Verhuizen en studentenprotesten in Montréal
Door: maartenhenkelman
Blijf op de hoogte en volg Maarten
10 Mei 2012 | Canada, Montréal
Na een reis van ruim 10.000 kilometer, die mij van oost USA naar west Canada bracht en weer terug in Hamilton, had ik een aantal dagen om bij te komen in mijn nieuwe studentenhuis. Een kleine week later stond namelijk de komst van René en Lia (ouders van Casper) op de planning waarmee ik naar Montréal en Ottawa zou rijden. Mensen die zeggen dat het gebied rondom Vancouver (BC) het mooiste stukje Canada is hebben zeker gelijk, maar wat kunnen de Québécois, ondanks hun nare karakter, steden bouwen! Samen met Québec City is Montréal verreweg de mooiste stad van Canada. De stad huisvest een oud historisch centrum en door de architectuur en sfeer die het met zich meebrengt voelt het Europees aan. Tel de dagelijkse studentenprotesten daarbij op en je waant je in ieder willekeurig Zuid-Europees land. Uiteraard heb ik figuurlijk mijn steentje bijgedragen aan deze protesten. Sommige Franstalige studenten namen het gezegde iets te letterlijk, waardoor het op enkele avonden uit de hand liep. Ik kan jullie verzekeren dat ik daar niets mee te maken had;-)!
Zondagochtend, na onze vlucht vanuit Vancouver, kwamen Casper en ik aan in een ijskoud Toronto. Na een vermoeiende reis heb ik mezelf deze dag bezig gehouden met het wassen van mijn kleren en het pakken van mijn spullen. Immers, over twee dagen zou ik mijn kamer op 28 Paisley Avenue North inruilen voor een kamer op King Street. ’s Avonds heb ik nog met Scott, Connor en Ian NHL gespeeld, wat een van de laatste keren zou zijn dat we met z’n allen in Hamilton waren.
Maandag, Koninginnedag in Nederland. Natuurlijk kon ik mijn patriottistische gevoelens niet verstoppen en trots had ik me in het oranje gestoken. Helaas werd er in Canada nergens, zelfs in Toronto niet, Koninginnedag gevierd. Daardoor stond ook deze dag in het teken van allerlei kleine klusjes doen. Zo heb ik het een en ander afgehandeld voor school met betrekking tot mijn cijferoverdracht en heb ik meegeholpen met het opruimen en afbreken van 26 Thorndale, het huis waar ik verbleef als ik niet sliep. Voor de sceptici onder ons, de 4 vakken die ik gevolgd heb aan DeGroote School of Business heb ik met een gemiddelde van 8,4 afgesloten. Wie het laatst lacht….;-)! ’s Avonds hadden onze Canadese vrienden Casper en mij verrast met een Canadese vlag (met persoonlijke boodschap) en een groepsfoto als herinnering aan mijn studieperiode in Hamilton. Dat zijn de momenten waarop je beseft dat het einde snel nadert.
Dinsdag 1 mei was voor mij ook een (mini)nationale feestdag. Het was namelijk de verjaardag van mama! Vandaag was ik na een korte nachtrust vroeg opgestaan om te verhuizen. In alle vroegte richting 26 Thorndale om alle spullen naar ons nieuwe huis op King Street te brengen. Letterlijk een steenworp afstand van mijn oude huis. Het nieuwe huis was volledig uitgewoond door een kraker, het stonk naar viezigheid en was belachelijk smerig. Gelukkig waren de moeders van Ian en Scott opgetrommeld om het poetswerk te verrichten en bovendien was er een poetsploeg, ingehuurd door de huisbaas, aanwezig om het grove schoonmaakwerk te doen. Na een aantal uur poetsen zag het huis er dan ook als nieuw uit en na het volledig ingericht te hebben was het mijn beurt om mijn spullen te halen. Tussendoor waren Casper en ik nog even op de campus geweest om afscheid te nemen van Jeanette en heb ik met mama geskyped. De laatste paar dagen zijn omgevlogen en Connor en Scott zijn de eerste twee die Hamilton hebben verlaten. Woensdag en donderdag hebben Casper en ik een onderzoeksvoorstel voor Philips geschreven en hebben we in een heerlijke voorjaarszon over de campus gelopen. ’s Avonds hebben we Game of Thrones gekeken. Schijnbaar ook in Nederlands een kaskraker. Zonder iets om handen te hebben krijgen we onze dagen toch prima gevuld.
Vrijdag heb ik uitgebreid geskyped met het thuisfront en daarna hebben Casper en ik besloten om naar de Canadian Football Hall of Fame te gaan. Steve Howse, onze meest geliefde (en gehate) docent is voorzitter van deze stichting en daardoor hadden we onszelf verplicht om eens te gaan kijken. Vandaag was de dag aangebroken dat we daadwerkelijk niets zinnigers te doen hadden. Ik kan jullie een middag CFHoF sterk afraden. Wat een schijnvertoning, maar voor $3,50 hebben we wel de nodige lachmomenten gehad. Hoogtepunt(en) van de CFHoF waren een wedstrijd van de Hamilton Tiger Cats uit 1957 en de Grand Hall vol bustes van bekende Canadese footballers. Helaas kende ik geen enkele speler, trainer of official die in de Hall of Fame was opgenomen. Na 20 minuten in het gebouw rond gelopen te hebben en letterlijk volledig uitgekeken te zijn op de collectie zijn we weer richting King Street gegaan. ’s Avonds hebben we met een Ian een laatste potje beerpong gespeeld en daarna zijn we gaan slapen, om de volgende dag fris en fruitig de ouders van Casper te kunnen ontvangen in Canada.
Zaterdag zijn we rond half 3 richting Pearson International Airport gegaan om de ouders van Casper op de halen. De heenreis ging voorspoedig, maar nog steeds blijf ik mezelf verbazen over het feit dat dit het enige vliegveld is waar geen fatsoenlijke verbinding is met het openbaar vervoer. Het vliegveld is niet aangesloten op het metro- en/of spoornetwerk en bussen rijden niet rechtstreeks naar het vliegveld. Maargoed, ik heb mijn ongenoegen hier eerder al over laten blijken. We hadden afgesproken om met de ouders van Casper te meeten bij het autoverhuurbedrijf. Navraag bij het vliegveldpersoneel garandeerde ons dat er slechts één locatie van Avis op het vliegveld aanwezig was. Na ruim 30 minuten gewacht te hebben bij Avis in Terminal 1 en onze auto al gekregen te hebben bleek dat René en Lia ook al een auto hadden opgehaald bij Avis in Terminal 3. Zelfs het grondpersoneel van het vliegveld is niet te vertrouwen. Uiteindelijk zaten we dan met z’n vieren in één auto en kon onze reis naar Montréal beginnen en na een 6-uur durende rit kwamen we in het nachtelijke Montréal aan. Na ingecheckt te hebben in het hostel ben ik nog even door Montréal gelopen. Een levendige stad vergeleken bij de meeste Canadese steden. Wat me echter opviel was het grote aantal homo’s en lesbiennes die door de straten van Montréal paradeerden. En ook in mijn hostel was de man-vrouwverhouding niet in het voordeel van onze vrouwelijke medemens. Na mezelf kort te hebben ingelezen op Wikipedia bleek dat ik in dé homobuurt van Montréal was beland en dat mijn hostel gematigd populair bleek te zijn onder deze groep mensen. Dat betekende dus met één oog open, spijkerbroek aan, en met mijn rug naar de muur slapen;-)!
De Fransen en Franstalige Canadezen hebben een ding gemeen, het zijn ontzettend onaangename en nare mensen wanneer iemand niet in hun moedertaal, zingerig Frans, een gesprek met ze begint. Mijn verblijf in Montréal bevestigd nogmaals waar de Engelstalige Canadezen openlijk voor uit komen, de Québécois zijn onuitstaanbare en arrogante mensen en de rest van het land, en wat mij betreft de wereld, heeft een hekel aan ze. Uitzonderingen daargelaten uiteraard! Maar, ik moet ze één ding meegeven, steden bouwen kunnen ze. Québec City was adembenemend, en wat is Montréal een heerlijke stad om in te verblijven! Na de eerste volledige dag in Montréal staat de kilometerteller, voor mijn gevoel, op 30+. In een heerlijke voorjaarszon ben ik deze ochtend richting de Notre Dame gelopen. De naam doet het al vermoeden, en eenmaal bij deze basiliek aangekomen werd mijn voorgevoel bevestigd. Een identieke kopie van de Parijse versie. En zo zijn er nog meer overeenkomsten met de Franse hoofdstad. Mijn hostel staat namelijk in de wijk ‘Quartier Latin’ en uiteraard is er ook een Place Royal en Place D’Armes te vinden. Na de overvloed aan Amerikaanse steden was een stad die Europees aanvoelt erg welkom. Na de Notre Dame van binnen en van buiten bewonderd te hebben (leuke woordspeling al zeg ik het zelf;-)) heb ik traditiegetrouw een korte wandeling door Chinatown gemaakt en ben ik daarna verder het historische centrum van Montréal gaan verkennen. Mijn urenlange wandeling leidde mij langs Hôtel de Ville, de haven, Place Canada, McGill University en talloze églises. Mark Twain heeft ooit over Montréal gezegd dat je geen steen kan gooien zonder een kerkruit te laten sneuvelen. En daarin kan hij weleens gelijk hebben gehad. Op iedere hoek van de straat vind je in plaats van een Starbucks of een McDonald’s een kerk. In de namiddag ben ik naar het hoger gelegen Parc du Mont-Royal gegaan. Na een klim waar geen einde aan leek te komen (de voorbereidingen voor de Alpen zijn in volle gang!) had ik uiteindelijk een schitterend overzicht van Montréal. Bovendien leende het park zich voor een mooie wandeling in de natuur en door het zonnige weer had ik het vervolg van mijn stadswandeling voor onbepaalde tijd uitgesteld bij Lac aux Castors waar ik een prima plek had gevonden op een heuvelrug waar ik even kon bijkomen. Na het avondeten ben ik weer richting Parc du Mont-Royal gelopen, maar dat heb ik uiteindelijk nooit gehaald. Eerst kwam ik het stadion van McGill University (cap. 25.000+) tegen waar een veteranenteam van twee plaatselijke universiteiten het tegen elkaar opnamen. Het Engelstalige team speelde het veel oudere Franstalige team helemaal zoek en mede door inbreng van haar supersub (een man van 150+ kilogram) werd een 2-0 stand op het scorebord gezet. Als een van de weinige aandachtige toeschouwers was ik getuige van deze wedstrijd. Jammer genoeg was het stadion nog niet voor 0,0001% gevuld, maar de locatie vergoedde veel. Het stadion was namelijk ingesloten door het hoger gelegen Parc du Mont-Royal, waardoor rotswanden opdoemden achter beide goals. Vergelijkbaar met het stadion van Sporting Braga in Portugal. Op mijn terugweg van de wedstrijd naar het hostel kwam ik per ongeluk in een studentenprotest terecht. In Montréal zijn al tientallen avonden op rij (vreedzame) studentenprotesten bezig tegen de aankomende maatregelen van de regering. Hogere studielasten zijn ook in Canada aanstaande. Doordat ik de straat niet kon oversteken besloot ik om enkele honderden meters mee te lopen in de stoet en zodoende mijn weg naar de andere kant van de straat te banen. Een geslaagde opzet, en zo heb ik direct mijn steun voor de Canadese studenten aangetoond.
Nadat we gisteren, mede door nalatigheid van de moderne technologie (onze beide Canadese nummers doen het niet meer en het wifi in mijn hostel is dramatisch), niet in staat waren geweest om elkaar te treffen in Montréal, stonden deze ochtend vroeg Casper en zijn ouders voor mijn hostel te wachten. Het zekere voor het onzekere. Na een ontbijt hebben we fietsen gehuurd en gingen we, gesteund door een heerlijke voorjaarszon, door Montréal fietsen. Langs de haven en door het oude stadscentrum van Montréal, waarna we richting Île Sainte-Hélène en Île Notre-Dame reden. Het eerste van de twee eilanden welke in de rivier Saint Lawrence liggen staat bekend om haar bouwwerken die voor de Wereldtentoonstelling van 1967 gerealiseerd zijn. Autosportliefhebbers onder ons, met name fam. Van Tulden onder aanvoering van DvT, weten dat het tweede eiland de GP van Montréal huisvest. Wanneer er geen GP gereden wordt op Circuit Gilles Villeneuve is het open voor fietsers en auto’s. Van dit gegeven hebben we dan ook geprofiteerd en na een rondje met de fiets over het 4,2 kilometer lange circuit gereden te hebben besloten we om de auto te gaan halen en vanaf de start ons voor enkele momenten Michael Schumacher te wanen. Na enkele uren doorgebracht te hebben op de fiets zijn we in een restaurant aangeschoven voor het avondeten, het beste eten sinds enkele maanden, en zijn Casper en ik daarna naar het Saint Joseph Oratory, een van de grootste basilieken ter wereld, gereden en zijn we Mont Royal opgelopen om een nachtelijk, en verlicht, overview van Montréal en het olympisch dorp mee te pakken. Als afsluiter zijn we laat in de avond nog langs de Notre Dame gereden om deze verlicht te zien en na een lange dag op de fiets was het tijd om naar mijn hostel terug te gaan.
Doordat dinsdag het weer in Montréal 180 graden gedraaid was werden we gedwongen om binnenactiviteiten te doen. Zo zijn we eerst naar het olympisch dorp gereden, Montréal was gastheer van de OS in 1976, en hebben we een tour door het olympisch stadion gedaan. Voordat de tour begon hebben we illegaal een training van de olympische synchroonzwemsters van Canada bijgewoond. Deze zullen ook het land vertegenwoordigen op de OS van Londen en na een 4e plaats op de vorige OS in Peking zijn het wel degelijk podiumkandidaten. Mochten wij een Nederlandse synchroonzwemploeg hebben en mocht de bondscoach daarvan toevalligerwijs mijn blog bijhouden, dan kan zij mij altijd een belletje geven. Ik ken alle ins- en outs van de Canadese kür. Van de muziek tot de bewegingen, en als wij een gooi naar het podium willen doen kan je maar beter goed afkijken. Toch;-)?! Vanuit het olympisch dorp zijn we richting een groot ondergronds winkelcentrum gegaan. Montréal heeft als bijnaam ‘de stad in een stad’. Onder de grond bevinden zich namelijk 1600 winkels waar mensen een hele dag kunnen rondlopen zonder daglicht te zien. Na een klein uur hadden wij, de drie mannen, het wel gezien en voordat we aan het avondprogramma begonnen zijn we naar de plaatselijke Italiaan gegaan. Het avondprogramma is twee dagen lang een verrassing voor mij geweest. De enige hints die ik kreeg van de familie Verhoofstad waren: houd je agenda vrij tussen 17.00 en 24.00 en doe kleren aan. Ondanks dat de tweede hint geruststellend was had ik geen idee waar we heen zouden gaan. Doordat Montréal de thuisbasis is van Cirque du Soleil had ik de hoop dat we wellicht naar een avondvoorstelling zouden gaan. En nadat we steeds dichter bij de circustent van Cirque du Soleil kwamen werd mijn vermoeden bevestigd! Een absoluut hoogtepunt van mijn verblijf in Montréal. De nieuwste voorstelling Amaluna was 19 april 2012 in Montréal in première gegaan en was erg spectaculair. De show kenmerkte zich door veel acrobatiek, waar Adriaantje nog een puntje aan kan zuigen, en diverse water elementen. Na een onderhoudende voorstelling van 2 uur stonden we weer buiten en zat ons verblijf in de grootste Franstalige stad van Canada erop. Wat restte was een lange terugweg naar Toronto met en tussenstop in Ottawa.
Woensdag reden we rond 11.00 weg uit Montréal richting Ottawa. Na een korte stadswandeling, in de stralende zon, beklommen we de Peace Tower van het parlementsgebouw. Nadat we de top hadden bereikt had de regen haar weg naar Ottawa gevonden en konden we over een regenachtige binnenstad uitkijken. Inmiddels had onze huisgenoot Connor zich bij ons gevoegd. We hadden bij het oorlogsmonument afgesproken en trouw stond hij daar op ons te wachten. Leuk dat we hem nog een keer konden zien voordat we Canada onze rug toekeren. Na onze wandeling vervolgd te hebben langs alle bezienswaardigheden van Ottawa was het tijd om richting Toronto te rijden. We hadden immers nog een 5-uur durende reis voor de boeg. Onderweg, zoals het hoort als toeristen, hebben we (lees: Casper en ik) belachelijk veel gegeten bij McDonald’s en na een voorspoedige rit kwamen we aan in een verlicht Toronto. Wanneer je ’s avonds door Toronto rijd is het een indrukwekkende stad, ondanks dat ik er al vaker geweest ben dan de meeste Nederlandse steden. Nadat we René en Lia bij het hotel hadden afgezet zijn we door gereden naar Hamilton. Ian was zo blij als een trouwe hond om ons weer te zien en omdat hij het zo graag wou hebben we de avond afgesloten met beerbaseball.
Nu rest mij alleen nog de komende week doorkomen voordat papa en mama richting Toronto vliegen. Er staat niets op de planning, maar dat kan in Canada zomaar veranderen...
Maarten
Zondagochtend, na onze vlucht vanuit Vancouver, kwamen Casper en ik aan in een ijskoud Toronto. Na een vermoeiende reis heb ik mezelf deze dag bezig gehouden met het wassen van mijn kleren en het pakken van mijn spullen. Immers, over twee dagen zou ik mijn kamer op 28 Paisley Avenue North inruilen voor een kamer op King Street. ’s Avonds heb ik nog met Scott, Connor en Ian NHL gespeeld, wat een van de laatste keren zou zijn dat we met z’n allen in Hamilton waren.
Maandag, Koninginnedag in Nederland. Natuurlijk kon ik mijn patriottistische gevoelens niet verstoppen en trots had ik me in het oranje gestoken. Helaas werd er in Canada nergens, zelfs in Toronto niet, Koninginnedag gevierd. Daardoor stond ook deze dag in het teken van allerlei kleine klusjes doen. Zo heb ik het een en ander afgehandeld voor school met betrekking tot mijn cijferoverdracht en heb ik meegeholpen met het opruimen en afbreken van 26 Thorndale, het huis waar ik verbleef als ik niet sliep. Voor de sceptici onder ons, de 4 vakken die ik gevolgd heb aan DeGroote School of Business heb ik met een gemiddelde van 8,4 afgesloten. Wie het laatst lacht….;-)! ’s Avonds hadden onze Canadese vrienden Casper en mij verrast met een Canadese vlag (met persoonlijke boodschap) en een groepsfoto als herinnering aan mijn studieperiode in Hamilton. Dat zijn de momenten waarop je beseft dat het einde snel nadert.
Dinsdag 1 mei was voor mij ook een (mini)nationale feestdag. Het was namelijk de verjaardag van mama! Vandaag was ik na een korte nachtrust vroeg opgestaan om te verhuizen. In alle vroegte richting 26 Thorndale om alle spullen naar ons nieuwe huis op King Street te brengen. Letterlijk een steenworp afstand van mijn oude huis. Het nieuwe huis was volledig uitgewoond door een kraker, het stonk naar viezigheid en was belachelijk smerig. Gelukkig waren de moeders van Ian en Scott opgetrommeld om het poetswerk te verrichten en bovendien was er een poetsploeg, ingehuurd door de huisbaas, aanwezig om het grove schoonmaakwerk te doen. Na een aantal uur poetsen zag het huis er dan ook als nieuw uit en na het volledig ingericht te hebben was het mijn beurt om mijn spullen te halen. Tussendoor waren Casper en ik nog even op de campus geweest om afscheid te nemen van Jeanette en heb ik met mama geskyped. De laatste paar dagen zijn omgevlogen en Connor en Scott zijn de eerste twee die Hamilton hebben verlaten. Woensdag en donderdag hebben Casper en ik een onderzoeksvoorstel voor Philips geschreven en hebben we in een heerlijke voorjaarszon over de campus gelopen. ’s Avonds hebben we Game of Thrones gekeken. Schijnbaar ook in Nederlands een kaskraker. Zonder iets om handen te hebben krijgen we onze dagen toch prima gevuld.
Vrijdag heb ik uitgebreid geskyped met het thuisfront en daarna hebben Casper en ik besloten om naar de Canadian Football Hall of Fame te gaan. Steve Howse, onze meest geliefde (en gehate) docent is voorzitter van deze stichting en daardoor hadden we onszelf verplicht om eens te gaan kijken. Vandaag was de dag aangebroken dat we daadwerkelijk niets zinnigers te doen hadden. Ik kan jullie een middag CFHoF sterk afraden. Wat een schijnvertoning, maar voor $3,50 hebben we wel de nodige lachmomenten gehad. Hoogtepunt(en) van de CFHoF waren een wedstrijd van de Hamilton Tiger Cats uit 1957 en de Grand Hall vol bustes van bekende Canadese footballers. Helaas kende ik geen enkele speler, trainer of official die in de Hall of Fame was opgenomen. Na 20 minuten in het gebouw rond gelopen te hebben en letterlijk volledig uitgekeken te zijn op de collectie zijn we weer richting King Street gegaan. ’s Avonds hebben we met een Ian een laatste potje beerpong gespeeld en daarna zijn we gaan slapen, om de volgende dag fris en fruitig de ouders van Casper te kunnen ontvangen in Canada.
Zaterdag zijn we rond half 3 richting Pearson International Airport gegaan om de ouders van Casper op de halen. De heenreis ging voorspoedig, maar nog steeds blijf ik mezelf verbazen over het feit dat dit het enige vliegveld is waar geen fatsoenlijke verbinding is met het openbaar vervoer. Het vliegveld is niet aangesloten op het metro- en/of spoornetwerk en bussen rijden niet rechtstreeks naar het vliegveld. Maargoed, ik heb mijn ongenoegen hier eerder al over laten blijken. We hadden afgesproken om met de ouders van Casper te meeten bij het autoverhuurbedrijf. Navraag bij het vliegveldpersoneel garandeerde ons dat er slechts één locatie van Avis op het vliegveld aanwezig was. Na ruim 30 minuten gewacht te hebben bij Avis in Terminal 1 en onze auto al gekregen te hebben bleek dat René en Lia ook al een auto hadden opgehaald bij Avis in Terminal 3. Zelfs het grondpersoneel van het vliegveld is niet te vertrouwen. Uiteindelijk zaten we dan met z’n vieren in één auto en kon onze reis naar Montréal beginnen en na een 6-uur durende rit kwamen we in het nachtelijke Montréal aan. Na ingecheckt te hebben in het hostel ben ik nog even door Montréal gelopen. Een levendige stad vergeleken bij de meeste Canadese steden. Wat me echter opviel was het grote aantal homo’s en lesbiennes die door de straten van Montréal paradeerden. En ook in mijn hostel was de man-vrouwverhouding niet in het voordeel van onze vrouwelijke medemens. Na mezelf kort te hebben ingelezen op Wikipedia bleek dat ik in dé homobuurt van Montréal was beland en dat mijn hostel gematigd populair bleek te zijn onder deze groep mensen. Dat betekende dus met één oog open, spijkerbroek aan, en met mijn rug naar de muur slapen;-)!
De Fransen en Franstalige Canadezen hebben een ding gemeen, het zijn ontzettend onaangename en nare mensen wanneer iemand niet in hun moedertaal, zingerig Frans, een gesprek met ze begint. Mijn verblijf in Montréal bevestigd nogmaals waar de Engelstalige Canadezen openlijk voor uit komen, de Québécois zijn onuitstaanbare en arrogante mensen en de rest van het land, en wat mij betreft de wereld, heeft een hekel aan ze. Uitzonderingen daargelaten uiteraard! Maar, ik moet ze één ding meegeven, steden bouwen kunnen ze. Québec City was adembenemend, en wat is Montréal een heerlijke stad om in te verblijven! Na de eerste volledige dag in Montréal staat de kilometerteller, voor mijn gevoel, op 30+. In een heerlijke voorjaarszon ben ik deze ochtend richting de Notre Dame gelopen. De naam doet het al vermoeden, en eenmaal bij deze basiliek aangekomen werd mijn voorgevoel bevestigd. Een identieke kopie van de Parijse versie. En zo zijn er nog meer overeenkomsten met de Franse hoofdstad. Mijn hostel staat namelijk in de wijk ‘Quartier Latin’ en uiteraard is er ook een Place Royal en Place D’Armes te vinden. Na de overvloed aan Amerikaanse steden was een stad die Europees aanvoelt erg welkom. Na de Notre Dame van binnen en van buiten bewonderd te hebben (leuke woordspeling al zeg ik het zelf;-)) heb ik traditiegetrouw een korte wandeling door Chinatown gemaakt en ben ik daarna verder het historische centrum van Montréal gaan verkennen. Mijn urenlange wandeling leidde mij langs Hôtel de Ville, de haven, Place Canada, McGill University en talloze églises. Mark Twain heeft ooit over Montréal gezegd dat je geen steen kan gooien zonder een kerkruit te laten sneuvelen. En daarin kan hij weleens gelijk hebben gehad. Op iedere hoek van de straat vind je in plaats van een Starbucks of een McDonald’s een kerk. In de namiddag ben ik naar het hoger gelegen Parc du Mont-Royal gegaan. Na een klim waar geen einde aan leek te komen (de voorbereidingen voor de Alpen zijn in volle gang!) had ik uiteindelijk een schitterend overzicht van Montréal. Bovendien leende het park zich voor een mooie wandeling in de natuur en door het zonnige weer had ik het vervolg van mijn stadswandeling voor onbepaalde tijd uitgesteld bij Lac aux Castors waar ik een prima plek had gevonden op een heuvelrug waar ik even kon bijkomen. Na het avondeten ben ik weer richting Parc du Mont-Royal gelopen, maar dat heb ik uiteindelijk nooit gehaald. Eerst kwam ik het stadion van McGill University (cap. 25.000+) tegen waar een veteranenteam van twee plaatselijke universiteiten het tegen elkaar opnamen. Het Engelstalige team speelde het veel oudere Franstalige team helemaal zoek en mede door inbreng van haar supersub (een man van 150+ kilogram) werd een 2-0 stand op het scorebord gezet. Als een van de weinige aandachtige toeschouwers was ik getuige van deze wedstrijd. Jammer genoeg was het stadion nog niet voor 0,0001% gevuld, maar de locatie vergoedde veel. Het stadion was namelijk ingesloten door het hoger gelegen Parc du Mont-Royal, waardoor rotswanden opdoemden achter beide goals. Vergelijkbaar met het stadion van Sporting Braga in Portugal. Op mijn terugweg van de wedstrijd naar het hostel kwam ik per ongeluk in een studentenprotest terecht. In Montréal zijn al tientallen avonden op rij (vreedzame) studentenprotesten bezig tegen de aankomende maatregelen van de regering. Hogere studielasten zijn ook in Canada aanstaande. Doordat ik de straat niet kon oversteken besloot ik om enkele honderden meters mee te lopen in de stoet en zodoende mijn weg naar de andere kant van de straat te banen. Een geslaagde opzet, en zo heb ik direct mijn steun voor de Canadese studenten aangetoond.
Nadat we gisteren, mede door nalatigheid van de moderne technologie (onze beide Canadese nummers doen het niet meer en het wifi in mijn hostel is dramatisch), niet in staat waren geweest om elkaar te treffen in Montréal, stonden deze ochtend vroeg Casper en zijn ouders voor mijn hostel te wachten. Het zekere voor het onzekere. Na een ontbijt hebben we fietsen gehuurd en gingen we, gesteund door een heerlijke voorjaarszon, door Montréal fietsen. Langs de haven en door het oude stadscentrum van Montréal, waarna we richting Île Sainte-Hélène en Île Notre-Dame reden. Het eerste van de twee eilanden welke in de rivier Saint Lawrence liggen staat bekend om haar bouwwerken die voor de Wereldtentoonstelling van 1967 gerealiseerd zijn. Autosportliefhebbers onder ons, met name fam. Van Tulden onder aanvoering van DvT, weten dat het tweede eiland de GP van Montréal huisvest. Wanneer er geen GP gereden wordt op Circuit Gilles Villeneuve is het open voor fietsers en auto’s. Van dit gegeven hebben we dan ook geprofiteerd en na een rondje met de fiets over het 4,2 kilometer lange circuit gereden te hebben besloten we om de auto te gaan halen en vanaf de start ons voor enkele momenten Michael Schumacher te wanen. Na enkele uren doorgebracht te hebben op de fiets zijn we in een restaurant aangeschoven voor het avondeten, het beste eten sinds enkele maanden, en zijn Casper en ik daarna naar het Saint Joseph Oratory, een van de grootste basilieken ter wereld, gereden en zijn we Mont Royal opgelopen om een nachtelijk, en verlicht, overview van Montréal en het olympisch dorp mee te pakken. Als afsluiter zijn we laat in de avond nog langs de Notre Dame gereden om deze verlicht te zien en na een lange dag op de fiets was het tijd om naar mijn hostel terug te gaan.
Doordat dinsdag het weer in Montréal 180 graden gedraaid was werden we gedwongen om binnenactiviteiten te doen. Zo zijn we eerst naar het olympisch dorp gereden, Montréal was gastheer van de OS in 1976, en hebben we een tour door het olympisch stadion gedaan. Voordat de tour begon hebben we illegaal een training van de olympische synchroonzwemsters van Canada bijgewoond. Deze zullen ook het land vertegenwoordigen op de OS van Londen en na een 4e plaats op de vorige OS in Peking zijn het wel degelijk podiumkandidaten. Mochten wij een Nederlandse synchroonzwemploeg hebben en mocht de bondscoach daarvan toevalligerwijs mijn blog bijhouden, dan kan zij mij altijd een belletje geven. Ik ken alle ins- en outs van de Canadese kür. Van de muziek tot de bewegingen, en als wij een gooi naar het podium willen doen kan je maar beter goed afkijken. Toch;-)?! Vanuit het olympisch dorp zijn we richting een groot ondergronds winkelcentrum gegaan. Montréal heeft als bijnaam ‘de stad in een stad’. Onder de grond bevinden zich namelijk 1600 winkels waar mensen een hele dag kunnen rondlopen zonder daglicht te zien. Na een klein uur hadden wij, de drie mannen, het wel gezien en voordat we aan het avondprogramma begonnen zijn we naar de plaatselijke Italiaan gegaan. Het avondprogramma is twee dagen lang een verrassing voor mij geweest. De enige hints die ik kreeg van de familie Verhoofstad waren: houd je agenda vrij tussen 17.00 en 24.00 en doe kleren aan. Ondanks dat de tweede hint geruststellend was had ik geen idee waar we heen zouden gaan. Doordat Montréal de thuisbasis is van Cirque du Soleil had ik de hoop dat we wellicht naar een avondvoorstelling zouden gaan. En nadat we steeds dichter bij de circustent van Cirque du Soleil kwamen werd mijn vermoeden bevestigd! Een absoluut hoogtepunt van mijn verblijf in Montréal. De nieuwste voorstelling Amaluna was 19 april 2012 in Montréal in première gegaan en was erg spectaculair. De show kenmerkte zich door veel acrobatiek, waar Adriaantje nog een puntje aan kan zuigen, en diverse water elementen. Na een onderhoudende voorstelling van 2 uur stonden we weer buiten en zat ons verblijf in de grootste Franstalige stad van Canada erop. Wat restte was een lange terugweg naar Toronto met en tussenstop in Ottawa.
Woensdag reden we rond 11.00 weg uit Montréal richting Ottawa. Na een korte stadswandeling, in de stralende zon, beklommen we de Peace Tower van het parlementsgebouw. Nadat we de top hadden bereikt had de regen haar weg naar Ottawa gevonden en konden we over een regenachtige binnenstad uitkijken. Inmiddels had onze huisgenoot Connor zich bij ons gevoegd. We hadden bij het oorlogsmonument afgesproken en trouw stond hij daar op ons te wachten. Leuk dat we hem nog een keer konden zien voordat we Canada onze rug toekeren. Na onze wandeling vervolgd te hebben langs alle bezienswaardigheden van Ottawa was het tijd om richting Toronto te rijden. We hadden immers nog een 5-uur durende reis voor de boeg. Onderweg, zoals het hoort als toeristen, hebben we (lees: Casper en ik) belachelijk veel gegeten bij McDonald’s en na een voorspoedige rit kwamen we aan in een verlicht Toronto. Wanneer je ’s avonds door Toronto rijd is het een indrukwekkende stad, ondanks dat ik er al vaker geweest ben dan de meeste Nederlandse steden. Nadat we René en Lia bij het hotel hadden afgezet zijn we door gereden naar Hamilton. Ian was zo blij als een trouwe hond om ons weer te zien en omdat hij het zo graag wou hebben we de avond afgesloten met beerbaseball.
Nu rest mij alleen nog de komende week doorkomen voordat papa en mama richting Toronto vliegen. Er staat niets op de planning, maar dat kan in Canada zomaar veranderen...
Maarten
-
10 Mei 2012 - 18:16
Jesper:
Ik lees nog steeds niets over fietskilometers..:-)
JK -
13 Mei 2012 - 05:41
Pap En Mam:
Goedeavond voor jouw!!!!!!!!!!!!!!
Ben er weer vroeg uit zoals je al gehoord hebt zoeven.
Het is lekker weer hier,ga nog even de krant lezen en dan ontbijten met mama.
Vandaag is het MOEDERDAG,dus een mailtje is wel wenselijk vanuit Canada.
Vanmiddag Fc Eindhoven kijken tegen Hellemund,hopelijk gaan ze door!!!!
Voor ons begint het nu echt op te schieten,nog 4 nachten en dagen en dan stappen wij het vliegtuig in.
We hebben er veel zin in.
Leuk van Rene en Lia dat ze jouw ook hebben meegenomen,Casper is er niet heb ik begrepen anders had hij ook met ons mee kunnen gaan!!!!!!!!!!
Moet wel zeggen dat de reacties minder worden op jouw verhalen.
Zouden jouw VRIENDEN de verhalen te lang vinden,wij in ieder geval niet.
Ga lekker door met schrijven,is ook leuk voor later,om al je verhalen/ervaringen nog een te lezen.
Ben blij dat je,je studie met goede punten hebt gehaald.
Nog eventjes dan begint het echte leven pas,als je alles hebt afgerond.
Goed gedaan en tot as donderdag op het vliegveld.
Ons vluchtnummer is: 9W 230
JET AIRWAYS Vertrek Brussels 10.15
Aankomst Toronto 12.30 Terminal 1
Dikke kus van ons en tot donderdag
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley