ingevallen zijn we nogmaals door Muslim Quarter gelopen en hebben we enkele terracotta beelden gekocht. Immers, Xi’An is sinds 1974 voor eeuwig verbonden met het Terracotta Army vlak buiten de stad. Bovendien waren de beelden slechts 70 eurocent en voor die prijs mochten we ook nog eens met zwaarden spelen. Een jongensdroom kwam in vervulling;-)! De volgende dag zijn we naar het Terracotta Army gegaan dat op slechts 30 kilometer van Xi’An ligt. Met de taxi werden we naar het busstation gebracht, maar we kwamen al snel vast te zitten in Muslim Quarter, waarna de taxichauffeur woedend op ons was omdat we hem deze weg in dirigeerden. Van de andere kant, dan moet de beste man maar Engels leren. Hoe moeilijk is de opdracht: drive to the train station. Hij kan natuurlijk niet van ons verlangen dat we alle opstoppingen, wegwerkzaamheden en blokkades in Xi’An weten. Maar goed, na aankomst bij het treinstation wachtte ons nog een busreis van ruim één uur, waardoor we na 2 uur reizen eindelijk de 30 kilometer hadden afgelegd. Bij het terracotta leger komen gemiddeld 5000 bezoekers per dag en op drukke dagen zelfs 50.000. Een volle Arena dus. Gelukkig was het vandaag, voor ons gevoel dan, minder druk dan normaal. Vijfduizend mensen hebben we in ieder geval niet gezien. En nu de feiten op een rij: het terracotta leger is gebouwd door 700.000 mensen, voor één keizer in 36 jaar tijd met als doel om de overleden keizer en zijn graftombe te beschermen. De ruim 8000 beelden zijn (letterlijk) uniek doordat ieder beeld zijn eigen gezichtsuitdrukking en haarstijl heeft. En het meest bizarre van allemaal is dat de honderden mensen die hebben meegeholpen aan de graftombe van de keizer levend begraven werden om de locatie zo lang mogelijk geheim te houden. Daarin zijn ze geslaagd, want de graftombe is ruim 2100 jaar later pas ontdekt! De omvang van het terracotta leger is overweldigend en dan te bedenken dat ze nog niet alles hebben opgegraven. De huidige opgravingen bestaan uit drie gedeelten, waarvan Pitt 1, de grote hal, het meest indrukwekkend is. De hal meet ruim 200 meter bij 90 meter en staat afgeladen vol terracotta soldaten. Evenals bij de reuzenpanda’s in Chengdu geldt voor het terracotta leger in Xi’An ook: een foto zegt meer dan duizend woorden. Pitt 2 en 3 zijn minder spectaculair, zeker nadat je de eerste hal al hebt gezien. Na enkele uren bij het terracotta leger doorgebracht te hebben zijn we terug naar Xi’An gegaan. Naar een van de grootste pagoda’s van China. Eenmaal aangekomen bij de pagoda vonden we het entreegeld te duur, ook het bezuinigen is nog altijd in volle gang, waardoor we met 2 Chinese opa’s een uur lang hebben gevliegerd. Gratis! Uiteindelijk heb ik de vlieger iets te lang laten vieren, waardoor het ruim 12 minuten duurde om hem weer binnen te halen en waardoor de kramp in mijn vingers schoot. Uiteraard werd ook dit tafereel door veel Chinezen op de gevoelige plaat vastgelegd. Nadat we de Chinese opa’s hadden bedankt voor het lenen van hun vlieger en het delen van hun wijze vlieger- en levenslessen zijn we naar een stadspark in de buurt van de stadsmuren gegaan om met de lokale bevolking, voornamelijk oude Chinese mannen, te tafeltennissen. In het hol van de leeuw hebben we, na een enerverende dubbelpartij, een zwaarbevochten overwinning uit het vuur gesleept. Als Jacco Eltingh en Paul Haarhuis in hun gloriedagen hebben we 2 Chinezen alle hoeken van de tafel laten zien. Hierna zijn we naar het treinstation gegaan om de nachttrein naar Pingyao te pakken.
Pingyao
Rond de klok van 07.00 werden we bruut gewekt door de conducteur van de nachttrein. Inmiddels waren we het station van Pingyao al gepasseerd en stonden we stil in Taigu, een dorp op ruim 30 minuten van Pingyao. Jullie kunnen je nu vast wel voorstellen hoe ‘zacht’ de hard sleepers waren in vergelijking met sommige hostelbedden als we ons in een Chinese nachttrein hebben verslapen;-)! Maar goed, we stonden in Taigu, een plaats die amper op de provinciekaart staat en ons Chinees is waardeloos, om over het Engels van de Chinezen in de provincie maar te zwijgen. Wij spreken tenminste nog een aantal woorden Chinees… Gelukkig hadden we onze tickets nog en konden we eenvoudig aanwijzen dat we naar Pingyao wilden. Een behulpzame spoorwegmedewerker bracht ons naar het juiste spoor en 20 minuten later zaten we in de trein naar Pingyao. Het leven op een Chinees perron is ook het vermelden waard. Iedere passagier wordt door een man of vrouw met megafoon in een rij gedirigeerd en zal dan één voor één de trein instappen. Wanneer je te dicht bij de rails komt of afwijkt van de rij wordt je door middel van een scherp fluitje of een simpele schreeuw door de megafoon weer op je plaats gezet. Uiterst effectief! Helaas stonden we op nog geen 2 meter afstand van een dergelijk persoon en vond deze vrouw het noodzakelijk om haar ‘macht’ meerdere malen te laten gelden. Dit heeft mij blijvende gehoorschade opgeleverd. Vanaf het moment dat we de trein in Taigu instapten verliep alles vlekkeloos en hebben we een dag in het eeuwenoude en onaangetaste Pingyao doorgebracht. Pingyao is een veredeld dorp dat volledig bespaard is gebleven van de Chinese bouwwoede die andere provinciedorpen heeft veranderd tot miljoenensteden en waarbij de flatgebouwen als paddenstoelen uit de grond schieten. Binnen de stadsmuren van Pingyao loop je letterlijk in het China van honderden jaren terug. De reden dat het centrum autovrij is, heeft dan ook een praktische en geen milieuvriendelijke reden. Auto’s kunnen amper door de nauwe steegjes manoeuvreren en als het al een auto is gelukt om zich in het centrum van Pingyao te melden kunnen de deuren aan beide kanten niet meer open. Na enkele uren door de straten van Pingyao én over de stadsmuren te hebben gewandeld hebben we de (laatste) nachttrein in China, zeg ik met weemoed in mijn stem;-), naar Beijing gepakt.
Beijing
Na een helse nacht in de trein kwamen we laat in de ochtend, maar wederom stipt op tijd, aan in Beijing. De helse nacht werd veroorzaakt door een Chinese man die bij iedere ademteug het aantal decibel van een klopboor wist te produceren. Alsof hij met een kettingzaag de bossen tussen Budel en Weert in een nacht had omgezaagd. Na een aantal kleine porren, een flinke vuistslag en de nodige verwensingen met stemverheffing om de woorden extra kracht bij te zetten was hij enkele uren stil. Het kan ook zijn dat ik de man bewusteloos had geslagen, maar deze uren bleken letterlijk stilte voor de storm! In de uren die volgden heb ik geen oog meer dicht gedaan. Beijing doet met (officieel) bijna 21 miljoen inwoners nipt onder voor Shanghai, maar het zou me niet verbazen als het onofficiële aantal op 121 miljoen inwoners ligt! In overweldigende drukte van Beijing zijn we eerst naar het hostel gegaan en daarna naar de Verboden Stad. Het was zaterdag, dus de Verboden Stad was afgeladen vol met westerse en Chinese toeristen. Wijselijk zijn we niet naar binnen gegaan, maar zijn we naar Tianan Men Square gewandeld. Dit centrale plein in Beijing wordt geflankeerd door het mausoleum van ‘chairman’ Mao, het portret van ‘chairman’ Mao, het nationaal museum en The Great Hall of The People. Een geniale naam voor een betonnen blok dat het Chinese parlementsgebouw moet voorstellen. We konden het niet laten om een tour te nemen door deze marmeren bak. Vervolgens zijn we door de ‘hutongs’ van Beijing gelopen. Hutongs zijn oude wijken die het stadium van modernisering vooralsnog niet hebben bereikt. Als ze niet in het centrum van de stad hadden gelegen zou men spreken van favela’s. Na een lange wandeling door de hutongs van Beijing zijn we ’s avonds naar Sanlitun Street gegaan om ons in het ‘uitgaansleven’ van Beijing te storten. Bleek het niet meer dan een rij restaurants te zijn waar je kon luisteren naar karaoke zonder zelf een noot mee te zingen.
De volgende ochtend hebben we een aantal uur bijgeslapen om het chronische slaaptekort dat we hadden opgelopen in de Chinese nachttreinen de kop in te drukken. Vroeg in de middag zijn we naar het olympisch stadion van Beijing gegaan, beter bekend als het Birds Nest. Hier hebben we een zelfstandige stadiontour gedaan, waar we overigens wel netjes voor betaald hebben, waarin we onder meer op het dak van het Birds Nest hebben gelopen. Hierdoor hadden we een schitterend zicht op het stadion en de omgeving eromheen. Het olympisch stadion van Beijing is, na de Arena natuurlijk;-), het mooiste stadion dat ik ooit gezien heb. Na ons bezoek aan het stadion zijn we naar de Water Cube, het zwembad waar Michael Phelps olympische geschiedenis heeft geschreven, gegaan. Ook dit stadion was een architectonisch hoogtepunt! Vervolgens zijn we terug naar het centrum van Beijing gegaan en zijn we ’s avonds naar de bioscoop (Django Unchained) geweest. Noemenswaardig is dat we tegenwoordig op ‘legale’ wijze studentenkorting krijgen. Ik met mijn verlopen studentenpas en Collin met zijn GVB. Als ik mijn zorgverzekeringspas of ponskaart van het St. Jans Gasthuis laat zien krijg ik ongetwijfeld ook de studentenkorting van de goedgelovige Chinezen. Het doel (lees: bezuinigen) heiligt tegenwoordig de middelen (lees: frauderen;-))! De volgende ochtend ben ik vroeg opgestaan om mijn doorreisvisum voor Wit-Rusland te regelen. De ambassade was van 09.00 tot 12.00 geopend, maar om de drukte voor te blijven en zo min mogelijk kostbare tijd te verliezen ben ik om 08.00 al afgereisd richting de ambassade. Ruim op tijd (lees: 15 minuten te vroeg), wat zeker voor mij een hele prestatie is, kwam ik aan bij de Wit-Russische ambassade en tot mijn grote verbazing moest ik 10 mensen voor mij dulden. Dat was de eerste fikse tegenvaller. Immers, wie wil er in godsnaam naar Wit-Rusland op vakantie?!? Toen daarna ook nog bleek dat het ambassadepersoneel een maandagochtendvergadering had ingepland die uitliep tot 10.15 veranderde het gevoel van teleurstelling in lichte frustratie. Iedere keer is er wel iets met een ambassade, uitzonderingen daargelaten. Uiteindelijk stapte ik 2,5 uur later naar buiten en kon ik ook nog naar de Bank of China die 2 kilometer verderop lag, omdat men geen cash aannam. Voor het regelen van één simpel visum, waar op het Mongoolse consulaat slechts 10 minuten voor nodig was, ben ik 4 uur in de weer geweest. Nadat ik rond het middaguur weer in het hostel aankwam zijn we direct naar het Summer Palace gegaan. Dit complex, vlak buiten Beijing, is enkele eeuwen door de keizer gebouwd als buitenverblijf. Van een buitenverblijf kan je echter niet meer spreken als het complex de grote heeft van ruim 70 voetbalvelden. Het was zo enorm dat we niet alles hebben gezien, maar uiteraard wel de hoogtepunten. Ruim 3 uur hebben we rondom het Summer Palace doorgebracht toen alle gebouwen, voetpaden, trappen, pagoda’s, boeddha’s en Chinezen op elkaar gingen lijken en we besloten dat het beter was om terug naar het centrum te gaan. ’s Avonds heb ik in Wangfujing Street haai en slang gegeten! Immers, in China kun (en misschien wel moet) je alles eten. De lamsballen heb ik vooralsnog overgeslagen;-)! De volgende dag hebben we ‘chairman’ Mao vroeg in de ochtend met een bezoek vereerd. Hij lag in zijn mausoleum opgebaard en na de honderden meters lange wachtrij stonden we voor 10 seconden oog in oog met de grondlegger van het communistische China. Op drukke dagen bezoeken ruim 17.000 (!!!) mensen, vooral Chinezen, in de 4 uur dat het mausoleum geopend is, zijn gebalsemde lichaam voor een laatste groet. Voor jullie beeldvorming; dat zijn ruim 70 mensen per minuut! Eerlijkheid gebied te zeggen dat het mausoleum van Ho Chi Minh in Hanoi indrukwekkender was. Maar dat moeten we de Chinezen maar niet laten horen. Na ons bezoek aan Mao zijn we naar de Verboden Stad gegaan. Na 2 uur rondgelopen te hebben in de Verboden Stad zijn we licht teleurgesteld weer door de poorten naar buiten gewandeld. De Verboden Stad kan zich simpelweg niet onderscheiden van het Summer Palace en andere Chinese tempels of tombes, terwijl mijn verwachtingen hoog gespannen waren. Nadat we de poorten van de Verboden Stad uitliepen zijn we naar een aangrenzend heuvelachtig stadspark gegaan waar we vanaf de heuvels een mooi overzicht kregen van de Verboden Stad. De klim heuvelop was absoluut de moeite waard!
De vijfde dag in Beijing zijn we richting de Chinese Muur gegaan. Volgens de Chinezen het enige bouwwerk dat men vanaf de maan kan zien. Uiteraard is dit klinkklare onzin, maar er is niets aan gelogen dat het een belachelijk lange muur is. Met ruim 6200 kilometer is de Chinese Muur langer dan de afstand tussen Amsterdam en Toronto! Vroeg in de ochtend (07.00) werden we opgehaald en zijn we met onze 5-koppige tourgroep (wij, 2 Amerikanen en 1 man uit Bangladesh) naar de Ming tombes geweest en, hét hoogtepunt van China, de Chinese Muur. Onze eerste stop waren de Ming tombes. De gebouwen van de Ming tombes zijn vergelijkbaar met de Verboden Stad en het Summer Palace waardoor het op zichzelf staand niet heel bijzonder is. Ware het niet dat onze gids, Cherry, het enigszins interessant maakte door met allerlei vreemde feiten en Chinese gebruiken op de proppen te komen. Ook onze vriend, of zoals hij het zelf verwoordde ‘familielid’, uit Bangladesh liet van zich spreken. Met ieder voorwerp waar Cherry over vertelde wilde hij op de foto. Niet alleen, maar bij voorkeur een groepsfoto. En zo geschiedde vaak. De man heeft nu talloze groepsfoto’s met 4 personen die hij niet kent bij een voorwerp dat regelrecht uit de schappen van de PE-DE of Action zou kunnen komen. Na de Ming tombes zijn we naar een Jade fabriek gegaan en hebben we na een korte rondleiding geluncht. Jade is een Chinese edelsteen die vroeger alleen door de koninklijke familie gedragen mocht worden. Ook tijdens de lunch liet ons nieuwe ‘familielid’ zich niet onbetuigd. Hij mocht namelijk geen varkensvlees eten, maar zonder na te vragen aan de serveersters begon hij evengoed met eten. Bleek later dat hij een aantal maal varken had gegeten. Die mythe is dus ook de wereld uit geholpen. Met het eten van varkensvlees komt het in dergelijke landen dus niet zo nauw. Daarna heeft hij het uiteraard meerdere malen nagevraagd, maar het leed was toen al geleden. Na de lunch zijn we naar de Chinese Muur gereden. De populariteit van Badaling, het stuk van de muur waar wij naartoe gingen, dwong ons tot het uiterste om zonder mensen met de muur op de foto te kunnen. We zijn dan ook in een tijdsbestek van 2 uur naar het uiterste punt van Badaling gelopen om zodoende mooie foto’s te maken. En ook hiervoor geldt: één foto zegt meer dan duizend woorden. De uitputtingsslag en kramp in de bovenbenen werd beloond. We hadden een schitterend uitzicht over de muur, zonder Chinezen, en hebben zodoende de muur ook echt kunnen ervaren. Die ervaring duurde acht kilometer wel te verstaan. De spierpijn die ons de twee volgende dagen teisterde was een goede herinnering aan de Chinese Muur. Na ons bezoek aan de muur zijn we terug naar Beijing gereden en kregen we een clinic in Chinese medicijnen en werden we tevens onderzocht door een hoog aangeschreven Chinese arts. Uiteraard om ons medicijnen voor te schrijven en ons daarvoor flink te laten betalen. Na een uitstekende voetmassage werd mijn handpalm gelezen. Ik bleek onderrug problemen en slecht functionerende nieren te hebben. Wat iemand door 1 seconden naar je tong te kijken, 2 tellen je pols vast te houden en 5 tellen naar je handpalm te kijken wel niet kan ontdekken. De medicijnen die ik voorgeschreven kreeg heb ik vriendelijk afgewezen door aan te geven dat ik te kampen heb met een drankprobleem en mijn nieren daardoor minder functioneren. Ik moest moeite doen om de alom gerespecteerde dokter (lees: medicijnman) niet uit te lachen. Daarna zijn we weer door Wangfujing Street gelopen op zoek naar exotisch eten. Wederom besloten we om een stukje haai weg te prikken. De lamsballen heb ik definitief links laten liggen. Ze waren me toch iets te groot!
De laatste twee dagen in Beijing zijn we naar de Temple of Heaven en het oude sterren observatorium gegaan. Maar eigenlijk waren we, na het bezoek aan de Chinese Muur, al met onze gedachten ergens anders. Eindelijk gaat het avontuur beginnen waarvoor ik in eerste instantie deze reis ben gaan maken: de trans-Mongolië express. De rest was bijzaak;-)! De komende drie weken zal ik ruim 146 uur in treinen doorbrengen die mij van Beijing, dwars door Mongolië, naar Moskou moeten brengen. Op de weg naar Moskou stoppen we in Ulaanbaatar (de hoofdstad van Mongolië), Irkutsk, Novosibirsk (de grootste stad van Siberië) en Moskou. Eenmaal in Moskou aangekomen zullen we nog een kleine uitstap naar St. Petersburg maken, voordat we op 16 juni weer naar het vertrouwde Nederland vliegen. Maar tot die tijd moeten jullie het nog even zonder mij stellen…
Wordt vervolgd.
Maarten
p.s. Ik heb 4 foto’s toegevoegd die ik jullie niet wilde onthouden. Foto’s van de 4 meest indrukwekkende dingen die ik in China heb gezien!
Na drie weken China kan ik één overduidelijke conclusie trekken: Chinezen zijn een ongemanierd en onfatsoenlijk volk. Of beter gezegd, ronduit smerig! Dat zou voor mij een goede reden kunnen zijn om de komende jaren niet bij de plaatselijke Chinees te komen. Het land heeft overigens veel te bieden, maar, vergelijkbaar met de Fransen in Europa, het is jammer dat er Chinezen wonen. Spugen op de grond, voordringen aan kassa’s en in rijen in het openbaar vervoer, boeren en scheten laten in het openbaar, iemand de pas afsnijden op straat, moedwillig rochelen in restaurants terwijl je zit te eten en zelfs proberen om mensen in het verkeer aan te rijden en vervolgens gepikeerd op de toeter drukken. En dan zijn er ook nog de mensen die ongegeneerd 20 seconden naar je kijken alsof ze water zien branden en vervolgens in het Chinees al wijzend naar je met iemand anders beginnen te praten. En dat zijn alleen de dingen die ik heb onthouden én waaraan ik me gestoord heb. Want zoals jullie weten zijn er maar weinig dingen waaraan ik me kan ergeren;-). Op een gegeven moment wordt het zelfs frustrerend en juist dan is het jammer dat er ruim 1,7 miljard (!!!) Chinezen zijn. Maar voordat de frustraties weer de overhand krijgen gids ik jullie door de afgelopen weken in China. Want het is en blijft een bijzonder land…
Shanghai
De eerste avond in China was verregend, maar gelukkig was het de volgende dag prima weer om de dichtstbevolkte stad van China te verkennen. Shanghai is met 23 miljoen inwoners de grootste stad én het economische hart van China en de vlugge rekenaar merkt op dat er op dit kleine stuk land ruim 7 miljoen mensen meer wonen als in Nederland. Shanghai mag zich met recht een mierenhoop noemen. Deze dag zijn we via East Nanjing Rd naar de Bund gewandeld. De Bund is de historische boulevard van Shanghai vanaf waar we een schitterend uitzicht hadden op de futuristische skyline van Pudong; modern Shanghai. In ruim 20 jaar tijd, vanaf 1991 om precies te zijn, zijn hier talloze wolkenkrabbers verrezen, waarvan de Oriental Pearl TV Tower wellicht het meest in het oog springt. In Pudong staat tevens het hoogste gebouw van China (492 meter). Nadat we over de twee kilometer lange Bund hadden gelopen zijn we richting Old Town gegaan. Hier hebben we in Yuyuan Garden rondgelopen en waanden we ons in het China van 150 jaar geleden. Ook dit maal waren we weer graag gefotografeerden buitenlanders in Azië. Er werden weer enkele foto’s van ons gemaakt met Chinese meisjes en jongens. Omdat we tegenwoordig ook foto’s met onze digitale camera laten maken kan ik ongetwijfeld een vol plakboek van dit soort foto’s in Nederland laten maken. Nadat we enkele uren in oud Shanghai hadden rondgelopen zijn we naar Qi Pu Street gegaan om schoenen te kopen. Uiteindelijk ben ik geslaagd bij een louche verkoper die voor enkele euro’s ‘echte’ Vans in de aanbieding had. Een koopje! Zeker nadat de beste man begon met het astronomische startbedrag van 33 euro. Vroeg in de avond zijn we wederom naar de Bund gelopen om de skyline van Shanghai verlicht te zien. Wederom hadden we een geweldig uitzicht op Pudong en verrassend genoeg werden we ook op deze plaats veelvuldig op de foto gezet. De skyline van Shanghai behoort, zeker als deze verlicht is, tot mijn persoonlijke favorieten.
De volgende dagen hadden we helaas minder geluk met het weer. Het was regen troef in Shanghai, maar uiteraard lieten we ons hierdoor niet uit het veld slaan. Gewapend met een paraplu én schoenen zonder gaten hebben we Shanghai verder verkend. De eerste stop was French Concession. Een wijk in Shanghai die sterk door Europese, voornamelijk Franse, culturen is beïnvloed. In deze wijk is ook de communistische partij onder leiding van ‘chairman’ Mao opgericht. Slechts een oud pand met enkele bewakers bij de poort herinnerd men nog aan deze historische gebeurtenis. Na French Concession zijn we met de metro richting Pudong gegaan waar we enkele uren met onze blik omhoog gericht tussen de wolkenkrabbers hebben gelopen. De regen was voor even gestopt, maar doordat het evengoed bewolkt was zijn we de ‘bottle opener’, het hoogste gebouw van China, vooralsnog niet ingegaan. ’s Avonds heb ik met Fabian Truijen, een oud klasgenoot van me, afgesproken in Shanghai. Fabian woont al ruim 8 maanden in Shanghai en dit was een mooie gelegenheid om elkaar weer eens te spreken. We hebben in French Concession (Lost Heaven) gegeten en daarna zijn we naar Club Mint gegaan. Een van de hipste tenten van de stad. Het was modellenavond waardoor we, buiten het feit dat we ‘underdressed’ waren in onze backpack outfits (lees: een door de zon verkleurde broek en een vaal, verkreukt T-shirt), niet uit de toon vielen;-)! We konden zo doorgaan voor modellen van Frans Molenaar of Viktor en Rolf. Maar dan die op vakantie waren. Ook de volgende dag maakte de regen zich weer meester van Shanghai. Daardoor heb ik ’s ochtends alleen door People’s Square Park gelopen en hebben we ’s middags een korte wandeling over East Nanjing Rd gemaakt. We hadden namelijk de zoektocht naar een chopstick shop geopend. Één uur en talloze steegjes verder hebben we de zoektocht gestaakt. Ondanks hulp van Google Maps konden we de chopstick shop niet vinden. In de avond zijn we naar Iron Man 3 gegaan om de dag enigszins zinvol te maken.
De dag erna zijn we met de bullet train naar Nanjing gegaan. Ondanks dat deze stad op enkele honderden kilometers van Shanghai ligt waren we er binnen 2 uur. Logisch als de trein een snelheid van ruim 290 km/u haalt. Wellicht een optie voor de NS om deze treinen aan te schaffen! Nanjing is de oude hoofdstad van China en met 5 miljoen inwoners tevens een van de grootste provinciesteden van het land. Nanjing, een oude ommuurde stad, vormde een plezierige afwisseling met de drukte van Shanghai. Wanneer je in de stad stond kon je namelijk niet vermoeden dat het 5 miljoen inwoners heeft. In Nanjing hebben we de oude stadspoort bezocht en hebben we, als middeleeuwse ridders, met pijl en boog geschoten. Collin kreeg het zelfs voor elkaar om een kartonnen ridder in zijn harnas te raken, terwijl we eigenlijk alleen op schietschijven mochten mikken én de ridder enkele meters naast de schietschijven stond. Uiteraard werd dit ons niet in dank afgenomen, maar leverde het toch applaus op van de Chinese toeschouwers. Nadat we ons met pijl en boog hadden uitgeleefd, en min of meer weggekeken werden, zijn we door de stad gelopen. Door het historische centrum, dat volledig onder handen genomen werd en daardoor meer weg had van een bouwput, naar het grootste stadspark. Hier hebben we een concert van de lokale ouderenbond bijgewoond dat uiteraard door de ouderen in kwestie met gejuich werd ontvangen. Laat in de middag zijn we met de bullet train naar Shanghai geraasd.
De laatste ochtend zijn we voor de laatste maal, in een zonovergoten Shanghai, naar de Bund gelopen om nog een keer de skyline van Pudong te zien. Daarna ben ik naar het Shanghai World Financial Center, beter bekend als de ‘bottle opener’, gegaan. Dit is het op derde na hoogste gebouw ter wereld en tevens het hoogste observatiedek ter wereld. Op 474 meter had ik een weergaloos uitzicht over de Bund en de rest van Shanghai. Vroeg in de middag zijn we naar Shanghai Hongquia Airport gegaan. Een veredelde fabriekshal met oprijlaan vanuit waar we naar Chengdu vlogen. Een stad op ruim 3 uur vliegen van Shanghai. We vlogen met Spring Airlines, het Ryanair van China. Al doe ik Ryanair met deze vergelijking te kort. Ryanair is een soort KLM vergeleken met Spring Airlines. We stapten vandaag op tijd in het met (letterlijk) plakband beplakte vliegtuig, maar konden evengoed ruim 90 minuten wachten in een kokende cabine. Uiteraard was er niemand die ons uitlegde wat er aan de hand was, immers niemand spreekt Engels. We waren samen met één Portugees zwaar in de minderheid als het op Westerlingen aankomt: 197 tegen 3. Tijdens de vlucht zat ik opgevouwen in een stoel en ruim anderhalf uur vertraagd en mentaal volledig geknakt kwamen we rond half 10 aan in Chengdu. Maar goed, we zijn veilig geland en dat is wat telt! Het enige hoogtepunt van de vlucht was het uitzicht over Chengdu toen we een (laag) over de stad heen vlogen en bijna de daken van de talloze wolkenkrabbers schampten.
Chengdu
Chengdu is een grauwe troosteloze miljoenenstad in het midden van China. Flatgebouwen staan als dominostenen bij elkaar gebouwd en hijskranen sieren de horizon. Bovendien hangt er een dikke laag smog als een rookgordijn over de stad. De reuzenpanda’s zijn de absolute trekpleister van Chengdu en als deze dieren niet in de omgeving van Chengdu hadden gezeten was er geen enkele reden om naar deze stad te gaan. De eerste dag in Chengdu zijn we dan ook direct naar een andere stad in de omgeving gegaan: Leshan. Leshan is een kleine stad op 2 uur rijden van Chengdu en staat bekend om Dafo, oftewel de Grote Boeddha. Volgens de Chinezen de grootste Boeddha ter wereld. Als we voor iedere keer dat we te horen krijgen dat dit écht de grootste Boeddha ter wereld is één euro hadden gekregen had ik mijn reis terugverdiend. En dat is niet omdat deze zo goedkoop is. Na een busrit van een kleine 2 uur waren we in Leshan en konden we de laatste paar kilometers naar Dafo met de plaatselijke #173 afleggen. De laatste paar kilometers naar Dafo duurden ongeveer 30 minuten en kostte ons het absurde bedrag van 1 Yuan (12 eurocent). Dat is prettig de bus instappen kan ik jullie vertellen. Gedurende deze rit waren we uiteraard weer het lijdend voorwerp voor de plaatselijke jeugd. Dit keer bleef het niet bij foto’s maken alleen, maar kregen we ook complimenten als ‘sunshine’, ‘sexy’ en ‘handsome’ naar onze hoofden geslingerd. En dan neigt het ineens naar seksuele intimidatie;-). In het natuurpark vlak buiten Leshan hebben we een middag doorgebracht in de koelte, want in het midden van China was het weer ouderwets warm. Een zoektocht naar Dafo was overbodig. In het natuurpark liepen we namelijk regelrecht tegen de 71 meter hoge Boeddha aan. Eerlijkheid gebied mij dan ook te zeggen dat dit voor mijn gevoel de grootste Boeddha is die ik tot nu toe gezien heb.
De volgende dag zijn we vroeg in de ochtend naar het Panda Breeding Center vlak buiten de stad gegaan. In dit kunstmatige natuurpark worden reuzenpanda’s en rode panda’s gefokt en verzorgd om de pandapopulatie in stand te houden en de dieren, die met uitsterven zijn bedreigd, te behouden voor de mensheid. In het park zitten ruim 80 panda’s en deze dag zijn we ze dan ook veelvuldig tegen het lijf gelopen. Het was een rustige dag, waardoor we alle ruimte hadden om deze schitterende dieren van dichtbij te bewonderen. En hoe mooi is het om gebiologeerd naar panda’s, die in feite de hele dag op bamboe kauwen en de rest van de tijd slapen, te staren. De 3 uur bij de panda’s vormen een absoluut hoogtepunt van mijn reis. Nadat we terug in Chengdu waren hebben we in het Renmin stadspark de middag doorgebracht. Ook in dit park werden we weer veelvuldig op de foto gezet. Één jongen heeft ons zelfs een tijdje gevolgd in het park en verschillende mensen vonden het ook mooi om met ons te praten in het Chinees. Alsof wij hen verstonden en zij ons wanneer we in het Nederlands iets terug zeiden. Een van de meest bizarre dingen die ik in China heb gezien is ongetwijfeld de rode loper die midden in het stadspark lag én gebruikt werd. Men paradeerde als een model over deze rode loper. Zo ook een oudere man in een besmeurd hemdje en vieze geverfde haren. In Thailand zou hij het label ‘sekstoerist’ meekrijgen. Veel inlevingsvermogen heb je niet nodig om te kunnen bedenken hoe de beste man eruit moet hebben gezien. Hij liep over de rode loper als Karl Lagerfeld in zijn betere dagen. Borst vooruit en aan iedere arm een Chinese schoonheid. En de 25 meter over de rode loper heeft hij ongeveer 60 keer belopen! Rond etenstijd zijn we het park uitgewandeld en hebben we bij een straatkraam ‘kip’ gekocht. Nog nooit in mijn leven heb ik zo’n taaie kip op. Maar het kan ook evengoed hond, kat of ieder ander dier zijn geweest. Na twee happen hebben we het weggegooid en zijn we naar onze trouwe bondgenoot gegaan: McDonald’s. Deze laat je namelijk nooit in de steek! Daarna hebben we per toeval nog een arcade gevonden waar we ons (weer) konden uitleven op de basketbalring. De laatste dag in Chengdu hebben we uitgeslapen, de stad is letterlijk slaapverwekkend, en zijn we in de middag nog even naar de arcade gegaan. Laat in de middag zijn we naar het treinstation van Chengdu gegaan om de nachttrein naar Xi’An te pakken. Ondanks dat we op harde bedden moesten slapen is de trein een ideaal vervoersmiddel in het uitgestrekte China. En is de prijs-kwaliteitsverhouding is prima.
Xi’An
De eerste dag zijn we om 09.40, stipt op tijd, aangekomen in Xi’An. Na onszelf opgefrist te hebben na een Spartaanse nacht in de Chinese trein zijn we door Xi’An gelopen. Van de Bell en Drum Towers naar het Muslim Quarter en door naar de eeuwenoude stadsmuren. We hebben over de 13 kilometer lange stadsmuren gefietst en zodoende hadden we een mooi uitzicht over het historische centrum van Xi’An. Ondanks dat Xi’An bijna drie keer groter is dan Chengdu is het prettiger om hier te verblijven. Doordat Xi’An ruim 2000 jaar de hoofdstad van China is geweest heeft het veel geschiedenis en bovendien is het een compacte stad. Vrijwel alle bezienswaardigheden bevinden zich binnen de stadsmuren. Nadat de duisternis was ingevallen zijn we nogmaals door Muslim Quarter gelopen en hebben we enkele terracotta beelden gekocht. Immers, Xi’An is sinds 1974 voor eeuwig verbonden met het Terracotta Army vlak buiten de stad. Bovendien waren de beelden slechts 70 eurocent en voor die prijs mochten we ook nog eens met zwaarden spelen. Een jongensdroom kwam in vervulling;-)! De volgende dag zijn we naar het Terracotta Army gegaan dat op slechts 30 kilometer van Xi’An ligt. Met de taxi werden we naar het busstation gebracht, maar we kwamen al snel vast te zitten in Muslim Quarter, waarna de taxichauffeur woedend op ons was omdat we hem deze weg in dirigeerden. Van de andere kant, dan moet de beste man maar Engels leren. Hoe moeilijk is de opdracht: drive to the train station. Hij kan natuurlijk niet van ons verlangen dat we alle opstoppingen, wegwerkzaamheden en blokkades in Xi’An weten. Maar goed, na aankomst bij het treinstation wachtte ons nog een busreis van ruim één uur, waardoor we na 2 uur reizen eindelijk de 30 kilometer hadden afgelegd. Bij het terracotta leger komen gemiddeld 5000 bezoekers per dag en op drukke dagen zelfs 50.000. Een volle Arena dus. Gelukkig was het vandaag, voor ons gevoel dan, minder druk dan normaal. Vijfduizend mensen hebben we in ieder geval niet gezien. En nu de feiten op een rij: het terracotta leger is gebouwd door 700.000 mensen, voor één keizer in 36 jaar tijd met als doel om de overleden keizer en zijn graftombe te beschermen. De ruim 8000 beelden zijn (letterlijk) uniek doordat ieder beeld zijn eigen gezichtsuitdrukking en haarstijl heeft. En het meest bizarre van allemaal is dat de honderden mensen die hebben meegeholpen aan de graftombe van de keizer levend begraven werden om de locatie zo lang mogelijk geheim te houden. Daarin zijn ze geslaagd, want de graftombe is ruim 2100 jaar later pas ontdekt! De omvang van het terracotta leger is overweldigend en dan te bedenken dat ze nog niet alles hebben opgegraven. De huidige opgravingen bestaan uit drie gedeelten, waarvan Pitt 1, de grote hal, het meest indrukwekkend is. De hal meet ruim 200 meter bij 90 meter en staat afgeladen vol terracotta soldaten. Evenals bij de reuzenpanda’s in Chengdu geldt voor het terracotta leger in Xi’An ook: een foto zegt meer dan duizend woorden. Pitt 2 en 3 zijn minder spectaculair, zeker nadat je de eerste hal al hebt gezien. Na enkele uren bij het terracotta leger doorgebracht te hebben zijn we terug naar Xi’An gegaan. Naar een van de grootste pagoda’s van China. Eenmaal aangekomen bij de pagoda vonden we het entreegeld te duur, ook het bezuinigen is nog altijd in volle gang, waardoor we met 2 Chinese opa’s een uur lang hebben gevliegerd. Gratis! Uiteindelijk heb ik de vlieger iets te lang laten vieren, waardoor het ruim 12 minuten duurde om hem weer binnen te halen en waardoor de kramp in mijn vingers schoot. Uiteraard werd ook dit tafereel door veel Chinezen op de gevoelige plaat vastgelegd. Nadat we de Chinese opa’s hadden bedankt voor het lenen van hun vlieger en het delen van hun wijze vlieger- en levenslessen zijn we naar een stadspark in de buurt van de stadsmuren gegaan om met de lokale bevolking, voornamelijk oude Chinese mannen, te tafeltennissen. In het hol van de leeuw hebben we, na een enerverende dubbelpartij, een zwaarbevochten overwinning uit het vuur gesleept. Als Jacco Eltingh en Paul Haarhuis in hun gloriedagen hebben we 2 Chinezen alle hoeken van de tafel laten zien. Hierna zijn we naar het treinstation gegaan om de nachttrein naar Pingyao te pakken.
Pingyao
Rond de klok van 07.00 werden we bruut gewekt door de conducteur van de nachttrein. Inmiddels waren we het station van Pingyao al gepasseerd en stonden we stil in Taigu, een dorp op ruim 30 minuten van Pingyao. Jullie kunnen je nu vast wel voorstellen hoe ‘zacht’ de hard sleepers waren in vergelijking met sommige hostelbedden als we ons in een Chinese nachttrein hebben verslapen;-)! Maar goed, we stonden in Taigu, een plaats die amper op de provinciekaart staat en ons Chinees is waardeloos, om over het Engels van de Chinezen in de provincie maar te zwijgen. Wij spreken tenminste nog een aantal woorden Chinees… Gelukkig hadden we onze tickets nog en konden we eenvoudig aanwijzen dat we naar Pingyao wilden. Een behulpzame spoorwegmedewerker bracht ons naar het juiste spoor en 20 minuten later zaten we in de trein naar Pingyao. Het leven op een Chinees perron is ook het vermelden waard. Iedere passagier wordt door een man of vrouw met megafoon in een rij gedirigeerd en zal dan één voor één de trein instappen. Wanneer je te dicht bij de rails komt of afwijkt van de rij wordt je door middel van een scherp fluitje of een simpele schreeuw door de megafoon weer op je plaats gezet. Uiterst effectief! Helaas stonden we op nog geen 2 meter afstand van een dergelijk persoon en vond deze vrouw het noodzakelijk om haar ‘macht’ meerdere malen te laten gelden. Dit heeft mij blijvende gehoorschade opgeleverd. Vanaf het moment dat we de trein in Taigu instapten verliep alles vlekkeloos en hebben we een dag in het eeuwenoude en onaangetaste Pingyao doorgebracht. Pingyao is een veredeld dorp dat volledig bespaard is gebleven van de Chinese bouwwoede die andere provinciedorpen heeft veranderd tot miljoenensteden en waarbij de flatgebouwen als paddenstoelen uit de grond schieten. Binnen de stadsmuren van Pingyao loop je letterlijk in het China van honderden jaren terug. De reden dat het centrum autovrij is, heeft dan ook een praktische en geen milieuvriendelijke reden. Auto’s kunnen amper door de nauwe steegjes manoeuvreren en als het al een auto is gelukt om zich in het centrum van Pingyao te melden kunnen de deuren aan beide kanten niet meer open. Na enkele uren door de straten van Pingyao én over de stadsmuren te hebben gewandeld hebben we de (laatste) nachttrein in China, zeg ik met weemoed in mijn stem;-), naar Beijing gepakt.
Beijing
Na een helse nacht in de trein kwamen we laat in de ochtend, maar wederom stipt op tijd, aan in Beijing. De helse nacht werd veroorzaakt door een Chinese man die bij iedere ademteug het aantal decibel van een klopboor wist te produceren. Alsof hij met een kettingzaag de bossen tussen Budel en Weert in een nacht had omgezaagd. Na een aantal kleine porren, een flinke vuistslag en de nodige verwensingen met stemverheffing om de woorden extra kracht bij te zetten was hij enkele uren stil. Het kan ook zijn dat ik de man bewusteloos had geslagen, maar deze uren bleken letterlijk stilte voor de storm! In de uren die volgden heb ik geen oog meer dicht gedaan. Beijing doet met (officieel) bijna 21 miljoen inwoners nipt onder voor Shanghai, maar het zou me niet verbazen als het onofficiële aantal op 121 miljoen inwoners ligt! In overweldigende drukte van Beijing zijn we eerst naar het hostel gegaan en daarna naar de Verboden Stad. Het was zaterdag, dus de Verboden Stad was afgeladen vol met westerse en Chinese toeristen. Wijselijk zijn we niet naar binnen gegaan, maar zijn we naar Tianan Men Square gewandeld. Dit centrale plein in Beijing wordt geflankeerd door het mausoleum van ‘chairman’ Mao, het portret van ‘chairman’ Mao, het nationaal museum en The Great Hall of The People. Een geniale naam voor een betonnen blok dat het Chinese parlementsgebouw moet voorstellen. We konden het niet laten om een tour te nemen door deze marmeren bak. Vervolgens zijn we door de ‘hutongs’ van Beijing gelopen. Hutongs zijn oude wijken die het stadium van modernisering vooralsnog niet hebben bereikt. Als ze niet in het centrum van de stad hadden gelegen zou men spreken van favela’s. Na een lange wandeling door de hutongs van Beijing zijn we ’s avonds naar Sanlitun Street gegaan om ons in het ‘uitgaansleven’ van Beijing te storten. Bleek het niet meer dan een rij restaurants te zijn waar je kon luisteren naar karaoke zonder zelf een noot mee te zingen.
De volgende ochtend hebben we een aantal uur bijgeslapen om het chronische slaaptekort dat we hadden opgelopen in de Chinese nachttreinen de kop in te drukken. Vroeg in de middag zijn we naar het olympisch stadion van Beijing gegaan, beter bekend als het Birds Nest. Hier hebben we een zelfstandige stadiontour gedaan, waar we overigens wel netjes voor betaald hebben, waarin we onder meer op het dak van het Birds Nest hebben gelopen. Hierdoor hadden we een schitterend zicht op het stadion en de omgeving eromheen. Het olympisch stadion van Beijing is, na de Arena natuurlijk;-), het mooiste stadion dat ik ooit gezien heb. Na ons bezoek aan het stadion zijn we naar de Water Cube, het zwembad waar Michael Phelps olympische geschiedenis heeft geschreven, gegaan. Ook dit stadion was een architectonisch hoogtepunt! Vervolgens zijn we terug naar het centrum van Beijing gegaan en zijn we ’s avonds naar de bioscoop (Django Unchained) geweest. Noemenswaardig is dat we tegenwoordig op ‘legale’ wijze studentenkorting krijgen. Ik met mijn verlopen studentenpas en Collin met zijn GVB. Als ik mijn zorgverzekeringspas of ponskaart van het St. Jans Gasthuis laat zien krijg ik ongetwijfeld ook de studentenkorting van de goedgelovige Chinezen. Het doel (lees: bezuinigen) heiligt tegenwoordig de middelen (lees: frauderen;-))! De volgende ochtend ben ik vroeg opgestaan om mijn doorreisvisum voor Wit-Rusland te regelen. De ambassade was van 09.00 tot 12.00 geopend, maar om de drukte voor te blijven en zo min mogelijk kostbare tijd te verliezen ben ik om 08.00 al afgereisd richting de ambassade. Ruim op tijd (lees: 15 minuten te vroeg), wat zeker voor mij een hele prestatie is, kwam ik aan bij de Wit-Russische ambassade en tot mijn grote verbazing moest ik 10 mensen voor mij dulden. Dat was de eerste fikse tegenvaller. Immers, wie wil er in godsnaam naar Wit-Rusland op vakantie?!? Toen daarna ook nog bleek dat het ambassadepersoneel een maandagochtendvergadering had ingepland die uitliep tot 10.15 veranderde het gevoel van teleurstelling in lichte frustratie. Iedere keer is er wel iets met een ambassade, uitzonderingen daargelaten. Uiteindelijk stapte ik 2,5 uur later naar buiten en kon ik ook nog naar de Bank of China die 2 kilometer verderop lag, omdat men geen cash aannam. Voor het regelen van één simpel visum, waar op het Mongoolse consulaat slechts 10 minuten voor nodig was, ben ik 4 uur in de weer geweest. Nadat ik rond het middaguur weer in het hostel aankwam zijn we direct naar het Summer Palace gegaan. Dit complex, vlak buiten Beijing, is enkele eeuwen door de keizer gebouwd als buitenverblijf. Van een buitenverblijf kan je echter niet meer spreken als het complex de grote heeft van ruim 70 voetbalvelden. Het was zo enorm dat we niet alles hebben gezien, maar uiteraard wel de hoogtepunten. Ruim 3 uur hebben we rondom het Summer Palace doorgebracht toen alle gebouwen, voetpaden, trappen, pagoda’s, boeddha’s en Chinezen op elkaar gingen lijken en we besloten dat het beter was om terug naar het centrum te gaan. ’s Avonds heb ik in Wangfujing Street haai en slang gegeten! Immers, in China kun (en misschien wel moet) je alles eten. De lamsballen heb ik vooralsnog overgeslagen;-)! De volgende dag hebben we ‘chairman’ Mao vroeg in de ochtend met een bezoek vereerd. Hij lag in zijn mausoleum opgebaard en na de honderden meters lange wachtrij stonden we voor 10 seconden oog in oog met de grondlegger van het communistische China. Op drukke dagen bezoeken ruim 17.000 (!!!) mensen, vooral Chinezen, in de 4 uur dat het mausoleum geopend is, zijn gebalsemde lichaam voor een laatste groet. Voor jullie beeldvorming; dat zijn ruim 70 mensen per minuut! Eerlijkheid gebied te zeggen dat het mausoleum van Ho Chi Minh in Hanoi indrukwekkender was. Maar dat moeten we de Chinezen maar niet laten horen. Na ons bezoek aan Mao zijn we naar de Verboden Stad gegaan. Na 2 uur rondgelopen te hebben in de Verboden Stad zijn we licht teleurgesteld weer door de poorten naar buiten gewandeld. De Verboden Stad kan zich simpelweg niet onderscheiden van het Summer Palace en andere Chinese tempels of tombes, terwijl mijn verwachtingen hoog gespannen waren. Nadat we de poorten van de Verboden Stad uitliepen zijn we naar een aangrenzend heuvelachtig stadspark gegaan waar we vanaf de heuvels een mooi overzicht kregen van de Verboden Stad. De klim heuvelop was absoluut de moeite waard!
De vijfde dag in Beijing zijn we richting de Chinese Muur gegaan. Volgens de Chinezen het enige bouwwerk dat men vanaf de maan kan zien. Uiteraard is dit klinkklare onzin, maar er is niets aan gelogen dat het een belachelijk lange muur is. Met ruim 6200 kilometer is de Chinese Muur langer dan de afstand tussen Amsterdam en Toronto! Vroeg in de ochtend (07.00) werden we opgehaald en zijn we met onze 5-koppige tourgroep (wij, 2 Amerikanen en 1 man uit Bangladesh) naar de Ming tombes geweest en, hét hoogtepunt van China, de Chinese Muur. Onze eerste stop waren de Ming tombes. De gebouwen van de Ming tombes zijn vergelijkbaar met de Verboden Stad en het Summer Palace waardoor het op zichzelf staand niet heel bijzonder is. Ware het niet dat onze gids, Cherry, het enigszins interessant maakte door met allerlei vreemde feiten en Chinese gebruiken op de proppen te komen. Ook onze vriend, of zoals hij het zelf verwoordde ‘familielid’, uit Bangladesh liet van zich spreken. Met ieder voorwerp waar Cherry over vertelde wilde hij op de foto. Niet alleen, maar bij voorkeur een groepsfoto. En zo geschiedde vaak. De man heeft nu talloze groepsfoto’s met 4 personen die hij niet kent bij een voorwerp dat regelrecht uit de schappen van de PE-DE of Action zou kunnen komen. Na de Ming tombes zijn we naar een Jade fabriek gegaan en hebben we na een korte rondleiding geluncht. Jade is een Chinese edelsteen die vroeger alleen door de koninklijke familie gedragen mocht worden. Ook tijdens de lunch liet ons nieuwe ‘familielid’ zich niet onbetuigd. Hij mocht namelijk geen varkensvlees eten, maar zonder na te vragen aan de serveersters begon hij evengoed met eten. Bleek later dat hij een aantal maal varken had gegeten. Die mythe is dus ook de wereld uit geholpen. Met het eten van varkensvlees komt het in dergelijke landen dus niet zo nauw. Daarna heeft hij het uiteraard meerdere malen nagevraagd, maar het leed was toen al geleden. Na de lunch zijn we naar de Chinese Muur gereden. De populariteit van Badaling, het stuk van de muur waar wij naartoe gingen, dwong ons tot het uiterste om zonder mensen met de muur op de foto te kunnen. We zijn dan ook in een tijdsbestek van 2 uur naar het uiterste punt van Badaling gelopen om zodoende mooie foto’s te maken. En ook hiervoor geldt: één foto zegt meer dan duizend woorden. De uitputtingsslag en kramp in de bovenbenen werd beloond. We hadden een schitterend uitzicht over de muur, zonder Chinezen, en hebben zodoende de muur ook echt kunnen ervaren. Die ervaring duurde acht kilometer wel te verstaan. De spierpijn die ons de twee volgende dagen teisterde was een goede herinnering aan de Chinese Muur. Na ons bezoek aan de muur zijn we terug naar Beijing gereden en kregen we een clinic in Chinese medicijnen en werden we tevens onderzocht door een hoog aangeschreven Chinese arts. Uiteraard om ons medicijnen voor te schrijven en ons daarvoor flink te laten betalen. Na een uitstekende voetmassage werd mijn handpalm gelezen. Ik bleek onderrug problemen en slecht functionerende nieren te hebben. Wat iemand door 1 seconden naar je tong te kijken, 2 tellen je pols vast te houden en 5 tellen naar je handpalm te kijken wel niet kan ontdekken. De medicijnen die ik voorgeschreven kreeg heb ik vriendelijk afgewezen door aan te geven dat ik te kampen heb met een drankprobleem en mijn nieren daardoor minder functioneren. Ik moest moeite doen om de alom gerespecteerde dokter (lees: medicijnman) niet uit te lachen. Daarna zijn we weer door Wangfujing Street gelopen op zoek naar exotisch eten. Wederom besloten we om een stukje haai weg te prikken. De lamsballen heb ik definitief links laten liggen. Ze waren me toch iets te groot!
De laatste twee dagen in Beijing zijn we naar de Temple of Heaven en het oude sterren observatorium gegaan. Maar eigenlijk waren we, na het bezoek aan de Chinese Muur, al met onze gedachten ergens anders. Eindelijk gaat het avontuur beginnen waarvoor ik in eerste instantie deze reis ben gaan maken: de trans-Mongolië express. De rest was bijzaak;-)! De komende drie weken zal ik ruim 146 uur in treinen doorbrengen die mij van Beijing, dwars door Mongolië, naar Moskou moeten brengen. Op de weg naar Moskou stoppen we in Ulaanbaatar (de hoofdstad van Mongolië), Irkutsk, Novosibirsk (de grootste stad van Siberië) en Moskou. Eenmaal in Moskou aangekomen zullen we nog een kleine uitstap naar St. Petersburg maken, voordat we op 16 juni weer naar het vertrouwde Nederland vliegen. Maar tot die tijd moeten jullie het nog even zonder mij stellen…
Wordt vervolgd.
Maarten
p.s. Ik heb 4 foto’s toegevoegd die ik jullie niet wilde onthouden. Foto’s van de 4 meest indrukwekkende dingen die ik in China heb gezien!
-
25 Mei 2013 - 18:22
Frank En Marie-José,tevens Jouw Papa En Mama:
Hallo Maarten en Collin,
Dit was voor ons tot nu toe het leukste verhaal,begrijp ons niet verkeerd,maar hier komt de ware kultuur van China tot uiting.
Heb alles met verbazing gelezen.Kom net van het Ledub toernooi,waar jouw vrienden ondanks jouw afwezigheid toch weer voor de hoofdprijs zijn gegaan.
Volgens mij hebben ze ipv jouw Ron Zwerver en Avital Selinger ingehuurd anders is dit eigenlijk onmogelijk.
Wat een aantal belevenissen hebben jullie tot nu toe meegemaakt,om jaloers van te worden.
Ooit komt er nog eens het plan dat jij ons vraagt om deze reis nog eens te maken maar dan in een iets kortere tijd,en uiteraard op jouw kosten toch????
Vanavond is de Champions Leaque finale tussen de 2 Duitse grootmachten,ik tip en hoop uiteraard op Dortmund aangezien een weddenschap met een klant uit München.
Genieten jullie nog maar even van jullie avontuur,en de tijd dat het ware leven gaat beginnen komt daardoor steeds dichterbij.
Overigens zijn we vanmorgen nog met Danielle,Yvonne,Amy,Mama en Mark Spitz nog wezen zwemmen in de Ijzeren Man,ik heb de zwembroek maar niet aangetrokken,want het bad bleek slechts 10 meter lang te zijn,en 60 centimeter diep,daarom is Amy met Danielle gaan zwemmen.
Begin een beetje op jouw te lijken,wat betreft de verhalen vandaar dat ik maar stop met schrijven.
Het allerbeste en tot gauw,ik ben overigens niet op Schiphol,want dan heb ik een beurs in Italië ( Riva del Garda,weet je nog met je gebroken been aan het zwembad )
Dikke kus en nogmaals let OP,ben blij als ik je weer zie.
Papa en Mama -
25 Mei 2013 - 22:52
Maria:
Ha Maarten
Wat een geweldig verhaal weer!!
Geniet van de treinreis en van de laatste vakantieweken.
PS: Fantastische foto's !
Groetjes, Maria en fam. -
28 Mei 2013 - 13:53
Walther Henkelman:
Beste Maarten,
Dooe een misverstand heb ik pas heden je reisverslagen gelezen.
Ik had niet in de gaten dat ik zelf je site moest opzoeken omdat ik
gedurende je vorige reis steeds e-mails van je ontving.
Maar inmiddels heb ik ademloos je reisverslagen zitten lezen en heb
nog meer bewondering gekregen voor je schrijverstalenten.
Geweldig dat je steeds zo lakoniek blijft onder de gegeven omstandigheden
maar ook bespeur ik dat je otzettend geniet.
Ik hoop van harte dat er de komende tijd nog heel veel te genieten valt
en zorg er daarna voor dat je veilig en gezond weer huiswaarts komt.
Heel veel hartelijke groeten, ook van Els,
Walther -
04 Juni 2013 - 18:53
Daniëlle :
Volgende week ben je gewoon al weer terug! Wat vliegt de tijd (gelukkig maar)! Ik kijk al uit naar de 16e:) geniet nog van die paar laatste dagen! Liefs Daniëlle -
06 Juni 2013 - 12:04
Frank En Marie-José :
Hallo Maarten en Collin.
Heb je verhaal nog een keer gelezen,en moet weer zeggen: Wat een avontuur.
Ben nu eigenlijk weer benieuwd naar het nieuwe verhaal,die waarschijnlijk zal bestaan uit Guus Meeuwis geluiden,je weet wel kedengedeng........
Ook het paardrijden in Mongolië zal wel beschreven worden,prachtig de foto's .
Dus klim maar weer in de pen,en aan de slag.
Tot gauw,pap en mam,dikke kus
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley